OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKENGEHOUDEN OP VRIJDAG
12 DECEMBER 1980, TE 18.00 UUR, TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig: de Leden van de Raad, te weten:
DRSA.J. BEEREPOOT, C.M. DEN BROK, A.J. VAN DUN, A.J.J. VAN GESTEL,
H.M.C.J. VAN GILS, J.H. VAN GILS, F.L.M. PAULUSSEN, H.H.M. PLATZBEECKER,
J.A. ROPSB.P. VAN TETERING, C.J. VERKOOIJEN, J.C. VAN DER WESTERLAKEN
W.CH. WILLEMSEN, en P. VAN YPEREN
Afwezig: P.H.M. TEUNISSEN;
Voorzitter: DRS. M.J.H. VAN DE VEN;
Secretaris: MR. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. Hij heet
iedereen welkom op dit ongebruikelijke uur aan het begin van wat een lange vergade
ring belooft te worden. Alvorens het antwoord van het College op de algemene beschou
wingen te geven stelt hij voor de overige punten van de agenda aan de orde te stellen.
2. VOORSTEL OM ADHESIE TE BETUIGEN EN EEN EENMALIG SUBSIDIE TOE TE KENNEN AAN DE
STICHTING REGIONALE OMROEP WEST-BRABANT TE BREDA:
De Heer VAN DER WESTERLAKEN stelt wat vraagtekens bij 4 regionale omroep-
stichtingen. Uit een oogpunt van eenheid van Brabant komt het hem wenselijk voor dat
één stichting met één zender uitzendingen voor geheel Brabant verzorgt, waarbij alle
regio's aan bod kunnen komen. Ook uit financiëel oogpunt is één stichting wenselijk,
hij vindt dit voorstel dan ook niet erg gelukkig in een tijd van bezuinigingen. Met
het beschikbaar stellen van een bedrag voor de aanloopkosten heeft hij echter geen
moeite. Aangezien hij soortgelijke geluiden heeft laten horen in de commissie Welzijn
kan hij zich niet verenigingen met de zinssnede dat de commissie Welzijn unaniem ad
hesie betuigd zou hebben.
De VOORZITTER zet uiteen dat dit voorstel twee vragen behelst, n.l. adhesie
betuigen aan de gedachte van 4 regionale omroepen .en het leveren van een geringe fi
nanciële bijdrage in de aanloopkosten voor de West-Brabantse Omroep. Het is inderdaad
juist dat de Heer Van der Westerlaken zijn kritische kanttekeningen reeds eerder heeft
laten horen in de commissievergaderingen. De VOORZITTER is het met hem eens dat als
één stichting voor heel Brabant uitzendingen zou verzorgen dit financiëel qezien goed
koper zou zijn omdat de overhead-kosten dan geringer zijn. Toch is gekozen voor 4 om
roepen en daar zijn argumenten voor. Het valt niet te ontkennen dat er in Brabant van
oudsher regionale verschillen bestaan, de Baronie, de Meierij en de Kempen hebben
ieder hun eigen karakter. De regionale omroepen willen nu juist inspelen op die re
gionale gedachte en werken met de regionale mogelijkheden waardoor zij dicht bij de
bevolking blijven staan. Dat dit een goede formule is wordt bewezen door het experi
ment van de omroep Zuid-Oost Brabant. Dit wordt begeleid door de sociaal-wetenschap
pelijke faculteit van de Hogeschool in Tilburg. Daarbij is komen vast te staan dat
de luisterdichtheid veel groter is van de regionale zenders dan van de nationale om
roep omdat wordt ingespeeld op plaatselijke en regionale situaties. De landelijke en
ook een provinciale omroep kunnen dat niet. Zij moeten om praktische redenen, gezien
het beperkt aantal uren zendtijd wat beschikbaar is, hun aandacht verdelen over de
vier regio's wat ten koste gaat van de luisterdichtheid. Nu is het moment aangebroken
om, met de ervaring opgedaan in Zuid-Oost Brabant, te komen tot een feitelijke omroep
voor West-Brabant met een eigen identiteit.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN is het met de voorzitter eens dat er heel wat
regionale verschillen bestaan in Brabant, maar is toch ook van mening dat er juist
ook belangrijke overeenkomsten zijn. Hij is daarom van oordeel dat het mogelijk moet
zijn om binnen één eenheid in verscheidenheid in te spelen op allerlei regionale si
tuaties. Omdat hij toch vraagtekens blijft houden kan hij geen adhesie betuigen aan
het idee van 4 regionale omroepen in Brabant, maar met het bedrag voor aanloopkosten
heeft hij geen moeite.
De VOORZITTER vraagt of de Heer Van der Westerlaken zich van stemming ont
houdt of tegen stemt.