Voor Terheijden ligt dat bedrag kennelijk op 12.000,— waarbij die gemeente het nog van
het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gedaan heeft gekregen, dat een
klein bedrag voor rekening van het Rijk wordt genomen, waardoor het bedrag uitkomt op
15.625,—. Iedere gemeente maar ook het schap is vrij deze norm te overschrijden maar
moet de consequenties daarvan zelf dragen. Een derde norm van de laatste jaren is dat de
standplaatsen binnen de bebouwing moeten worden gerealiseerd, althans binnen 200 meter.
Als een gemeente desondanks zijn standplaatsen op grotere afstand van de bebouwde kom
realiseert, impliceert dit dat de kosten van bouwrijp maken hoger komen te liggen dan voor
woningwetwoningen, alleen al door de langere aanvoerleidingen voor nutsvoorzieningen. Het
Woonwagenschap Breda koopt de grond van de gemeenten voor de in die gemeenten normale
kavelprijs voor woningwetwoningen. Daardoor zijn de meerdere kosten per standplaats,
15.000,— ,voor rekening van de gemeente Terheijden. Ook Nieuw-Ginneken moet met die
consequenties rekening houden als het woonwagenpark te ver van de kom zou worden aangelegd.
Bij punt r vraagt de Heer VAN TETERING of het mogelijk is dat per fraktie een copie beschik
baar wordt gesteld van de hier ter inzage liggende aanvraag om subsidie op grond van de
rijksbijdrageregeling. Dit speciaal met het oog op het werk in de werkgroep Sociaal Cultureel
Werk.
Wethouder J. VAN GILS zegt toe dat per fraktie, die daar belangstelling voor heeft, een
copie beschikbaar gesteld zal worden. Hij vraagt dit op te geven aan het hoofd van de be
treffende secretarie-afdeling, de Heer van Oers, die vanavond optreedt ais plaatsvervangend
secretaris.
Daarna worden de stukken zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen.
3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING 8e WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN AMBTENAREN-
REGLEMENT VAN DE GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
k. VOORSTEL TOT VASTSTELLING 9e WIJZIGING ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT.
De Heer WILLEMSEN vraagt om verduidelijking van hetgeen in het voorstel wordt gesteld
over nader door de Raad te stellen regels.
Wat is hiervan in de toekomst te verwachten en waarom treedt deze regeling in werking
met terugwerkende kracht tot 1-1-1981, heeft zich misschien al een geval voorgedaan?
De VOORZITTER geeft aan dat deze wijziging van het ambtenarenreglement wordt vastgesteld
op advies van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke
personeelsaangelegenheden. De reden daarvan is dat de ambtenaar o.a. door de Wet Open
baarheid van Bestuur in een steeds kwetsbaarder positie is geraakt en daarom de mogelijk
heid moet hebben zich in het openbaar te verweren.
Veel ervaring is daar, ook landelijk, nog niet mee opgedaan. Daarom wil het College wachten
met stellen van nadere regels tot de situatie zich voordoet. Daarbij is het de vraag of er
überhaupt nadere regels nodig zullen zijn maar als ze nodig mochten blijken dan moet de
Raad ze vaststellen. Er heeft zich in Nieuw-Ginneken nog geen geval voorgedaan maar het
College wil toch deze wijziging met terugwerkende kracht tot 1 januari 1981 laten ingaan
omdat dat zo in de aanbeveling van het Centraal Bureau staat en het College conformeert
zich daaraan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT VASTSTELLING le WIJZIGING VAN DE "VERGOEDINGSREGELING"
VRIJWILLIGERS BIJ DE GEMEENTELIJKE BRANDWEER 1980-H".
De Heer WILLEMSEN meent dat er een groot verschil is in de vaste vergoeding die ingevolge
artikel 2, lid 2 wordt toegekend aan de adspirant-onderbrandmeester en de echte onderbrand
meester.
Bovendien krijgt deze er per 1 juli maar 5,— bij ten opzichte van 1 januari terwijl dat
voor de overige rangen 10,— tot 15,— is.
De VOORZITTER kan hierop geen pasklaar antwoord geven en zegt toe een en ander te zullen
laten uitzoeken zodat bij de volgende wijziging zonodig een correctie kan worden aangebracht.
Staande de vergadering gaat dit niet, omdat ook deze wijziging wordt doorgevoerd op voor
stel van een Centraal Bureau waarbij landelijke normen worden gehanteerd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda voorgesteld.
6. VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET HET VOORNEMEN VAN HET STADSGEWEST BREDA
TOT INSTELLING VAN OVERLEGORGANEN TEN BEHOEVE VAN ZIJN PERSONEEL.
Zonder beraadslaging of hoofdeiijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.