-8- ken. Sommige onderwerpen zijn in één commissievergadering rond. Bij andere onder werpen, voornamelijk op het gebied van de ruimtelijke ordening, strekt de besluit vorming zich vaak uit over jaren. Een voorbeeld daarvan is het bestemmingsplan bui tengebied. Juist op het gebied van de ruimtelijke ordening moet vaak veel keukenwerk verricht worden, moet de Raad in de commissie met het College meedenken. Het zou toch onjuist zijn als de Raad pas bij afsluiting van een lange voorbereidingspe riode een voorstel op het gebied van de ruimtelijke ordening krijgt gepresenteerd. Vandaar de medewerking van de raadsleden bij het totstandkomen van deelbesluiten Daarom vindt het College de commissie Ruimtelijke Ordening op dit moment nog niet rijp om openbaar te vergaderen, hoewel ook daar een aantal besluiten zich wel leent voor openbaarheid. Voor andere commissies geldt dat niet zoals voor Financiën, Open bare Werken en Verkeer. Bij de commissie Welzijn is dat afhankelijk van het onder werp en zal de ene keer wel en de andere keer niet openbaar vergaderd kunnen worden. Het College wil zoveel mogelijk volwaardige besluitai in de openbaarheid brengen maar zegt: wees voorzichtig bij het keukenwerk. Het kan zijn dat openbaarheid wordt ge- eist, maar dat die zich dan juist tegen de gemeente keert. Agendapunt 19 nu heeft betrekking op bestuurscommissies en agendapunt 20 op adviescommissies. De bestuurs commissies ontlenen hun gezag aan een gedelegeerde bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders, ingevolge artikel 62 van de gemeentewet. Het College is van mening dat zolang de vergaderingen van Burgemeester en Wethoudersof in dit geval van het Da gelijks Bestuur van het Stadsgewest, niet openbaar worden gehouden dat het dan ook niet mogelijk moet zijn voor de organen die op grond van delegatie hun plaats inne men. Het College is van mening dat zijn vergaderingen vooralsnog besloten moeten blijven en zo ook die van het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest en van de be stuurscommissies van het Stadsgewest en van de gemeente. Er is wel een zekere groei naar meer openbaarheid van de bestuursorganen denkbaar. Er zijn zeker een aantal be sluiten die best in de openbaarheid kunnen komen. Zo wordt aan het eind van iedere vergadering van de bestuurscommissie Gezondheidsdienst Stadsgewest een lijst opge maakt van alle besluiten die in de openbaarheid kunnen worden gebracht. Wil men toch openbaarheid van de vergaderingen van de bestuurscommissies van stadsgewest en gemeen te dan moet eerst, principiëel, begonnen worden bij de dagelijkse besturen, en daar toe bestaat op dit moment geen aanleiding. De Heer BEEREPOOT zegt over openbaarheid in het algemeen kort te kunnen zijn. Veel onderscheid tussen openheid en openbaarheid ziet hij niet. Hij is van me ning dat deze erg dicht bij elkaar liggen en dat het gaat om de geneigdheid openbaar te zijn. Zijn fraktie geeft er de voorkeur aan openbaar te zijn waar dat mogelijk is en dat van toepassing te laten zijn op de commissievergaderingen. Het College heeft de nadruk gelegd op de negatieve effecten die daarvan uit kunnen gaan naar de be sluitvorming. De C.D.A.-fraktie gelooft in zijn algemeenheid juist in de positieve effecten op langere termijn wanneer de burger zich meer zal gaan interesseren om de commissievergaderingen bij te wonen en daar op voort te borduren. De fraktie is dan ook erg gelukkig met voorstel 20, waar een stuk openbaarheid in de commissies wordt gebracht die weliswaar niet wettelijk wordt voorgeschreven, maar die wel beantwoordt aan een toenemende belangstelling en betrokkenheid van de achterban bij het commissie werk. Voorstel 20 wordt dus gezien als een stap in de goede richting, waarbij de fraktie oog wil hebben voor de negatieve effekten maar in le instantie kijkt naar de positieve effekten, die daar van uit kunnen gaan. Tenslotte spreekt hij de hoop uit dat door deze openbaarheid het overleg met alle geïnteresseerden geïntensiveerd gaat worden zodat in de toekomst alleen de positieve aspecten uitgeteld kunnen worden. De Heer VAN DER WESTERLAKEN stelt voor de reaktie in tweede termijn wat toe te spitsen op agendapunt 19, openbaarheid van vergadèren van de bestuurscommis sies De VOORZITTER constateert dat de Raad daarmee instemt en verleent daarom het woord aan de Heer Beerepoot opdat deze zijn betoog dienaangaande kan afmaken. De Heer BEEREPOOT vervolgt zijn betoog met de constatering dat er formeel inderdaad sprake is van twee verschillende lichamen. Het is duidelijk dat de be stuurscommissies deel uitmaken van het dagelijks bestuur. De fraktie is echter van mening dat de argumenten die aangevoerd worden om bij de adviescommissies wel open baarheid in te voeren ook van toepassing kunnen zijn op de bestuurscommissies. Op basis van een wetgeving uit de vorige eeuw is openbaarheid niet noodzakelijk maar de tijden zijn veranderd en nu wordt openbaarheid als een groot goed beschouwd. De argu mentatie dat openbaarheid bij bestuurscommissies niet kan, omdat ook de vergaderingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 302