worden door brandweerchauffeurs.
Bij een ernstig ongeval moet onmiddellijk over een ambulance beschikt kunnen worden
om nog redding te kunnen bieden, De bereikbaarheidsnorrn ligt op 15 minuten, maar
iedere norm is discutabel. Bij de brandweer lag die norm op 8 minuten terwijl Nieuw-Ginne-
ken binnen 10 tot 12 minuten bereikt kan worden door brandweer en ambulance. Van de
zijde van de artsen noch vanuit het publiek zijn ooit klachten ontvangen over de grote
afstand of dat een ambulance te laat was. Voor plaatsen als Baarle-Nassau en Zundert
ligt dat wel anders maar dat is een zaak voor die gemeenten.
De Heer WILLEMSEN vraagt of de verhoging van de bijdrage voor het onderdeel
schoolpsychologie met 0,31 is berekend ten opzichte van het oorspronkelijke bedrag
of ten opzichte van het verlaagde bedrag in de begroting 1980. Als het ten opzichte varf
het oorspronkelijke bedrag is dan is de verhoging veel hoger door de beëindiging van de
dienstverlening aan Rucphen.
De VOORZITTER antwoordt hierop dat dit zal worden nagevraagd bij het Stads
gewest. Ce verkregen informatie zal aan de Heer Willemsen worden doorgegeven.
Wanneer verder niemand het woord verlangt wordt de begroting 1981 van het
Stadsgewest Breda voor kennisgeving aangenomen.
6. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE BEDRAGEN
OVER HET JAAR 1979 ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 55 TER, le LID, DER LAGER-
ONDER WIJS WET 1920:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
7. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE GEMEENTELIJKE EXPLOITATIEVERGOEDING
VOOR DE SCHOLEN VOOR HET BIJZONDER LAGER ONDERWIJS OVER HET JAAR
1980:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
8. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BEDRAG PER LEERLING VOOR HET JAAR
1981 INGEVOLGE ARTIKEL 55 BIS, EERSTE LID VAN DE LAGER-ONDERWIJSWET
1920:
De Heer WILLEMSEN betuigt namens zijn fraktie zijn instemming met dit voorstel
waarbij hij aangeeft erg blij te zijn met de goede kontakten die het college heeft met
de schoolbesturen. Hij spreekt zijn teleurstelling uit over de wijze waarop de verzoeken
ex art. 101-ter door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen worden behandeld en
wijst in dit verband op vragen daaromtrent van de Heer Konings in de Tweede Kamer.
De Saatssecretaris heeft daarop toegezegd dat er een nieuwe procedure voor deze aanvragen
op gang zal komen waardoor zij binnen 6 maanden afgewerkt zullen zijn. De Heer
WILLEMSEN blijft hopen op een gunstige uitslag.
Wethouder VAN GILS kan zich helemaal vinden in hetgeen de Heer Willemsen
heeft gezegd; ook hij heeft zijn twijfels over de lange behandeling door de Minister. Hij
is daarom bereid om met het schoolbestuur van de H. Laurentiusparochie in overleg te
treden om te bezien wat de mogelijkheden zijn om de Mattheusschool niet voor het 3e
jaar in zijn uitgavenpatroon te moeten beperken. Overigens is het wel gelukkig dat tenminste
5 van de 6 basisscholen wel voldoende hebben aan het voorgestelde bedrag per leerling
om daarmee een redelijke exploitatie mogelijk te maken.
Wanneer verder niemand het woord verlangt wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten zoals op de agenda voorgesteld.
9. VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN EEN INVESTERINGSSUBSIDIE AAN DE STICHTING
TER VOOkZIENING IN GROEPSHUIZEN VOOR DE NEDERLANDSE PADVINDERS
TE BREDA:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.
10. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AAN-
SCHAF VAN JEKKERS EN BROEKEN VOOR DE LEDEN VAN DE VRIJWILLIGE BRAND-
WEER: