-4-
begroting 1981 ten opzichte van 1980, 23% bedraagt. Bij analyse blijkt dat de reële
stijging 6,8% bedraagt en dat het verschil tussen 23% en 6,8% wordt gevormd door een
aantal administratieve en boekhoudkundige factoren.
De Heer BEEREPOOT vraagt wat wordt verstaan onder reële toeneming.
De VOORZITTER zet uiteen dat onder reële toename wordt verstaan de extra
last die op de begroting 1981 drukt door nieuwe zaken zoals de toename in de perso-
neelsuitzetting en de huur en verbouw van het gebouw van Van den Broek. De conse
quenties van alle besluiten die in het afgelopen jaar in de investeringssfeer zijn
genomen zijn in de begroting verwerkt en leveren een reëel stijgingspercentage op
van 6,81%.
De Raad heeft zijn bezorgdheid uitgesproken over een aantal investerings
uitgaven waarbij enkele frakties voorstellen doen om op het beleidsplan te bezuini
gen. Het college deëlt de zorg van deze frakties voor wat betreft de algemene econo
mische ontwikkeling en acht het juist dat de gevolgen daarvan voor de gemeentelijke
huishouding kritisch in het oog worden gehouden. Het college waarschuwt echter voor
een beleid van pas op de plaats omdat de geplande investeringen direct met werkgele
genheid te maken hebben. De gemeente beschikt nog over een gezonde financiële huis
houding welke ook de komende jaren ruimte laat voor investeringen. De VOORZITTER
wijst op blz. 50 van het beleidsplan waar deze investeringsruimte is weergegeven
voor de jaren 1981/1985, achtereenvolgens 3.000,70.000,--, 160.000,
480.000,— en f 350.000,— in 1985.
Ondanks deze ruimte in het gemeentelijk budget is ook het college van mening dat er
gematigd moet worden maar het waarschuwt daarbij tevens tegen het inactief maken van
kapitaal. Bij deze bezuinigingen wil het college onderscheid maken tussen bezuinigin
gen in de consumptieve sfeer en in de produktieve sfeer.
Onder uitgaven in de consumptieve sfeer worden die uitgaven verstaan die gedekt wor
den door subsidies, met name op het sociale, culturele, sport en spel terrein. In
deze laatste uitgaven is in de afgelopen jaren heèl wat franje ontstaan waarin ge
snoeid kan worden, en waarin reeds door het college het mes is gezet.
Als voorbeelden daarvan noemt de VOORZITTER de kortingen die zijn toegepast op de be
grotingen van Musische Vorming en de Bibliotheek. Het college geeft deze instituten
een reëel uitzettingspercentage zodat hun instandhouding is gegarandeerd maar gaat
niet verder. De bezuinigingen zullen niet beperkt blijven tot deze twee instituten.
Een voorbeeld op het terrein van sport en spel zijn de plannen die zijn ingediend
voor tennispaviljoensHet college is voor goede kleed- en wasruimten voor de tennis
verenigingen op de tennisparken maar vindt dat de franje daarbij tot het strikt nood
zakelijke beperkt moet blijven. Het college zal dan ook gevoèlig zijn voor uitgaven
die in de subsidiesfeer liggen en al te uitbundige zaken een halt toe roepen. Anders
is het gelegen bij uitgaven in de produktieve sfeer waarbij het gaat om structurele
zaken die tevens direkt met werkgelegenheid te maken hebben. Voorbeelden daarvan zijn
de bouw van een bibliotheek en de verplaatsing van de Vlaamse schuur te Bavel, met
werkgelegenheid in de bouwsfeer. Een voorbeeld in de sfeer van de weg- en waterbouw
is de uitbreiding van het rioolstelsel. Deze en dergelijke elementen wil het college
graag handhaven in het beleidsplan, gezien tegen de achtergrond van de situatie anno
december 1980. Geeft de ontwikkeling in de komende jaren aanleiding om deze visie bij
te stellen dan kan de Raad zelf de vinger aan de pols houden, de Raad beslist immers
zelf over het doen van incidentele uitgaven.
Het college is van mening dat de overheid bij een inzakkende economie via
budgettaire injecties moet bijdragen aan het herstel van die economie. De gemeente
kan dit op bescheiden wijze doen door uitvoering van bovengenoemde werken waarbij de
plaatselijke werkgelegenheid wordt gediend. De werkgelegenheid daarbuiten wordt ge
diend als het gaat om een- keuze van materiaal, bijvoorbeeld de levering van een huis
telefooninstallatie of een brandweerauto waarbij een klein stukje werkgelegenheid in
het geding is bij Ericson of Philips, bij Daf of Mercedes. Het hemd is daarbij na
tuurlijk nader dan de rok. De VOORZITTER hoopt hiermee te hebben aangetoond dat de
gezonde financiële huishouding van Nieuw-Ginneken het toelaat dat de voor handen zijn
de budgetten beschikbaar worden gesteld. Het college acht het daarom verantwoord dit
investeringsplan te handhaven.
Zijdelings speelt hierbij, waar enkele frakties op hebben geduid, de drei
ging dat er gaten vallen in de exploitatie van bestemmingsplan De Bunder. Mocht door
de teruglopende economie en het verder inzakken van de bouwaktiviteit inderdaad in de
exploitatie van dit plan een tekort ontstaan dan kan het noodzakelijk zijn over de