OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKENGEHOUDEN OP
DONDERDAG 10 DECEMBER 1981, TE 19.00 UUR TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig: Alle leden van de Raad, te weten:
DRSA.J. BEEREPOOT, C.M. DEN BROK, A.J. VAN DUN, A.J.J. VAN GESTEL,
H.M.C.J. VAN GILS, J.H. VAN GILS, F.L.M. PAULUSSEN, H.H.M. PLATZBEECKER
J.A. ROPSB.P. VAN TETERING, P.H.M. TEUNISSEN, C.J. VERKOOIJEN, J.C.
VAN DER WESTERLAKEN, W.CH. WILLEMSEN en P. VAN YPEREN
VOORZITTER: DRS. M.J.H. VAN DE VEN;
SECRETARIS: MR. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet
iedereen hartelijk welkom bij deze eerste begrotingsvergadering. Alvorens met de
algemene beschouwingen een aanvang gemaakt kan worden moet nog een normale agenda
worden afgewerkt, hij stelt daarom aan de orde.
1. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN 6 OKTOBER EN 3 NOVEMBER 1981.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van 6 oktober 1981 onge
wijzigd vastgesteld.
De Heer WILLEMSEN is van mening dat in de notulen van 3 november 1981,
bladzijde 4 - 15e regel van boven, het besprokene niet geheel juist is weergegeven.
Hij vraagt zich af of in deze zin met "voorzitter" wordt bedoeld de voorzitter
van de Raad of dat hijzelf ergens voorzitter van is geworden.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat het besprokene wel juist is weerge
geven maar de formulering kan aanleiding tot verwarring geven. De betreffende zin
zal worden gecorrigeerd als volgt:"De voorzitter stelt dat deze voorlichting vooral
via de scholen loopt maar spreker ziet daar in het basisonderwijs jaarlijks maar
vier of vijf stenciltjes van."
Hierna worden deze notulen zonder hoofdelijke stemming verder ongewijzigd
vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Naar aanleiding van de onder k ter inzage gelegen begroting en het jaar
verslag van het Dekenaat van Breda vraagt de Heer ROPS of het mogelijk is in het
vervolg ook inzage te krijgen van de begroting en dergelijke van de Schooladvies-
en Begeleidingsdienst Breda (S.A.D.).
Wethouder VAN GILS antwoordt hierop dat dit bij hem geen bezwaar ontmoet,
voorzover di'e aanwezig is anders zullen de betreffende stukken worden opgevraagd.
Hierna worden de ter inzage gelegde stukken zonder hoofdelijke stemming
voor kennisgeving aangenomen.
3. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE "1e WIJZIGING VAN DE VERORDENING ONROEREND-
GOEDBELASTING 1979".
De Heer TEUNISSEN zegt dat zijn fraktie het een positieve zaak acht dat
het College de totaalinkomsten niet heeft verhoogd. Gemiddeld zullen dus de lasten
niet verzwaard worden. Hij zou graag een toelichting ontvangen over de wijze waarop
bijvoorbeeld de huurwaarde van een winkelpand of een bedrijfsruimte is bepaald.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN vindt dat er hier en daar erg grote verschillen
zijn met de vorige taxatie van Bouwtoezicht West-Brabant in 1976, bijvoorbeeld
ook onverklaarbare geschillen tussen panden van gelijke ouderdom; hij meent ook
dat verschillende eigenaren blij zouden zijn wanneer zij voor hun pand zouden
kunnen krijgen waarvoor het is getaxeerd.
De Heer WILLEMSEN stelt vast dat de netto-opbrengst van deze onroerend-
goedbelasting bij de nieuwe tarieven ongewijzigd blijft. In de commissievergadering
heeft hij gevraagd of er bepaalde verschuivingen waren tengevolge van deze her
taxatie. Deze waren er wel, maar de taxateur kon niet aangeven in welke richting.
Hij vraagt zich daarom af of deze hertaxatie geen zonde is geweest van het uit
trokken krediet?