-16-
De fraktie Gemeentebelangen Bavel heeft gevraagd meer inzicht te verschaffen
in de wachttijden bij het bejaardentehuis De Donk. Blijkens een van de direktrice
ontvangen brief worden drie wachtlijsten gehanteerd. Op de eerste lijst staan inwoners
van de gemeenten Nieuw-Ginneken en Chaam, Chaam omdat die gemeente ook behoort tot
het werkgebied van het bejaardentehuis. Voorts staan op deze lijst personen die
geen inwoner zijn van deze gemeenten maar kinderen hebben die hier wonen. De tweede
lijst betreft aanvragen van personen buiten de gemeenten Nieuw-Ginneken en Chaam.
Op de derde lijst staan personen die opname weigerden toen zij daarvoor werden opge
roepen. Zij kunnen op eigen verzoek weer op lijst 1 komen, een parkeerlijst dus.
De oudste inschrijving op lijst 1 dateert van april 1981 waaruit valt af te leiden
dat de wachttijd ongeveer acht maanden is. Op li.jst 1 staan 26 personen ingeschreven,
op lijst 2 staan 21 personen en op lijst 3 staan 10 personen. De oudste inschrijving
op lijst 2 dateert van mei 1978. In 1980 werden 15 mensen opgenomen en in 1981 8,
een gelukkige omstandigheid. De door de Heer Paulussen bepleite verzorgingsafdeling
bij De Donk is volgens insiders een onhaalbare zaak.
Aan de verbetering van de werkgelegenheid, en met name voor de schoolver
laters, valt door de gemeente niet zo verschrikkelijk veel te doen. Het College
deelt wel in de zorg die uit de woorden van de frakties spreekt. Wat de rijksoverheid
op dit terrein aan maatregelen neemt loopt meestal via de gewestelijke arbeidsbureaus
en niet via de gemeenten. Het is erg frustrerend en slecht voor jongeren die willen
werken en niet aan de gang kunnen. Het College wil daar zijn gedachten wel over
laten gaan maar resultaten mogen niet voor volgend jaar verwacht worden.
Hiermede is de wethouder aan het einde van zijn beantwoording in eerste
termijn.
Ter afronding van de eerste termijn gaat de VOORZITTER nog in op een aantal
zaken van algemene aard.
Het C.D.A. constateert een versnipperde wetgeving voor het milieu-beleid
en bepleit een integrale aanpak, eventueel door samenwerking met andere gemeenten
in een regionale milieudienst. Het aangewezen orgaan daarvoor is het Stadsgewest.
Drie jaar geleden heeft het Stadsgewest een enquête gehouden onder de gemeenten
maar die heeft niet veel opgeleverd, jammer genoeg moet nu misschien gezegd worden.
Intussen drie jaar verder zijn de gedachten daarover ook geëvolueerd en is het wel
licht zinvol deze zaak bij het Stadsgewest nog eens op het spoor te zetten. In de
vanmiddag gehouden vergadering van de Gewestraad waren de geluiden over een soort
gelijke zaak niet erg positief. De vertegenwoordigers van Nieuw-Ginneken in de Bestuurs
commissie Afvalstoffenverwerking hebben wellicht gelegenheid om deze zaak daar eens
aan te kaarten. Het College is bereid dit op bestuurlijk niveau te doen. Een regio
nale afstemming van het beleid vindt wel op stadsgewestelijk niveau plaats. Daar
wordt gezocht naar gezamenlijke maatregelen om in te schieten op hetgeen landelijk
momenteel wordt gepropageerd, bijvoorbeeld gescheiden ophalen en verwerken van vuil.
Maar milieu-beleid gaat verder en is wat het College betreft een stadsgewestelijke
aangelegenheid. Er zal bij de portefeuille-houder van het Stadsgewest worden nagegaan
of de gemeenten met name ten aanzien van die milieudienst wellicht gegroeid zijn
in hun meningsvorming.
Gemeentebelangen Bavel heeft gevraagd of er geen aanleiding is de normen
welke worden gehanteerd bij de verkoop van bouwgrond te verlaten. Het beleid is
jarenlang geweest de opvang van de natuurlijke groei en het terug binnenhalen van
enkele spijtoptanten. Iedere gemeente moet zorgdragen voor opvang van de eigen mensen
is zo'n beetje de filosofie geweest van de Provincie bij het rondzenden van de
beruchte groeibrieven in 1974. Door het inzakken van de woningmarkt is er op het
ogenblik een situatie ontstaan waarbij iedere gemeente veel moeite heeft om de bouw
gronden economisch te kunnen verkopen. Maar het valt nog niet te verwachten dat
de Provincie haar beleid op dit ogenblik zal wijzigen. Overigens is een van de belang
rijkste oorzaken van de malaise de hoge rentestand. De tendens is wat gunstiger
aan het worden en de Rabo-bank heeft zelfs voorspellingen gedaan dat de rente in
1982 beneden de 10% zal dalen. Als dat gebeurt dan is het College ervan overtuigd
dat de markt onmiddelijk weer zal aantrekken.
De V.V.D-fraktie is van mening dat de samenstelling van de Arob-commissie
niet bijdraagt tot het goed funktioneren van dat orgaan. De objectiviteit is in
het geding en de V.V.D. verbindt daar de conclusie aan dat het wellicht beter is
die Arob-commissie geheel of gedeeltelijk samen te stellen uit gekwalificeerde per
sonen, niet- zijnde leden van de Raad of het College.