-2-
zien, dan zal er extra comptabel een overzicht van gemaakt moeten worden. Conse
quenties voor de in de begroting 1980 geraamde bedragen heeft dit overigens niet.
Op een opmerking van de Heer VAN TETERING dat de door de Raad vastgestel
de verordening voor Musische Vorming dan gewijzigd moet worden antwoordt WETHOUDER
VAN GILS bevestigend.
Bij punt g. (gedeeltelijke goedkeuring De Bunder) merkt de Heer VAN GESTEL
op dat goedkeuring onthouden is aan het bedrijventerrein, terwijl dat juist op ver
zoek van de P.P.D. in het bestemmingsplan was opgenomen. Hij vraagt of het College
nog steeds naar een bedrijventerrein in Bavel streeft.
De Heer PLATZBEECKER zegt dezelfde vraag te hebben. Gedeputeerde Staten
schrijven dat ze geen goedkeuring aan dit gedeelte konden verlenen wegens onvoldoen
de motivering in de omschrijving. Zo is de relatie tot de rest van het bestemmings
plan niet duidelijk en ontbreekt de begripsomschrijving.
Hij zegt hiervan geschrokken te zijn. Juist in december is bij de algemene beschou
wingen, zowel door de VVD als door andere fracties, gepleit voor het realiseren en
creëren van zoveel mogelijk werkgelegenheid in de gemeente. Ziet het College nog
mogelijkheden om het alsnog gerealiseerd te krijgen
De VOORZITTER antwoordt dat Gedeputeerde Staten om vormtechnische redenen
goedkeuring aan dit gedeelte onthouden hebben. Het streven van het College blijft
echter gericht op het realiseren van een bedrijventerrein in Bavel en dit moet ook
haalbaar zijn. In het kader van het ontwikkelingsplan heeft het ETIN zo'n 3 jaar ge
leden een onderzoek ingesteld naar de behoefte aan bedrijventerreinen, en daar kwam
uit dat er behoefte bestond aan 5 ha. Het College meent dat dit een deugdelijk
onderzoek is geweest. De beslissing van Gedeputeerde Staten betekent naar de mening
van het College niet dat er in Bavel geen bedrijventerrein moet komen. De werkgroep
Stedebouw is al ingeschakeld bij het zoeken van nieuwe lokaties voor bedrijfsves
tiging. Het is niet de bedoeling nieuwe bedrijven van buiten binnen te halen, maar
wel om hervestingsmogelijkheden te scheppen voor in de gemeente bestaande bedrijven.
Zodra mogelijk zal aan de Commissie Ruimtelijke Ordening een onfcwerp-bestemmingsplan
Bedrijventerreinen worden voorgelegd. Gezien de opmerking van Gedeputeerde Staten
omtrent het organieke verband tussen het gedeelte van het plan waaraan nu goedkeu
ring onthouden is en de rest van het plan De Bunder is de beste weg inderdaad hier
voor een apart plan te ontwerpen.
De Heer PLATZBEECKER zegt het erg op prijs te stellen dat met zo'n nieuw
plan haast zal worden gemaakt.
De VOORZITTER zegt dat het College zich er van bewust is dat haast gebo
den is.
De Heer VAN YPEREN zegt het vreemd te vinden dat aan dit gedeelte van het
plan De Bunder goedkeuring is onthouden terwijl de P.P.D. er juist om gevraagd had.
Verder vraagt hij of nu naar geheel andere terreinen gezocht moet worden danwel of
voor het gedeelte waaraan goedkeuring onthouden is een nieuw plan kan worden gemaaki
De VOORZITTER antwoordt dat de conclusie kan zijn dat elders een bedrij
venterrein zou moeten worden gecreëerd. Een en ander moet ook bezien worden in het
kader van herziening van het bestemmingsplan Oude Bredaseweg/Nieuwe Bredaseweg.
De Heer VAN ".'PEREN merkt op dat er toch wel een paar vragen rijzen: er is
al contact geweest met betrokkene over de aankoop van die gronden; hoe zijn die con
tacten afgewikkeld En aan de overkant van die stukjes grond ligt óók een stukje
bedrijventerrein dat zelfs al aangekocht is.
De VOORZITTER antwoordt dat voor laatstebedoeld stuk wél goedkeurinn is
verleend; dat heeft de bestemming autowerkplaats/garage.
Bij punt n. (leerlingenoverzichten Musische Vorming) merkt de Heer ROPS o;
dat als eis is gesteld dat er tenminste 10 deelnemers nodig zijn om aan een cursus
deel te nemen. Hieraan wordt niet voldaan bij o.a. klassiek ballet, film, theater ei
keramiek
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat het College hierover een brief heeft ge
richt aan Musische Vorming; in die brief is er op gewezen dat niet conform de ge
maakte afspraak is gehandeld.
De Heer PLATZBEECKER wijst er op dat er méér afdelingen zijn waar het aan
tal deelnemers lager ligt, o.a. klarinet/sax. Hij vraagt of samenvoeging wellicht
mogelijk is. Verder constateert hij dat er vreemde tariefsverschillen zijn, zowel
bij de jeugd als bij de volwassenen.
