-9- van het Dagelijks Bestuur niet openbaar zijn, niet helemaal waterdicht. De C.D.A.- fraktie blijft voorstander van openbaarheid van alle commissies, zowel binnen de ge meente als binnen het stadsgewest en denkt daarbij aan de uiteindelijk positieve effecten die dat zal geven. Dat het D.B. van het Stadsgewest zijn eigen functioneren in het openbaar niet ter discussie stelt doet daaraan niets af. De fraktie is juist zo'n groot voorstander van openbaarheid in beide gevallen, ook omdat wordt aangege ven dat de voorzitter van de bestuurscommissie of 2 leden de mogelijkheid hebben om, als het belang daarmee is gediend, besloten te laten vergaderen. Bij dat al moet wel de efficiëncy van het vergaderen en de besluitvorming voor ogen gehouden worden. De C.D.A.-fraktie verklaart zich dus voor openbaarheid in beide gevallen, mocht het algemeen belang daar niet mee gediend zijn, dan is het aan de commissie voorbehouden om te zeggen of op dat moment de deuren worden gesloten. De Heer VAN DER WESTERLAKEN memoreert dat onderscheid tussen de advies- en de bestuurscommissies eerst geleidelijk tijdens de vergadering van de commissie Algemene en Juridische Zaken duidelijk naar voren is gekomen. In de Bestuurscommis sies van het Stadsgewest wordt niet alleen gediscussieerd maar daar worden ook be sluiten genomen. Hij is van mening dat het niet alleen voor de burger, maar juist ook voor de deelnemende gemeenten belangrijk is om te weten hoe de discussie verlopen is en wat werd besloten. Vandaar dat het ook voor de gemeente erg belangrijk is dat er openheid en openbaarheid is voor de bestuurscommissievergaderingen van het Stads gewest. De Heer PLATZBEECKER zegt goed geluisterd te hebben naar de reaktie van het College op de behandeling in eerste termijn. Hij proeft daarin een ondertoon van be zorgdheid. Het College maakt ook onderscheid tussen openheid en de geformaliseerde openheid - de openbaarheid. Hij kan zich volledig vinden in datgene wat het College daarover heeft gesteld. Zijn fraktie is zondermeer voorstander van openheid, zij er vaart dat ook in de kontakten die zij heeft met de achterban. Dat functioneert erg goed. De V.V.D.-fraktie steunt het standpunt van het College ten aanzien van agenda punt 19. De Heer VAN YPEREN stelt dat zi^n fraktie bij haar standpunt blijft ten aanzien van punt 19. Het College heeft de zaak goed benaderd. De fraktie handhaaft dus het advies wat zij gegeven heeft in de commissie Algemene en Juridische Zaken. De VOORZITTER antwoordt in 2e termijn namens het College en wijst er daar bij op dat deze voorstellen een produkt zijn van deze tijd. De mens leeft in 4 tijd en zijn mening evolueert mee met de tijd, 5 jaar geleden dacht men anders over deze materie en over weer 5 jaar denkt men daar misschien weer anders over. Het College heeft er ook op gewezen dat er andere technieken zijn om, datgene wat zich binnen besloten vergaderingen van commissies en besturen afspeelt, naar buiten te brengen. Misschien dat deze technieken in de komende jaren een stuk verfijnd moeten worden. De instelling van het College is uitdrukkeiijk niet terughoudend te willen zijn om wille van de terughoudendheid, het gaat om het belang van de besluitvorming. Dat is de enige beweegreden van het College, en dit is ook het motief om te waarschuwen: doe niet teveel mee aan de waan van de dag. Hoed je ervoor dat je straks de openbaarheid moet terugdraaien omdat bepaalde zaken anders niet goed tot hun recht komen. Het Col lege heeft dat hier in de Raad en eerder in de commissievergadering Algemene en Juri dische Zaken aan de hand van een paar voorbeelden geprobeerd duidelijk te maken. Daarom kiest het College nu voor wat terughoudendheid waarbij de mogelijkheden naar de toekomst niet worden geblokkeerd. De Heer BEEREPOOT maakt bezwaar tegen hetgeen de voorzitter heeft gezegd over het niet voldoen aan de waan van de dag. De VOORZITTER zegt dat dét in zijn algemeenheid is gesteld en niet slaat op datgene wat nu in de Raad is besproken. Er wordt over dit onderwerp zeer genuanceerd gedacht, maar de discussie daarover is zeer zuiver geweest. Dat vindt hij een ple zierige zaak, er mag dan ook geen misverstand over bestaan dat hij over algemeen maatschappelijke tendensen heeft gesproken. De Heer BEEREPOOT dankt voor deze toelichting en zegt tevens nog steeds weinig verschil te zien tussen openheid en openbaarheid. De C.D.A.-fraktie wil het zo zien dat openheid kan leiden tot openbaarheid, waarbij zij de toekomst positief inschat. Zij hoopt dat door het geven-van een stuk openbaarheid er meer inzicht ont staat in de besluitvorming. Beide voorstellen zijn erg voorzichtig geformuleerd. Het advies van de fraktie is: pak hét op, probeer er vorm aan te geven, temeer omdat het ook in andere vormen op ons afkomt. De Wet Openbaarheid van Bestuur is daar een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 301