-6- worden gebracht, wat er op neerkomt dat alles betaald moet worden. Dit standpunt van Gedeputeerde Staten laat geen ruimte voor een subsidie in de aansluitkosten in het onrendabele buitengebied. Op dit moment ligt er een groot aantal aanvragen voor aansluitingen in dat buitengebied. Door het EnWa zijn uitgebreide berekeningen opge steld voor deze aansluitingen. De consequenties van een en ander zullen door het college worden doorgesproken met alle belanghebbenden en met de commissie Openbare werken Tenslotte is de vraag gesteld wat de advieskosten zijn voor de gemeente in het kader van de algemene advisering. Deze werden in de begrotingen voor 1979 en 1980 geraamd op 25.000,terwijl de reële uitgaven in die jaren 10.000,respec tievelijk 12.000,bedroegen. Voor 1981 is eveneens een bedrag van 25.000, opgenomen voor algemene rechtskundige en deskundige adviezen. Daarnaast zijn er de specifieke adviseurskosten, waartoe het Etin, buro Goudappel en Coffeng en het buro Ruys en Bolder behoren. De kredieten die daarvoor nodig zijn worden apart aan de Raad voorgelegd en beliepen het afgelopen jaar een totaal van 150.000, RUIMTELIJKE ORDENING: Bij het onderdeel Ruimtelijke Ordening houdt de VOORZITTER de volgorde aan die ook in het beleidsplan is aangehouden. Voor wat het streekplan West-Brabant betreft verklaart de VOORZITTER te verwachten dat Gedeputeerde Staten het ontwerp-plan in het voorjaar van 1981 ter vi sie zullen leggen. Na het verstrijken van de bezwaarschriftenprocedure zal dan vast stelling door Provinciale Staten kunnen volgen in de zomermaanden waarna het streek plan rechtskracht zal hebben. De Raad heeft gevraagd naar de gevolgen voor het be stemmingsplan De Bunder van een verminderde overloop vanuit de Randstad naar West- Brabant In het ontwerp-streekplan zijn als primaire vestigingsgebieden aangewezen de Haagse- Beemden in Breda en West-Stad in Oosterhout. Daarnaast zijn er in het kader van een gemeenschappelijke aanpak van de volkshuisvestingsproblematiek een aantal reservege bieden aangewezen. Een van die gebieden is De Bunder met een capaciteit van 1.000 wo ningen naast de eigen woningbehoefte van Nieuw-GinnekenEen verminderde overloop van de bevolking vanuit de Randstad zal duidelijk gevolgen hebben voor de Haagse Beemden en West-Stad. Op deze primaire vestigingsgebieden zal dus minder ruimtebeslag worden gelegd. Er is dus een redelijke zekerheid dat Bavel, na vaststelling van het streekplan, de eerste 10 jaar niet als primair vestigingsgebied aan bod komt. In het kader van het Stadsgewestelijk Structuurplan is men een 5-tal jaren geleden begonnen met een inventarisatie. Als resultaat daarvan zijn 3 modellen op gesteld, te weten: het tuinstedelijk model, het stedelijk model en het suburbaanmodel. Het suburbaanmodel is een model waarbij alle dorpen groter worden, het stedelijk mo del geeft een dichte klontering op een klein stedelijke oppervlakte en het tuinstede- lijk model geeft een verstedelijkt gebied aan waarbinnen concentratie plaatsvindt. Gekozen is voor het tuinstedelijk model en Bavel en Ulvenhout zijn ingedeeld in dit model. Doordat Gedeputeerde Staten 3 jaar geleden het streekplan in behandeling heb ben genomen en dit plan voortvarend is behandeld heeft dat Streekplan het structuur plan ingehaald. Een vergelijking tussen de resultaten van het structuurplan en die van het streekplan leveren een grote mate van overeenstemming op. Om deze reden wil het Stadsgewest komen tot een afbouw van het structuurplan waardoor er een ruimte lijk planningskader ontstaat. Dit stadsgewestelijk structuurplan met plankaart, voor schriften en toelichting zal naar verwachting in de loop van 1981 door de Stadsge- westraad worden vastgesteld. Hoewel het structuurplan niet juridisch bindend is krijgt de gemeente de komende jaren wel te maken met de deelplannen, zoals het dor penplan, het bedrijventerreinenplan en het recreatieplan. Het is niet de bedoeling dat deze deelplannen leiden tot een keurslijf voor de gemeenten, maar zij dienen wel hun bestemmingsplannen daarop af te stemmen. Gemeentebelangen Bavel heeft het college in overweging gegeven de mogelijk heden te bezien die er nog zijn voor niet-gelegaliseerde bedrijven in het buitenge bied. Het bestemmingsplan Buitengebied, zoals dat onlangs door de Raad is vastgesteld heeft deze reeds gevestigde niet-agrarische bedrijven bevroren. Dit uitgangspunt wordt door de Provincie onderschreven. De bestaande exploitatie van die bedrijven wordt niets in de weg gelegd, echter worden wel uitbreidingsmogelijkheden daaraan onthouden. Een alternatief daarvoor is het bedrijventerrein, al is dat nog wel een eind van huis. Intussen wordt het college geconfronteerd met een nieuw probleem met name de vraag naar gebruiksmogelijkheden van bestaande, leegstaande, agrarische bedrijfsgebouwen. In overleg met de stedebouwkundige is het college nagegaan of er gebruiksmogelijkheden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 373