2
De Heer ROPS informeert waarom er toch op en afritten zijn geprojec
teerd.*
De VOORZITTER geeft aan dat die kaoiodigd zijn voor de fietsers en
voetgangers.
De Heer H. van GILS geeft als eerste reaiie dat hij meer voelt voor
een volwaardige, in casu viadukt, verbinding. Deze mening gaat zwaarder wegen
naarmate er meer mensen in het achtergebied wonen. Hij vergelijkt daarbij met
de situatie die in Bavel is ontstaan door afsluiting van de Oude Bredaseweg.
Wethouder VAN GILS wijst erop dat in Bavel geen fietsers-voetgangers
tunnel voorhanden is wat een wezenlijk verschil maakt.
Op de vraag van de Heer BEEREPOOT wat er gebeurt als de Raad het
bestemmingsplan vaststelt in afwijking van het advies van Rijkswaterstaat, en
daarmee tegemoet komt aan een aantal bezwaren, antwoordt de VOORZITTER dat
Gedeputeerde Staten daarmee niet akkoord zullen gaan. Het plan zal dan worden
teruggezohden met het verzoek het aan te passen danwel G.S. brengen zelf deze
wijziging aan. Uit gesprekken met gedeputeerde de Geus is gebleken dat> G.S.
met alles wat tussen Nieuw-Ginneken en Rijkswaterstaat wordt geregeld zullen
instemmen maar daarbuiten stellen zij zich mordicus op achter Rijkswaterstaat.
De Heer PAULUSSEN spreekt zich uit als voorstander van een fietsers
voetgangerstunnel in combinatie met een parallelverbinding voor de Cauwelaer-
se bevolking naar de Annadreef.
De VOORZITTER wijst er in dit verband op dat de kosten voor het tot
stand brengen van ontsluitingswegen voor het achtergebied voor rekening van
de gemeente Nieyw-Ginneken zullen komen.
De Heer PAULUSSEN vindt dat Nieuw-Ginneken in dat geval moet over
wegen of de gemeente de meerkosten voor secundaire verbindingen voor haar
rekening moet nemen.
De Heer PLATZBEECKER ziet in de suggestie van de heer Paulussen een
alternatief. Hij vraagt voor de commissievergadering van 15 juni een grofmazige
kostenraming op te stellen van zo'n ventweg inclusief grondverwerving e.d.
De VOORZITTER vraagt zich af of het wel direkt noodzakelijk is voor
het autoverkeer een parallelweg aan te leggen daar dat gemakkelijk via de
en de Annadreef
Geersbroekseweg de Chaamseweg kan berfe^lcen terwijl er voor de fietsers en
voetgangers een acceptabele wordt geboden. Dat is echter wel een bestuurlijk/
politieke zaak.
Wethouder van GILS meent dat bij berekening van de omrijbchade per
geval slechts honderden meters ,szuli«^=^S4=§ken.
Wethouder VERKOOIJEN wijst op een tweetal bedrijven dat dagelijks
naar Breda moet.
Wethouder VAN GILS spreekt uit ervaring dat in Bavel de meeste klachten
komen van fietsers en voor die bategorie weggebruikers zijn viadukten ook
geen ideale oplossing