-8-
Het eerste deel is het treffen van maatregelen in het belang van de veiligheid
en het milieu. Daarnaast is er in de afgelopen zomer een toiletgebouw gebouwd.
De heer Willemsen heeft destijds nog gevraagd of dat nog uit het eerste krediet
kon. Dat was niet het geval maar vanwege de geringe kosten en de aanwezige nood
zaak daartoe is toen besloten daaraan mee te doen. Het derde deel van het voorstel
omvat het beschikbaar stellen van een krediet voor het maken van een plan. Daar
is in de commissies Financiën en Welzijn uitbreid over gesproken. De conclusies
die daarbij zijn getrokken zijn door het College overgenomen en zijn hier min of
meer door de heer Beerepoot verwoord. De gemeente Nieuw-Ginneken vindt het toch
beter betrokken te blijven bij de studie omtrent wat er gaat gebeuren bij de Galderse-
Meren, dan langs de kant te staan. De Galderse Meren moet een kleinschalig regio
naal project blijven. Het College vindt dat het programma van eisen, zoals in de
nota neergelegd, voldoende waarborgen in zich houdt dat dat ook zal gebeuren.
Het plan "Galderse Meren" zal nooit tot een grootschalig recreatie-object mogen
uitgroeien. Het College is het ook met het advies uit de beide commissies eens
dat de positie van Nieuw-Ginneken opnieuw moet worden bepaald als het plan er is.
Dat geldt ook voor Breda. Het zou kunnen zijn dat uit de bij het opgestelde plan
behorende kostenraming blijkt dat verder door-gaan met het plan voor Nieuw-Ginneken
financieel onhaalbaar is. Het College hoopt dat niet maar het zou kunnen. De op
merkingen van de heer van der Westerlaken liggen in hetzelfde vlak, vorig jaar
wat, dit jaar 10.000,volgend jaar weer wat. Daarom juist pleit het College
ervoor betrokken te zijn bij het nu op te stellen eindplaatje. Zodanig dat Nieuw-
Ginneken daarbij een eigen inbreng en invloed kan hebben. De heer Paulussen wil
het project beperkt houden tot alleen regionale betekenis. Dat ligt ook vastgesteld
in de doelstellingen van de nota. Ben andere doelstelling is dat het project vrij
toegankelijk moet zijn. Het is dar uiteraard niet mogelijk mensen uit Rotterdam
en de Randstad terug te sturen. Ei wordt danook in de nota geconstateerd dat er
bezoek vanuit de Randstad komt. Het woon- en leefmilieu van de omgeving mag inderdaad
geen ernstige hinder ondervinden vin recreatieverkeer van en naar de Galderse Meren.
Het College zal erop toezien dat m.t dit facet rekening wordt gehouden, al zal
er wel altijd van enige overlast sprake zijn.
De heer VAN DER WESTELAKEN haakt hierop in door te vragen dit toe te
voegen aan het programma van eisen
Wethouder VAN GILS zegt toe aan de Nieuw-Ginnekense vertegenwoordigers,
in de ambtelijke werkgroep die de opdracht moet formuleren, de opdracht mee te
zullen geven dat de toegankelijkheid van het project zo goed mogelijk moet worden,
zonder dat dit een meer dan normale belasting oplevert voor het woon- en leefmilieu
in Nieuw-Ginneken. Naar het oordeel van het College levert het geen bezwaar op
nu al een plan op te stellen waarb. j rekening wordt gehouden met zandwinning die
noodzakelijkerwijs nog moet plaats inden. De gedachte van de heer Beerepoot om
de kosten van het recreatiegebeure- onder te brengen in de zandprijs is op zich
nog niet zo slecht, maar het is kennelijk niet gebeurd. De WETHOUDER gelooft dat
dat op meerdere plaatsen wel gebeurt of is gebeurd.
Ten aanzien van de niet beantwoorde vragen van de heer Willemsen antwoordt
de VOORZITTER. Hij verwijst daarbij naar bladzijde 1 van het voorstel, middenin
waar het College zegt:"Indien Uw Raad zich met het treffen van de subsidiabele
voorzieningen kan verenigen, dan zullen wij met de gemeente Breda nader in contact
treden omtrent de wijze en het tijdstip van uitvoering". In april heeft het College
al gezegd, "Wij komen daarop terug". Dit naar aanleiding van een aantal technische
vragen die het College nu nog in portefuille heeft. In deze vergadering gaat het
om het principebesluit. Het College moet met Breda nog overleg plegen over de
concrete uitvoering. Bij die gelegenheid zullen derhalve de zaken die de heer
Willemsen in april aan de orde heeft gesteld meer zaken om de hoek komen kijken.
Het College zal op deze detailvragen terugkomen op het moment dat met Breda overleg
is gepleegd.
De heer WILLEMSEN ervaart dit als een teleurstelling. Als nu A wordt
gezegd zal de Raad straks ook B moeten zeggen. Daarom is hij in eerste instantie
ook niet inhoudelijk op het voorstel ingegaan. Hij heeft bezwaar tegen de hier
gevolgde procedure. De toezegging die indertijd is gedaan, bij de indiening van
een raadsvoorstel de gestelde vragen te beantwoorden en de gestelde problematiek
becommentariëren, is niet gestand gedaan.