-11-
Hij brengt daarom een compliment aan de makers daarvan in de wetenschap hoe moeilijk
het is en met welke inspanning daaraan iedere keer wordt gewerkt.
De VOORZITTER neemt dit graag over en kan dat namens het College onder
strepen. Inderdaad wordt er onder hoofdverantwoordelijkheid van de secretaris,
die daar een belangrijke inbreng bij heeft, door een team aan de notulen gewerkt
waarnaar het College dit compliment graag doorspeelt
De Heer TEUNISSEN richt zich via de voorzitter tot de Heer van der Wester
laken. Hij begint daarbij met een citaat uit de notulen van de commissie Algemene
en Juridische Zaken van 20 november 1980, waar staat:
"De Heer J. van der Westerlaken betreurt de uitspraak van de Tweede Kamer omdat
de belangen van Nieuw-Ginneken daardoor onvoldoende zijn afgewogen. Hij is echter
van mening dat men zich als goed democraat bij de uitspraak van de Tweede Kamer
moet neerleggen en dat van gemeentewege de technische inpassing in het bestemmings
plan moet worden verzorgd. Hij vraagt hoe de procedure nu verder zal verlopen".
Aansluitend citeert spreker uit de notulen van de raadsvergadering van 25 november
1980:"Ik kan meegaan met het voorstel de procedure van het bestemmingsplan "Ver
keerswegen" te hervatten en daardoor zoveel mogelijk grip te hebben op het gebeuren
rond Rijksweg 58".
Het is de Raad bekend dat de Heer van derWesterlaken op 30 juni 1981 180° van koers
veranderde, wat erg vreemd is. Nu heeft spreker onlangs een stukje gelezen in de
gemeentekrant met betrekking tot Rijksweg 58 van de fraktie Bevordering Leefbaar
heid. Daarin wordt gesteld dat er één kwestie is die de gemoederen de afgelopen
tijd danig heeft beziggehouden en wel R.w. 58. Op 30 juni 1981 heeft de Raad van
Nieuw-Ginneken zijn goedkeuring, maar niet die van mij (de Heer van der Westerlaken),
gegeven aan dit project. De zinsnede "niet die van mij" bevalt de Heer TEUNISSEN
niet en zij bevreemdt hem ook. Het is een heen en weer springen van de Heer van
der Westerlaken tussen ja en nee zeggen tegen R.w. 58. Het is bekend dat alle andere
frakties in de Raad zich in alle commissievergaderingen en voorvergaderingen tot
het uiterste hebben ingespannen om R.w. 58 tegen te houden. Zij hebben zich als
echte democraten gedragen omdat zij zich aan de opstelling hebbengehouden het
plan te aanvaarden als de Tweede Kamer dit mocht doorvoeren. Volgens spreker is
dat democratisch maar wat de Heer van der Westerlaken zegt is louter een loze kreet,
de ene dag ja zeggen en de andere nee zonder daar verder uitleg aan te geven. Spreker
vindt, en hij hoopt zijn mederaadsleden ook, dat hierdoor de Raad in een daglicht wordt
gesteld waarbij het overkomt alsof zomaar zonder meer ja is gezegd tegen R.w. 58.
Voorzitter en overige leden van de Raad weten wel beter. Gezamenlijk hebben zij
op democratische wijze toegewerkt naar een oplossing, ook de Heer van der Wester
laken heeft hieraan meegewerkt. Alleen toen het op stemming in de raadszaal aan
kwam toen zei de Heer van der Westerlaken geen ja. Spreker vindt het onbegrijpelijk
dat de Heer'van der Westerlaken het op die wijze in de gemeentekrant durft te
schrijven. Hij nodigt de Heer van der Westerlaken uit zich de komende tijd eens
op deze problematiek te bezinnen en dan aan te geven op welk moment hij van ja
is omgeturnd naar nee. Dat zou voor de overige raadsleden en de lezers wel het
een en ander verduidelijken.
Daar geen van de overige raadsleden nog vragen heeft stelt de VOORZITTER
de Heer van der Westerlaken in de gelegenheid op het voorgaande in te gaan.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN wil dat graag doen waarbij hij stelt dat
de Heer Teunissen er weinig van begrepen heeft. Er is over deze kwestie erg veel
gezegd en nu haalt de.Heer Teunissen hier en daar een citaat uit wat natuurlijk
erg gevaarlijk is. De Heer VAN DER WESTERLAKEN wil de zaak niet opnieuw uitvoerig
bespreken maar wil wel aangeven waar het manko bij de Heer Teunissen ligt. Spreker
is van het begin af aan een tegenstander geweest van Rijksweg 58, dat weet iedereen.
Toen het bestemmingsplan "Verkeerswegen" aan de orde kwam, de Tweede Kamer had
zijn uitspraak gedaan, heeft spreker gezegd dat als de gemeenteraad van Nieuw-
Ginneken werkelijk inbreng wil krijgen in de wijze waarop de rijksweg door de
gemeente moet lopen, de Gemeente de kans moet grijpen en zelf dat bestemmingsplan
moet maken. Dat moet de gemeenteraad niet overlaten aan Provinciale Waterstaat
want als de Raad het van zich af zou schuiven zou de Provincie het doen.
Spreker heeft bij die gelegenheid gezegd dat als de Gemeente Nieuw-Ginneken bij
de vaststelling van dat bestemmingsplan een vinger in de pap krijgt zij daaraan
moet meewerken. Dat moet blijken uit de notulen van de betreffende raadsvergadering.
Toen bleek echter dat de enige ruimte die de Gemeenteraad door Rijkswaterstaat
werd overgelaten was het wel of niet aanleggen van een viaduct danwel een fietsers/