-6- nodig zijn als werkzaamheden aan het leidingnet zijn verricht. Meermalen is gecon stateerd dat b.v. trottoirs zeer slecht herstraat zijn. Hij zou graag zien dat hier op méér controle plaats heeft. De Heer PLATZBEECKER zegt alle lof te hebben voor de energie en de inzet die door het College en zijn medewerkers, met name de Heer Coppens, aan deze rege ling zijn besteed.en welke tot dit resultaat hebben geleid. De VOORZITTER zegt dat het College verheugd is dat deze regeling tot stand kon komen. Verder meent hij dat herbestratingen in de gemeente op dezelfde wijze worden uitgevoerd als in Breda het geval zal zijn. Zouden er klachten zijn, dan be staat uiteraard de verplichting die te corrigeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld. 8. VOORSTEL TOT VERHOGING VAN DE BIJDRAGE IN DE KOSTEN VAN DE DIENSTVERLENING VAN DE BRANDWEER BREDA IN NIEUW-GINNEKEN: De Heer TEUNISSEN informeert of in de bijdrage van 28,per inwoner óók begrepen is de kosten van de hulp die Breda wil verlenen bij de opbouw van een eigen vrijwillige brandweer. De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt de stijging van de bijdrage van 12,50 tot 28,erg hoog te vinden. Zo'n stijging past eigenlijk niet in deze tijd. Het is hem echter duidelijk dat dit verband houdt met de gemeenschappelijke regeling drinkwatervoorziening. De Heer PLATZBEECKER zegt er in dit verband op te willen wijzen dat de re geling voor de brandweer voor 5 jaar geldt, die voor de watervoorziening echter 40 jaar. Verder herinnert hij er aan dat hij in het nabije verleden bij de behandeling van de bijdrage aan de stadsgewestelijke brandweer heeft gewezen op de 7%-norm die voor Breda gold en waarbij hij een analoge regeling voor Nieuw-Ginneken bepleitte. Hij vraagt of hier iets over bekend is. De VOORZITTER antwoordt aan de Heer Teunissen dat Breda heeft toegezegd mee te willen werken aan de opleiding van de eigen brandweer. Voor zover bekend zal die hulp kosteloos zijn. Ook zal hulp nodig zijn van de zijde van de stadsgeweste lijke brandweer, en daarin draagt Nieuw-Ginneken bij via de algemene kostenbijdrage Inderdaad is de verhoging van de bijdrage aan Breda door die gemeente gekoppeld aan de regeling drinkwatervoorziening. Alles in aanmerking nemende meent het College dat met de verhoging van de bijdrage accoord zou moeten worden gegaan. Het Stadsgewest heeft nog niet gereageerd op de door Nieuw-Ginneken naar voren ae- brachee mening dat een overeenkomstige verlaging van de bijdrage in de kosten van de stadsgewestelijke brandweer als voor Breda beoogd zou moeten plaats hebben. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agenda voor gesteld. De VOORZITTER constateert naar aanleiding van beide voorgaande besluiten, dat het geenszins zo is (zoals uit kranteberichten wel gedestilleerd kan worden) dal de verhouding Breda/Nieuw-Ginneken alsmaar slechter wordt, ook al geeft het stand punt wat de Raad op 8 januari ten aanzien van het bestemmingsplan R 58 heeft uitge sproken misschien aanleiding tot kritiek van bepaalde zijden. Het College meent dat er zakelijk gezien een goede verhouding met Breda bestaat. 9. VOORSTEL TOT BIJSTORTING OP AANDELEN BOUWFONDS ZUID-NEDERLANDSE GEMEENTEN N.V.: Op een vraag van de Heer BEEREPOOT antwoordt de VOORZITTER dat de gemeent.- uiteraard als aandeelhoudster invloed heeft op het bestuur van deze N.V. De Heer PLATZBEECKER vraagt of de volstorting van de aandelen toch niet betekent dat het Bouwfonds ten koste van alles ten alle tijde woningen mag gaan bouwen De VOORZITTER antwoordt dat dit geenszins het geval is. Dit zal van geval tot geval bekeken worden en het hangt natuurlijk ook af van de behoeften die er le ven onder de eigen bevolking. Het Bouwfonds richt zich op de bouw van gepremieëerde koopwoningen, niet op woningwetwoningen noch op de vrije sektor. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld De VOORZITTER schorst hierna de vergadering voor een korte pauze.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 55