-12-
De Heer VAN TETERING vraagt aan de Voorzitter of de vergadering enkele ogen
blikken geschorst kan worden voor intern overleg van de fractie.
De VOORZITTER zegt, alvorens op dit verzoek in te gaan, dat het College het
een goede zaak vindt dat er yóór de behandeling van de gemeentebegroting en dus ook
vóór de behandeling van de begroting van Musische Vorming een gesprek komt tussen de
gemeenteraad en de beheerscommissie. Dan zal antwoord kunnen worden gegeven op alle
vragen die er bij de Raad ten aanzien van Musische Vorming leven.
Hierop schorst hij de vergadering voor enkele minuten.
Na heropening merkt de Heer VAN TETERING op dat hij voorop wil stellen dat
hij Musische Vorming een zeer goed hart toedraagt. Het is zeker niet de bedoeling
van de fractie om het onderdeel beeldende sector, waar het nu in feite om gaat, de
nek om te draaien. Wellicht zijn er wat kritische vragen gesteld. Maar de Heer VAN
TETERING meent dat dit nodig is om tot een juiste oordeelsvorming te komen.
Mede gezien de toezegging van de Voorzitter dat het College een bijeenkomst Raad-
Beheerscommissie zal organiseren wil zijn fractie nu accoord gaan met het voorstel
van het College. Wel zou zijn fractie graag een beleidsnota van de Beheerscommissie
ontvangen waaruit blijkt hoe zij denkt over het toekomstig functioneren juist van de
poot Beeldende vorming.
Wethouder VAN GILS zegt verheugd te zijn over hetgeen de Heer Van Tetering
heeft gezegd. De vraag om een beleidsnota te maken zal aan de beheerscommissie wor
den doorgespeeld.
Na deze uitvoerige gedachtenwisseling gaat de Raad zonder hoofdelijke stem
ming accoord met het voorstel van het College.
13. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERGOEDING VAKONDERWIJS OVER HET JAAR 1980 TEN
BEHOEVE VAN DE BIJZONDERE GLO-SCHOLEN IN DEZE GEMEENTE:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
14. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING TOT (le) WIJZIGING VAN DE ALGEMENE
POLITIEVERORDENING VOOR DE GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN VAN 1978:
De Heer VAN YPEREN zegt er van overtuigd te zijn dat een groot deèl van
de bevolking geen naaktrecreatie wil. Gemeentebelangen Bavel heeft al lang betoogd
het College te steunen in zijn poging die naaktrecreatie in te dammen. Daarom is
zijn fractie met de nu voorgestelde verandering niet gelukkig, al geeft zij toe dat
het getuigt van realiteitszin nu het Openbaar Ministerie in zulke gevallen niet meer
tot vervolging overgaat. Anderzijds vreest de Heer VAN YPEREN dat deze wijziging
van de A.P.V. er toe zou kunnen leiden dat het gehele gebied van de Galderse Meren
tot domein van de naaktrecreant wordt, en misschien de oevers van de Mark, enz.
Daarom zou hij willen voorstellen toch een beperking in het bewuste artikel te laten
staan, n.l. te bepalen dat naaktrecreatie alleen mag op door de Raad aangegeven plaat
sen. In dit verband wijst hij op de regeling die zeestrandgemeenten hebben getroffen
door een bepaald gebied aan te wijzen voor de naaktrecreatie.
De Heer VAN GESTEL merkt ten aanzien van de voorgestelde wijziging inzake
de ophokplicht voor duiven op dat indertijd deze plicht is ingesteld op verzoek van
de landbouworganisaties. Nu komt er een schrijven van de duivenvereniging Nieuw-
Ginneken om die ophokplicht een uur korter te doen zijn, maar waarom is hierover
geen overleg gepleegd met de landbouworganisaties
De VOORZITTER antwoordt aafi de Heer Van Yperen dat de praktijk is dat de
naaktrecreatie zich afspe.elt op een bepaald gebied bij de Galderse Meren. Een beper
king zoals de Heer Van Yperen die wil, nl. toelaten op een bepaalde plaats en overal
elders verbieden, zal noch door O.M. noch door de rechter geaccepteerd worden.
Gewild of ongewild, er is een maatschappelijke ontwikkeling dat naaktrecreatie toe
neemt en getolereerd wordt. Het vervolgingsbeleid van de Officier van Justitie en
het veroordelingsbeleid van de rechter houden hier rekening mee.
De Raad zou zo'n beperking in de A.P.V. kunnen opnemen, maar wat de Heer Van Yperen
beoogt zal daardoor niet bereikt worden. De ervaring bij de Galderse Meren is ove
rigens dat naaktrecreanten zich inderdaad beperken tot dat gedeelte wat voor hen
gereserveerd is. Als zij zich buiten dat deel zouden begeven, is maar de vraag hoe
O.M. en rechter zullen reageren.