-3- De VOORZITTER antwoordt dat het voorstel inzake de investeringen ad 500.000,is voorgekomen uit de ervaring die het schap heeft met begrotingswij zigingen. Herhaaldelijk komen er voorstellen voor investeringen op aan te leggen woonwagenkampen en voor de gemeenten gaat het dan om enkele dubbeltjes per inwoner. Wordt dit voorstel aanvaard dan betekent dit dat de gezamenlijke gemeenten budget tair de dekking verzekerd hebben van in het komende jaar te doene investeringen. Uitdrukkelijk blijft de bedoeling voor elke nieuwe aktiviteit de instemming van de Raden te vragen, maar dat behoeft dan dus niet meer te leiden tot discussies over de mogelijkheid zo'n investering qua dekkingsmogelijkheid te doen. Aanneming van dit voorstel betekent dus geenszins het verlenen van een carte-blanche: elke Raad zal zich toch over een voorgenomen investering kunnen uitspreken. De stijging van de gemeentelijke bijdrage is gevolg van de tijdelijke voorzieningen die vorig jaar getroffen moesten worden voor de woonwagenkampen in Breda aan de Lunetstraat en aan de Nieuwe Inslag. Voor definitieve locaties draagt het Rijk 95% bij, maar hier gaat het om tijdelijke kampen en vandaar de lagere rijksbijdrage. Voor definitieve locaties zoals in Teteringen wordt wél de hoge rijksbijdrage ont vangen. De Heer BEEREPOOT zegt er op te hebben willen wijzen dat niet te gemakke lijk accoord moet worden gegaan met het voteren van grote bedragen, ook al is de toeneming van de jaarlijkse exploitatielast niet zo bijzonder groot. Procentueel is de stijging van de jaarlijkse last toch vrij aanzienlijk, n.l. 36%, bij een stij ging van de gemeentelijke bijdrage van 7.000,tot 10.000, Bij iedere uitbreiding van aktiviteiten moeten de financiële consequenties toch wel erg goed overwogen worden. De VOORZITTER wijst er op dat Nieuw-Ginneken zelf óók een investeringsbe groting kent, waarbij in de gewone dienst een bedrag wordt gereserveerd voor toe komstige kapitaalsuitgaven. Dat betekent echter niet dat de Raad volmacht geeft tot het doen van investeringen: elke concrete investering wordt aan de Raad voorgelegd. Wat nu door het Woonwagenschap wordt voorgesteld is in wezen hetzelfde. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld. 6. VOORSTEL TOT INVOERING VAN EEN NIEUWE "OVERLEGVERORDENING" Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt deze Overlegverorde- ning conform het voorstel vastgesteld. Op grond van deze nieuwe verordening moet een derde raadslid als vertegenwoordiger worden aangewezen. De Heer PLATZBEECKER zegt de Heer H. van Gils hiervoor kandidaat te wille stellen De Heer VAN YPEREN zegt dat ook de Heer Teunissen voor deze functie be schikbaar is. De VOORZITTER merkt op dat voor het derde lid ook een plaatsvervanger moe worden benoemd. Hij adviseert de raadsleden op de stembriefjes met nummer 1te ver melden de persoon van de vertegenwoordiger en als nr. 2 de persoon van de plaats vervanger. Hierna laat hij overgaan tot schriftelijke stemming. De Heren DEN BROK en PAULUSSEN vormen met de VOORZITTER het stembureau. Na opening der stembriefjes blijkt dat zijn uitgebracht: 6 stemmen op de Heer H. van Gils als nummer 1, en eveneens 6 stemmen op de Heer Teunissen als nummer 1, één op de Heer Platzbeecker en één blanco. Over de keuze van een vertegenwoordiger is dus géén uitspraak gedaan. Evenmin over de keuze van de plaatsvervanger. De VOORZITTER laat overgaan tot een tweede stemming over de aanwijzing van de vertegenwoordiger, waarbij hij opmerkt dat degene die de minste stemmen be haalt dan zal zijn aangewezen als plaatsvervanger. Na opening der stembriefjes blijkt dat zijn uitgebracht op de Heer H. van Gils 7 stemmen en op de Heer Teunissen 6 stemmen, terwijl één stembriefje blanco is ingeleverd. Daar blanco stemmen bij het bepalen van de uitslag niet meetellen heeft de Heer H. van Gils met 7 van de 13 geldige stemmen de absolute meerderheid behaald, zodat hij als vertegenwoordiger is benoemd. De Heer Teunissen is aangewe zen als plaatsvervanger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 70