-5-
tussen de gemeente met haar adviseur en de assuradeuren.
Begin 70-er jaren zijn de tekeningen van het complex overgelegd aan de
assuradeuren. Uit de correspondentie blijkt dat zij die hebben ontvangen en dat ze
dus op de hoogte konden zijn van de hele situatie. Ook de opdracht tot verzekering
in 1969 blijkt juist te zijn. In de polis komt uiteindelijk een omschrijving die
ruimte laat voor tweeërlei uitleg. De muur die in 1976 is aangebracht heeft bij
de brand inderdaad gefunktioneerd want de houten wanden aan de buitenkant zijn
tijdens de brand niet verbrand, slechts hier en daar aangebrand.
Hieruit blijkt dat tenminste sprake is van een verminderd brandrisico. De advokaat
van de gemeente is in overleg getreden met de assurantiemaatschappij die is opge
treden als bemiddelaar tussen de verzekeringsagent en de assuradeuren. Het College
heeft daarvan eerdaags verslag ontvangen en de conclusie daarvan luidt dat het mo
gelijk zou kunnen zijn dat een rechtsgeding moet worden gevoerd. Vandaar dit spoed-
voorstel waarmee het College niet heeft willen wachten tot 30 juni.
Intussen heeft het college via de advokaat een claim gedeponeerd bij de
Assurantiemaatschappijen tot uitbetaling van het bedrag inclusief rente. Het scha
debedrag benadert één miljoen gulden en het rentebedrag 10.000,per maand.
Inmiddels is van Gedeputeerde Staten goedkeuring ontvangen voor de herbouw, maar
daarvoor is geen geld beschikbaar omdat de gemeente dat nog van de assurantiemaat
schappijen moet ontvangen. Voor de leden van de Raad ligt vanaf morgen een dossier
over deze affaire ter inzage. Nu wordt voorgesteld in principe te besluiten tot het
voeren van een rechtsgeding tegen de Assurantiemaatschappij zelf, hetzij tegen de
bemiddelaar - de Assurantiecombinatie Nederland, hetzij tegen de verzekerings
agent - Westenburg Assurantiën te Breda. Er zijn dus drie mogelijkheden en het kan
ook nodig blijken twee rechtsgedingen aan te gaan.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt naar de inhoud van art. 177 van de
gemeentewet. Daarnaast verklaart hij zich tegenstander van haastwerk nu zich weer
een geval voordoet waarin snel besloten moet worden. Graag zou hij ook vernemen
hoeveel kans van slagen aanwezig is. Desalniettemin stemt hij in met het voeren
van een rechtsgeding.
De Heer BEEREPOOT geeft aan dat zijn fraktie ook geen voorstander is van
haastklussen. Zij acht dit echter een dermate belangrijke zaak dat zij daarmee
zondermeer akkoord kan gaan.
De Heer PLATZBEECKER spreekt zijn verwondering uit over het feit, dat voor-L
gaande sprekers stellen dat dit een haastklus is. Alle leden van de Raad waren
immers al lang geïnformeerd over de gang van zake rond de schade-afhandeling.
Namens zijn fraktie spreekt hij de hoop uit dat, gezien tegen de achtergrond van
het gemis van de Pekhoeve voor de Ulvenhoutse bevolking in het bijzonder en de
Nieuw-Ginnekense in haar geheel, het College succes zal boeken. Mocht dit niet zo
zijn dan vreest hij dat dit heel hard aan zal komen bij de bevolking. Hij wenst
daarom het College veel succes.
Ook de Heer TEUNISSEN zegt het voorstel graag te willen steunen.
De VOORZITTER spreekt uit dat ook het College geen voorstander is van
haastklussen, vandaar ook dat hij allereerst de motivatie van het College heeft
uiteengezet om dit voorstel nu te behandelen. In art. 177 van de gemeentewet wordt
de bevoegdheid van de Raad geregeld voor het voeren van rechtsgedingen, Burgemeester
en Wethouders zijn belast met de uitvoering van dat besluit. Over de kans van sla
gen waagt hij zich niet aan speculaties al geeft hij wel aan dat de advocaat van
de gemeente op geen enkele manier heeft laten blijken dat dit een kansloze zaak is.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN is met dit antwoord tevreden en wenst het
College succes. Ten aanzien van het haastwerk dacht hij ook eigenlijk in de rich
ting van hetgeen door de Heer Plètzbeecker is gesteld, maar waarom is dit punt dan
niet gewoon geagendeerd
De VOORZITTER repliceert dat daartoe 14 dagen eerder, bij het opstellen
van de agenda voor deze vergadering, geen aanleiding was. De direkte aanleiding
daartoe is de brief van de advocaat die eerst drie dagen geleden is ontvangen.
Het College zag zich toen geplaatst voor de keuze, nu in de Raad brengen of zes
weken wachten.
Het College kiest voor vanavond.
