9. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN: 1. LEGESVERORDENING 1982; 2. VERORDENING GRAF- EN BEGRAAFRECHTEN NIEUW-GINNEKEN 1982; 3. 4e WIJZIGING VERORDENING MARKTGELDEN 1977. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld. 10. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 2e WIJZIGING VAN DE VERORDENING HONDENBELAS TING NIEUW-GINNEKEN 1978. Dë heer VAN DER WESTERLAKEN zegt steeds meer moeite te hebben met de verhoging iedere keer opnieuw van de hondenbelasting. Dat roept bij hem een aantal vragen op. Staat de opbrengst van deze belasting nog wel in verhouding tot de kosten die gemaakt moeten worden voor de inning? Wordt met de opbrengst iets ge daan om de vervuiling die door de honden ontstaat tegen te gaan? Wordt er buiten de jaarlijkse publikatie in de gemeentekrant genoeg aandacht besteed om vervuiling van straten en gazons tegen te gaan. Treedt de politie daar wel tegenop? En ten slotte, worden door deze maatregel geen mensen getroffen die juist een hond hebben om hun eenzaamheid te verdrijven? Het zijn vaak eenzame mensen, invaliden en ouden van dagen die in een hond een goede metgezel hebben. Is het niet te rechtvaardigen dat ook andere huisdieren worden belast die overlast bezorgen. Hij denkt daarbij o.a. aan katten die langzamerhand een plaag beginnen te vormen. Hij gelooft niet dat met name de vervuiling is tegen te gaan door verhoging van deze belasting. De heer TEUNISSEN zegt dat zijn fraktie niet zo'n probleem heeft met deze belastingverhoging tot 30,en een totaalopbrengst van 40.000,Zij zou het niet op zijn plaats vinden als daarvoor andere posten verhoogd zouden moeten worden. Bijvoorbeeld een verhoging van de reinigingsrechten met 15, per container zou door de fraktie van de hand gewezen worden. Wethouder VAN GILS attendeert erop dat het College al een keer het advies van de commissie Welzijn heeft ontvangen om deze belasting fors te verhogen. Dat heeft er bij het College niet toe geleid een dergelijk voorstel aan de Raad te doen De VOORZITTER wijst erop dat ook het College al meermalen heeft betoogd dat de hondenbelasting op zichzelf geen moderne belasting is. Het is een belasting die historisch is gegroeid en die op dit moment zeker niet meer ingevoerd zou worden. Het College streeft ernaar de baten en lasten van deze belasting in even wicht te houden. Er zijn echter grenzen aan de hondenbelasting. Inderdaad betekent een hond voor een groot aantal mensen meer dan alleen maar een huisdier. Het College meent echter dat de grenzen van deze belasting met deze verhoging nog niet zijn bereikt. Het is zich ook bewust dat het niet de vrijheid heeft om te komen met een verhoging tot 50,en meer. Het College weet ook dat daarmee de vervuiling niet is tegen te gaan omdat dat een kwestie van fatsoen en beschaving is van de eigenaar. Het College doet in deze wel aan publiciteit maar het betwijfelt ook of dat veel uithaalt. Regelmatig wordt in de plaatselijke blaadjes de aandacht gevestigd op de plicht bevuiling te voorkomen. Wellicht dat de economische recessie van dit ogenblik meer mensen dwingt hun hond af te schaffen omdat hij te duur wordt. Voor de politie zijn er maar zeer beperkte mogelijkheden om op de vervuiling door honden te letten. Alleen bij constatering in aanwezigheid van de baas kan daartegen worden opgetreden waarbij bedacht moet worden dat een enkel proces verbaal ook geen zoden aan de dijk zet. Bij de beoordeling van verdere belastingverhoging zal de sociale factor van huisdier en vriendschap zeker worden meegenomen. Het College zegt nu nog niet dat volgend jaar de belasting weer verhoogd zal moeten worden maar vindt ook dat de grens nu nog niet bereikt is. Waar die grens eigenlijk wel ligt is ter beoordeling aan de Raad. Hoewel de heer VAN DER WESTERLAKEN graag bewaart wat historisch is vraagt hij zich in dit geval toch af waar de grenzen liggen. Het wordt naar zijn mening zachtjes aan tijd te stoppen met het steeds maar verhogen van deze belasting en dat speciaal tegen de sociale achtergrond zoals door hem belicht. Nadat de heer TEUNISSEN er nog op heeft gewezen dat er wel meer belastingen worden geheven die niet meer van deze tijd zijn wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 267