-3-
Hij vraagt zich danook af of het geen zin heeft nieuwe richtlijnen te stellen om
daaraan de begroting te toetsen.
De heer TEUNISSEN is blij dat de begroting 1982 ongeveer op het niveau
van de begroting 1981 is gebleven. Er zijn al zoveel vragen te beantwoorden dat
hij daar geen nieuwe aan wil toevoegen.
De heer VAN DER WESTERLAKEN spreekt tot zijn voldoening uit dat nu einde
lijk een halt is toegeroepen aan de steeds maar stijgende kosten van het Stads
gewest. Met de heer Platzbeecker vraagt hij zich af wat de preventietaak van de
Stadsgewestelijke Brandweer gaat inhouden en wat deze taak zal gaan kosten. Daar
naast vraagt hij zich af waar het nadelig saldo, bijna 4 1/2 ton, van het hoofstuk
Algemene Gezondheidszorg vandaan komt. Bij het onderdeel Jeugd-gezondheidszorg
vreest hij, door vermindering van het aantal jeugdartsen en vermeerdering van
andere functionarissen, voor een verbureaucratisering
De VOORZITTER bevestigt dat de begroting met bijlage niet alleen een
omvangrijk stuk is maar de aandacht die de Raad daaraan besteedt duidt aan dat
het ook een belangrijk stuk is. De heer Willemsen vraagt wat afschaffing van de
vergoeding voor full-time bestuurders inhoudt. Het College is nog niet op de hoogte
van hetgeen het Dagelijks Bestuur concreet gaat voorstellen. Op zichzelf is het
natuurlijk een merkwaardige zaak dat een vergoeding wordt gegeven voor werk dat
een voortvloeisel is van iemands eigenlijke taak. Van de andere kant brengt het
optreden als D.B.-leden van het Stadsgewest zoveel werk met zich mee dat daaraan
nogal wat avond- en weekenduren besteed moeten worden. Voor degenen die het werk
van de huidige D.B.-leden een beetje kunnen volgen is duidelijk dat de vergoeding
die daarvoor wordt genoten een fooi is. Dus op zichzelf is het vraagstuk van de
vergoeding al een hele discussie waard. Een full-time bestuurder is iemand die
zijn hoofdinkomen verwerft uit het bestuurschapVoorbeelden daarvan zijn de burge
meesters maar ook de wethouders in gemeenten als Breda en Oosterhout.
De Stadsgewestraad heeft het nodig geoordeeld bij de Stadsgewestelijke
Gezondheidsdienst een epidemioloog aan te stellen. Deze taakuitbreiding vormt een
uitzondering op de nota "De bakens verzet". De aan te stellen functionaris zal
op basis van vergelijkend en statistisch onderzoek met zijn algemene kennis van
de Gezondheidszorg conclusies trekken ten aanzien van de vatbaarheidskansen voor
ziekten van bepaalde bevolkingsgroepen. Op basis van deze conclusies worden door
hem voorstellen gedaan voor een preventief beleid. Dit is een wezenlijke taak van
een Gewestelijke Gezondheidsdienst zoals ook vastgesteld in de Gezondheidswet.
Het tekort van 440.000,op de Stadsgewestelijke Gezondheidsdienst is als zo
danig een normale zaak voor een verzorgingsinstituut dat op non-profit basis werkt.
Naar de efficiënte werkwijze van dit grootste instituut van het Stadsgewest, waar
honderden mensen onder ressorteren, zal in opdracht van het D.B. een onderzoek
worden ingesteld. Zo is in de Jeugdgezondheidszorg veel werk te verrichten voor
verpleegkundigen door het toepassen van een andere methodiek waardoor minder jeugd
artsen nodig zijn. Een stuk efficiëncy waardoor geen hoogwaardig personeel wordt
ingezet op punten waar dit niet nodig is. De Jeugdgezondheidsnota is pas uit en
zal waarschijnlijk door het Dagelijks Bestuur aan de gemeenteraden in het Stadsge
west worden aangeboden ter bediscussiëringIn deze zeer interessante nota wordt
het beleid ten aanzien van de Jeugdgezondheidszorg opnieuw geëtaleerd.
Door het aflopen van het contract met de ambulance-dienst Bruins in Oos
terhout komen 61/2 verpleger op non-actief. Naast wachtgeld is er voor deze perso
nen misschien het alternatief om middels een dienstverleningsovereenkomst als ver
pleger bij een van de ziekenhuizen in de regio te worden geplaatst.
Al enige jaren probeert het Stadsgewest de Gezondheids Voorlichting in
het Onderwijs te realiseren. Het Stadsgewest heeft daartoe een aantal G.V.O.-func
tionarissen in dienst, die op verschillende gebieden werkzaam zijn. Zij proberen
een stuk preventieve voorlichting te brengen bij die bevolkingsgroepen die het
concreet aangaat, met name via het onderwijs.
Het is een gelukkige omstandigheid dat met de gemeente Breda overeenstem
ming is bereikt over de 7%-regeling bij de Stadsgewestelijke Brandweer. Deze rege
ling houdt een gelijke verdeling van kosten in over alle inwoners binnen het stads
gewest. Alleen voor de preventietaak heeft Breda een uitzondering gemaakt omdat
deze gemeente daarvoor eigen beroepspersoneel in dienst heeft. Voor de brandbe-