-15-
Bevordering Leefbaarheid is erg snel met haar vraag over de vestiging
van een apotheek in deze gemeente in 1984. Het College zal vestiging overlaten aan
het particulier initiatief. Er zijn voldoende mogelijkheden binnen komplannen en
bestemmingsplannen om aan vestiging mee te werken en mogelijk dat de aanstaande
apotheker voor Nieuw-Ginneken zelf uitziet naar ruimte voor vestiging.
Door de C.D.A.-fraktie is de vraag gesteld of het geen tijd wordt een
College voor de verlening van bijstand in het leven te roepen. Het College heeft
ongeveer zes weken geleden besloten een onderzoek in te laten stellen naar de voor-
en nadelen daarvan. Deze studie zou in februari 1982 klaar moeten zijn. Zo tot het
instellen van een dergelijk College wordt besloten dan moet dit van start gaan bij
het aantreden van de nieuwe Raad.
De sociale werkvoorziening heeft twee vragen opgeleverd van de C.D.A.-
fraktie, een over de regionalisatie van de B.S.W. en een tweede over een brief van
de B.S.W. waarin aan instellingen zoals scholen, een bijdrage wordt gevraagd in
de kosten van tewerkstelling van mensen. De ontwikkelingen bij de regionalisatie
zijn als volgt. Op 25 maart 1981 hebben de Colleges van de randgemeenten van Breda
een gesprek gehad met het bestuur van de B.S.W. In dat gesprek hebben de randgemeenten
te kennen gegeven te willen participeren in de Bestuurscommissie Sociale Werkvoor
ziening. Hiervoor bestond alle begrip, er werd vanuit het bestuur zelfs in die richting
gedacht. Toegezegd werd dat omtrent dit punt een evaluatie-rapport in oktober 1981
gereed te hebben. Enkele weken terug heeft de direkteur van de B.S.W. laten weten
dat het rapport nog niet klaar is maar dat verwacht mag worden dat het zeker in
maart gereed zal zijn. De jongste ontwikkeling bij de B.S.W. betreft een brief die
ook bij de onderwijsinstellingen in de gemeente Nieuw-Ginneken is ontvangen en waar
over artikelen in de krant hebben gestaan. De Heer van Tetering is bang dat dit
zal leiden tot een aantal extra werklozen wanneer de instellingen waar deze mensen
werken niet zouden kunnen of willen betalen. Deze ontwikkeling verontrust het College
ten zeerste ook al heeft de Heer Ruiters, direkteur van de B.S.W., gezegd dat deze
regeling niet zal leiden tot gedwongen ontslagen. In de brief stond dat wanneer
men niet bereid was te betalen, de man of vrouw niet meteen zou worden weggehaald,
maar dat zou worden gewacht tot er een object is gevonden waarvoor wél betaald zal
worden. Hoewel daarover in het College nog geen overleg heeft plaatsgevonden vindt
Wethouder VAN GILS het verschrikkelijk wat hier aan de hand is. De B.S.W.-mensen
zitten op objecten bij instellingen waarvoor op een aantal plaatsen niet betaald
kan worden. Dat betekent dat deze mensen daar zullen verdwijnen hoewel zij nu met
groot enthousiasme op die plaats zitten. Dat betekent een enorme klap voor deze
mensen en dat is het enige wat met deze maatregel wordt bereikt. Er wordt niet één
cent mee verdiend. Het ministerie van Sociale Zaken zal voor een deel van de kosten
worden ontlast en deze zullen terechtkomen bij het ministerie van C.R.M.. Door de
C.D.A.-fraktie is ook de vraag gesteld hoeveel inaktieven de gemeente telt. Voor
zover dat tot de mogelijkheden behoort heeft de wethouder deze gegevens laten ver
zamelen, het aantal mensen in de gemeente dat een W.A.O.-uitkering geniet is bij
voorbeeld niet bekend. De Wethouder vermeldt o.a.de volgende gegevens:
Aantal aanvragen
W.W.V.
R.W.W.
(over 1981 is dit exclusief
schoolverlaters
Aantal ingeschreven werkzoe
kenden in november
waarvan jongeren beneden 19 jr.
totaal uitgekeerde bedragen R.W.W.
totaal uitgekeerde bedragen A.B.W.
1979
1980
1981
97
85
150
63
79
66
69 mannen
13 5 mannen
43 vrouwen
54 vrouwen
14 jongens
13 meisjes
225.000,—
258.000,—
339.000,—
1 130.000,—
1 .395.000,—
1 .645.000,—
In de cijfers voor de werkzoekenden zitten alle categorieën ingeschrevenen verscholen
zoals schoolverlaters, werklozen met en zonder uitkering (waaronder gehuwde vrouwen)
en mensen die ander werk zoeken.