- 4 - ieder geval per gemeente één lid moet zijn van het College van B. en W. Ons College is verder van mening dat de bestaande bestuurscommissies van het Stadsgewest gehandhaafd moeten blijven; wel kan het instem men met vermindering van het aantal commissies van advies en bijstand tot twee. 35 en36: Ons College is van mening dat elk stadsgewestraadslid enerzijds ver antwoordelijkheid draagt in zijn kwaliteit van vertegenwoordiger van een gemeente, en anderzijds óék een zekere verantwoordelijkheid draagt tegenover het totaal van het stadgewest. Ons College is van mening dat de leden van de stadgewestraad in ter ritoriale fracties zouden moeten samenwerken, althans "in" moeten zijn voor samenspraak in dit territoriale verband, zoals dat overigens reeds jarenlang praktijk is. Een politieke afspiegeling op basis van vrijwillige afspraken lijkt ons nauwelijks realiseerbaar. Wat te denken van de vele plaatselijke lijsten in de kleinere gemeenten ter wijl binnen een lijst vaak verschillende landelijke politieke stro mingen herkenbaar zijn? Be "verfijnde formule" van de voormalige agglomeratie Eindhoven spreekt ons daarom in het geheel niet aan» Overigens verdraagt naar onze mening politieke afspiegeling zich niet met het forum van verlengd lokaal bestuur, wat het stadsgewest in feite is. 37.: politieke fractievorming lijkt ons niet gewenst. Het leidt onherroepe lijk tot een grotere afstand tussen stadsgewest en gemeenten. Verdere studie hierover achten wij daarom overbodig. Een gewest zien wij niet als regionaal politiek platform. Zou men een samenstelling van de stadsgewestraad voortaan op basis van de diverse landelijke politieke schakeringen, dan lijkt ons dit alleen te ver wezenlijken via rechtstreekse verkiezingen. Daarmede zou dan tevens echter de zozeer gevreesde vierde bestuurslaag als het ware meteen een feit zijn. Verder merken wij nog het volgende op: de bepleite naamsverandering van de "bestuurscommissie gezondheidsdienst" in "bestuurscommissie gezondheidszorg" ontmoet bij ons College geen bezwaar. Ook kunnen wij er mede akkoord gaan deze commissie te betrekken bij de gedachten- vorming over de milieutechnische advisering. Wat de woonwagenzorg betreft wordt gespeeld met de gedachte dat het Woonwagenschap zou opgaan in het Stadsgewest; het initiatief daartoe zou dan echter van het Schap moeten uitgaan. Voorlopig kan de ontwikkeling terzake wor den afgewacht. Wij hebben getracht in het vorenstaande een beeld te geven op het functioneren van het Stadsgewest Breda momenteel en in de (naaste) toekomst. Het D.B. zou graag het standpunt van de raden van de deelnemende ge meenten over de in de aanhef genoemde Nota vernemen. Wij stellen U voor in te stemmen met hetgeen wij hiervéér hebben ge zegd en waarover de commissie Algemene fen Juridische Zaken zich positief heeft uitgesproken. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN, De Secretaris, De Burgemeester, B.M. van Oers. I.e. M. van de Ven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 173