van de startgrootte van de groepen niet mag leiden tot meer uitgaven dan in de begro ting 1981 voor Musische Vorming is vastgesteld. De verlaging van de grootte van 15 naar 10 is noodzakelijk om het instituut ook in de toekomst te kunnen laten functioneren. Het werkgebied van Musische Vorming is eer der iets ingekrompen dan toegenomen door vermelding van de straten in Breda die ge acht worden er ook toe te behoren. Er waren in het verleden ook cursisten van buiten de nu expliciet genoemde straten. Voor wat betreft het bepalen van de minimum-groeps grootte is dit dus zeker geen uitbreiding. Tot heden is het steeds gewoonte geweest bij de behandeling van de begroting kritisch te bekijken hoe het instituut functioneert. Wethouder VAN GILS is daarom van mening dat een uitspraak over het verlagen van de startgrootte tot 10 cursisten niet kan wachten tot de begrotingsbehandeling in decem ber. De cursussen starten half september, en het instituut mag door het uitstellen van een beslissing nu niet onthand worden. Wordt vastgehouden aan het getal 15, dan zal ongetwijfeld een groot aantal cursussen wegvallen. Gezien de positieve geluiden, die verschillende raadsleden zojuist over Musische Vorming hebben laten horen, meent de WETHOUDER dat dit niet de bedoeling kan zijn Musische Vorming zelf voelt er overigens ook niets voor om cursussen te laten starten met een te lage bezetting; er zijn cursussen waar een wachtlijst voor bestaat, en gelden die uitgespaard worden door een cursus met een te kleine bezetting niet van start te laten gaan kunnen dan beter besteed worden om cursussen met een wachtlijst te kunnen uitbreiden. WETHOUDER VAN GILS herinnert er verder aan dat hij in de Commissie Welzijn al geop perd heeft dat de Beheerscommissie zelf richtlijnen zou moeten ontwerpen voor split sing van groepen. Hetzelfde zou moeten gelden voor de vraag of een cursus al of niet moet stoppen. Met ingang van het nieuwe cursusjaar zal Musische Vorming een ander inschrijfformu lier hanteren, in die zin dat degenen die zich aanmeldt echt een overeenkomst sluit. De betaling van het cursusgeld zal dan gemakkelijker - als dat nodig zou zijn - af gedwongen kunnen worden. Op basis van het aantal cursisten dat zich aldus tot betaling verplicht heeft zal het opstarten van de cursussen plaats vinden. Als iemand tussentijds met een cursus stopt moet hij toch het cursusgeld voldoen. Zou zo'n cursus gestaakt worden wegens te grote terugloop van het aantal deelnemers dan zou ook het lesgeld terugbetaald moeten wor den aan hen die wél verder zouden willen gaan. Dat lijkt voor de gemeente een onvoor delige zaak. Het komt wethouder VAN GILS voor dat niet gewacht moet worden op het advies van de werkgroep Sociaal-cultureel werk. Dat zou enorme vertraging betekenen. Normaal zal 1 september de peildatum zijn voor het opstarten van een cursus; het zal echter nodig zijn de beheerscommissie de ruimte te geven zodat ook daarna met een cursus begonnen kan worden, bijv. per 1 januari. De Heer VAN TETERING vraagt of de bedoeling is in het bewuste gebied in Breda acquisitie te gaan plegen zonder overleg met die gemeente, en tevens waarom de situatie ten aanzien van het onderbezet zijn van cursussen niet eerder aan de Raad is voorgelegd. Wethouder VAN GILS antwoordt dat zeker niet de bedoeling is als het ware cursisten in Breda te gaan ronselen. Overigens is het zo dat Breda ook geen bericht geeft aan Nieuw-Ginneken wanneer op in die gemeente gegeven cursussen inwoners van Nieuw-Ginneken worden toegelaten. Breda krijgt geen bijdrage voor inwoners uit de gemeente die daar een cupsus gaan volgen, wanneer in Nieuw-Ginneken diezelfde cursus gegeven wordt. Ook het omgekeerde geldt. De beheerscommissie weirkt overigens al langer met een gemiddelde groepsbezetting van 15. Dit houdt in dat als een cursus 18 cursisten tèlt en een andere 12, aan dit ge middelde voldaan wordt en beide cursussen van start gaan. Het nu voorgestelde aan tal van 10 deelnemers minimaal is echter een absoluut minimum: een cursus zal niet van start gaan als er minder dan 10 deelnemers zijn. De Heer TEUNISSEN vraagt of de wethouder al bepaalde getallen kan noemen die zullen gaan gelden wil tot splitsing van groepen worden overgegaan. Wethouder VAN GILS antwoordt dat dit vol vertrouwen aan de beheerscommissie kan worden overgelaten. Het zal zeker op een verstandige wijze en binnen het raam van het ter beschikking staande budget geregeld worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 154