7 De VOORZITTER laat het aan de leden van de comissie milieudag hkeez en aan de hoofden van de scholen over wat zij met deze jongste gegevens doen. I.v.m. oplichting loopt er nog een Hxéscxxsak strafrechtelijk onderzoek tegen Drisolco al is nu aangetoond dat de aangrteffen vervuiling niet is veroorzaakt door de van Maastricht afkomstige grond. De Heer BEEREPOOT vraagt zich af of erbwel een aanklacht tegen DRISOLCO is ingediend. De VOORZITTER bevestigt dat er in ieder geval aen aanklacht loopt wegens vastheid in geschrifte omdfct de grond nooit in Bavel terecht had mogen komen, dat is echter een zaak van Chevron tegen Drisolco. Wethouder VAN GILS geeft aan dat er wel een rapport bestaat waaruit zou moeten blijken dat de aangevoerde grond vervuild was. De VOORZITTER haakt hierop in met de mededeling dat naderhand toch twijfel is gerezen waarop TNO is gevraagd een onderzoek in te stellen om enige zekerheid te verkrijgen. De Heer WILLEMSEN reageert hierop als vertegenwoordiger van de scholen. De voorzitter heeft gezegd de scholen moeten zelf maar zien, zij blijven dus wel met de iegen verantwoordelijkheid zitten. Vanuit de scholen is in dé milieu- dagcommissie gevraagd om advies te vragen aan de inspectie volksgezondheid over het al dan niet bezoeken van de stortplaats door de scholieren, Hierop is niets vernomen, de scholen weten dus eigenlijk niet goed wat zij moeten doen. Wethouder VERKOOIJEN beaamt dat er in de commissie milieudag over deze aangelegenheid is gesproken,nmet name vanuit de oudercomités rees er steeds meer verzet tegen dit bezoek door een publikatie van de werkgroep vuilstort Bavel Er is toen toegezegd dat er een brief zou worden gestuurd aan de hoofden van de scholen en die is ook verzonden. De Heer WILLEMSEN bevestigt dit, maar wijst erop dat in bedoelde breif niets staat over de advisering door de geneeskundig inspekteur. Wethouder VERKOOIJEN deelt mede dat dit wel is overwogen maar naar zijn overtuiging zou de inspecteur deze verantwoordelijkheid toch niet op zich hebben genomen. Vandaar dat het college heeft gemeend das al of niet deelname aan de excursie naar de vuilstort aan de scholen zelf te moeten overlaten. De Heer TEUNISSEN geeft aan de schoolhoofden waren ingelicht door da het oudercomité wat op,zijn beurt weer was benaderd door hak de werkgroep Bavel/Dorst Als hijzelf en de heer Willemsen nu ook negatief gaan adviseren zoündaaraan conclussies kunnen worden verbonden omdat zij beiden raadslid zijn. De VOORZITTER wijst er echter op dat de situatie niet ernstiger is geworden dan zij al was. Een besluit om niet te gaan moet dus gesteold worden op algemene motieven. Het onderzoek en de resultaten daarvan geven geen aan leiding om daar weg te blijven. De Heer TEUNISSEN wijst nu op de brief die namens de werkgroep vuil stort Bavel/Dorst is verstuurd door Rijppaart Peeters en waarin gewach wordt gemaakt van het voorkomen van kankerverwekkende stoffen op de vuilstort.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 395