gemeente nieuw-ginneken
Raadsvergadering
3 april 1980
Agenda Nr. 2
Klass. nr. -1.777.811.222
Onderwerp:
Beroepsmogelijkheid tegen aanwijzing door Gedeputeerde
Staten met betrekking tot bestemmingsplan
"Verkeerswegen"
Ulvenhout, 19 maart 1980
Aan de Raad,
Naar aanleiding van een overweldigend aantal bezwaarschriften tegen de
vaststelling van het ontwerp-bestemmingsplan "Verkeerswegen" besloot Uw Raad d.d.
8 januari:
a. dat het belang van Nieuw-Ginneken vraagt dat Rijksweg 58 (gedeelte Bavel/
Rijsbergen) op haar grondgebied niet wordt aangelegd;
b. dat het noodzakelijk is, dat alsnog van rijkswege een onderzoek wordt inge
steld naar mogelijke alternatieven;
c. dat de procedure van het ontwerp-bestemmingsplan "Verkeerswegen" niet verder
wordt voortgezet.
Bij brief van 11 maart j.l. delen Gedeputeerde Staten Uw Raad mede dat
zij U verplichten op grond van artikel 37, lid 2, van de Wet Ruimtelijke Ordening
binnen 6 maanden na ontvangst van hun brief het bestemmingsplan "Uitbreidingsplan
in hoofdzaak", te herzien ten aanzien van die gronden welke begrepen zijn in het
op 10 september 1979 ter visie gelegd ontwerp-bestemmingsplan "Verkeerswegen". Op
grond van artikel 37, lid 3, van de Wet Ruimtelijke Ordening geven Gedeputeerde
Staten tevens een aantal aanwijzingen omtrent de inhoud van het bestemmingsplan.
Tegen deze aanwijzing van Gedeputeerde Staten kan binnen één maand be
roep bij de Kroon worden ingesteld. Gedeputeerde Staten verzoeken Uw Raad zo
spoedig mogelijk een beslissing te nemen omtrent dit recht van beroep. Tevens
willen Gedeputeerde Staten graag uiterlijk 1 mei a.s. worden geïnformeerd of U
bereid bent aan de verplichting tot herziening van het bestemmingsplan te vol
doen.
In de overwegingen van de commissie Algemene Zaken, op wier advies Uw
Raad tot het besluit van 8 januari 1980 kwam, is betrokken geweest een drietal
bestuurlijke maatregelen die zouden kunnen volgen op het betwiste besluit van
Uw Raad t.w.
1. een aanwijzing door Gedeputeerde Staten, op basis van artikel 37 van de Wet
Ruimtelijke Ordening, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeerswegen"
2. de vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeerswegen" door Gedeputeerde
Staten indien Uw Raad zou weigeren de sub 1 genoemde aanwijzing op te volgen;
3. een verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening om op basis van artikel 65 van de
Wet Ruimtelijke Ordening vrijstelling te verlenen van de voorschriften, deel
uitmakende van het geldende bestemmingsplan,t.b.v. de aanleg van Rijksweg 58.
De commissie Algemene Zaken besloot tot haar advies, daarbij te kennen
gevend dat het nemen van bestuurlijke maatregelen door Gedeputeerde Staten of
de Minister door haar werd voorzien, doch dat zulks niet verhinderde de negatie
ve opstelling ten opzichte van de vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeers
wegen"
De consequentie van het raadsbesluit van 8 januari j.l. is dan ook, dat
de aanwijzing door Gedeputeerde Staten als voren omschreven niet wordt opgevolgd,
als gevolg waarvan Gedeputeerde Staten kunnen overgaan tot het ter visie leggen
en daarna vaststellen van het bestemmingsplan "Verkeerswegen" waarin de aanleg
van Rijksweg 58 is begrepen.