-3-
De Heer H. VAN GILS zegt dat ook zijn fraktie akkoord kan gaan met het
voorstel van het College. Hij vraagt zich wel af of voor een verhoging van meer
dan 4% toestemming gevraagd moet worden? Zijn tweede vraag is of het College streeft
naar een geleidelijke verhoging van het dekkingspercentage tot 80%.
De Heer TEUNISSEN stelt dat de fraktie Gemeentebelangen Bavel wel begrip
kan opbrengen voor deze verhoging van 63,naar 70,Zij tekent daarbij
aan dat dit een verhoging van 16% in twee jaar tijd betekent en verzoekt het College
in het vervolg dergelijke forse verhogingen niet meer toe te passen.
Zijn fraktiegenoot de Heer VAN YPEREN vraagt zich af waarom in de con
cept-verordening niet vermeld staat dat het ophalen van groot-vuil gratis is. Het
tarief voor tuinvuil staat wel vermeld.
De VOORZITTER verklaart dat het College in algemene zin voorstander is
van het profijtbeginsel. Het dekkingspercentage van de reinigingsrechten wordt
in dit voorstel opgetrokken van 64 naar 68%. Het is in het maatschappelijk verkeer
normaal dat wordt betaald voor de diensten die men krijgt. In Nieuw-Ginneken is
dat ten aanzien van de reinigingskosten in het verleden niet nodig geweest. Nu
de nood aan de man komt acht het College het een goede zaak bronnen aan te boren
om de begroting dekkend te maken. Het College kiest daarbij primair voor een ver
hoging van tarieven van aanwijsbare diensten in plaats van een algemene belasting
verhoging. Als er in de komende jaren weer tekorten dreigen te ontstaan dan zal
het College weer voorstellen deze tarieven te verhogen, al wil het College niet
op voorhand zeggen te streven naar een dekkingspercentage van 100%. Binnen het
door de Minister toegestane Tarievenbeleid zijn de reinigingsrechten over 198.1
met 5% verhoogd en wordt voor 1982 een verhoging van 4% voorgesteld. Daarboven
vindt een verhoging van 7% plaats omdat daaraan een direct aanwijsbare kostenfactor
is verbonden waarvoor geen toestemming hoeft te worden gevraagd.
Wethouder VERKOOIJEN antwoordt dat het ophalen van grofvuil niet in de
verordening is opgenomen omdat dit gratis is.
De SECRETARIS bevestigt dat in een belastingverordening alleen mag komen
te staan wat iemand moet betalen. Wat niet is vermeld kost niets.
De Heer VAN YPEREN meent dat het hier gaat om een recht van de burger
waartoe de Raad heeft besloten en deze rechten dienen in een besluit te zijn om
schreven
De VOORZITTER antwoordt dat dit recht wel is omschreven in een besluit
van de Raad toen deze dit besluit enkele jaren geleden nam maar het kan niet in
de belastingverordening worden opgenomen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT HERNIEUWDE VASTSTELLING VAN DE VERORDENING OP DE KEURINGSDIENST
VAN SLACHTDIEREN EN VAN VLEES IN DE GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN.
De Heer WILLEMSEN vraagt aandacht voor bladzijde 3 van de ontwerp-ver-
ordening, artikel 14, 1e lid waar staat dat het aan anderen dan de met keuring belaste
ambtenaar verboden is, op grond van een reeks artikelen van de wet, de aangebrachte
merken geheel of gedeeltelijk te verwijderen. Het 2e lid van dat artikel zegt
echter dat het in bepaalde omstandigheden wel mag. Dat valt volgens spreker niet
te rijmen.
Wethouder VAN GILS meent dat het zeer logisch is wanneer het goedkeurings-
stempel wordt verwijderd voor consumptie.
De Heer WILLEMSEN gelooft dat er twee stempels zijn, goedgekeurd en af
gekeurd. Dat het toegestaan zou zijn het afkeuringsstempel te verwijderen komt
hem toch onwaarschijnlijk voor.
De Heer ROPS denkt dat dit 2e lid mogelijk kan slaan op vlees van nood-
slachtingen wat via de vrijbank wordt verkocht.
De VOORZITTER wijst erop dat deze hernieuwde vaststelling geschiedt op
voorstel van Gedeputeerde Staten en landelijk zal gelden. Desalniettemin zal de
juiste betekenis van dit artikel worden nagegaan en zal de Heer Willemsen daarvan
telefonisch door de secretaris op de hoogte worden gebracht.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.