Wethouder VERKOOIJEN deelt hierop mede dat de richtlijnen tot nu toe altijd stipt toegepast zijn. Met de toewijzing van de premiekoopwoningen in De Bunder zal gebruik gemaakt worden van artikel 7 om enkele spijtoptanten terug op te nemen. Ook voor de toewijzing van bouwgrond in de vrije sector zal mogelijk door het college wat van de richt lijnen afgeweken moeten worden om het plan De Bunder vol te krijgen. Daarbij zullen dan door toepassing van punt 7 mensen van buiten de gemeente Nieuw-Ginneken worden toegelaten met name de spijtoptanten. Het aantal spijtoptanten wat terug wil keren valt op te maken uit de door het ETIN opgestelde nota. Om ook de economisch gebondenen te koppelen aan een termijn spreekt de wethouder wel enigszins aan. Tot nu toe worden echter slechts sporadisch economisch gebondenen toegelaten, in het plan Beekhoek II is dat 1 maal voorgekomen met iemand die al meer dan 10 jaar bij hetzelfde bedrijf in de gemeente werkt. De Heer VAN YPEREN vindt niet dat van punt 7 een afva'bepaling gemaakt moet worden voor alle mogelijke restgroepen. Enige specifikatie, met name voor de spijtop tanten, lijkt hem wei op zijn plaats. Wethouder VERKOOIJEN vraagt of het de bedoeling is voor de spijtoptanten nu een aparte categorie in !:e voeren. Dit geeft de Heer BEEREPOOT aanleiding tot de opmerking dat op basis van het ETIN-rapport de spijtoptanten niet langer weggefrommeld moeten worden in een overgeble ven artikel. Dit zou naar zijn mening eens in de commissie Ruimtelijke Ordening besproken moeten worden. Indien er gezien de situatie aanleiding toe bestaat de voorwaarden te wijzigen dan dient dit in overleg net de Raad te geschieden. Wethouder VERKOOIJEN vraagt of de Heer Beerepoot bedoelt dat als het college kandidaten aan moet trekken van buiten de gemeente Nieuw-Ginneken, en buiten deze richtlijnen, het college daarmede dan in de Raad moet komen. De VOORZITTER valt in deze de wethouder bij en wijst er op dat het college tot nu toe bij de hantering van de uitzonderingspositie, bedoeld n artikel 7, daarmede nimmer in de Raad is gekomen. Wel moet voor de spijtoptanten een aparte regeling worden ontworpen. De Heer BEEREPOOT verduidelijkt dat als de uitzondering regel gaat worden dat dan het tijdstip is aangebroken waarop in overleg met de commissie Ruimtelijke Ordening een nieuwe beleidslijn wordt uitgezet. Hij vindt het met de Heer Van Yperen te ver gaan als art. 7 als een vuilnisvat wordt gebruikt. Wethouder VERKOOIJEN spreekt de verwachting uit dat voor de eerste fase van De Bunder de richtlijnen nog gevolgd zullen kunnen worden. Met het instorten van de bouwmarkt zullen de richtlijnen voor de latere delen van De Bunder misschien toch aangepast moeten worden; het college zal daar dan zeker mee in de commissie Ruimte lijke Ordening komen. Daarnaast moet het mogelijk blijven om in uitzonderingsgevallen, zoals tot heden, een spaarzaam gebruik te kunnen maken van de uitwijkmogelijkheid in art. 7. De Heer VAN YPEREN kan er mee akkoord gaan dat deze richtlijnen tijdelijk worden toegepast voor het begin van De Bunder. Het ontmoet naar zijn mening ook geen bezwaar bij de Raad wanneer het college een spaarzaam gebruik maakt van art. 7. Wel gelooft hij dat er de komende maanden opnieuw over deze regels moet worden gesproken aan de hand van het ETIN-rapport waarbij dan aan de categorie van de spijtoptanten een betere basis kan worden gegeven. Wethouder VERKOOIJEN zegt toe dat het college met de richtlijnen terug in de commissie Ruimtelijke Ordening zal komen zodra het moeilijkheden ondervindt bij de toewijzing aan spijtoptanten. De Heer PLATZBEECKER verklaart zich akkoord met de toezegging het woordje "volwaardig" bij art. 4 in te voegen. Hij blijft zich verzetten tegen de discriminatie van 3 en 5 jaar. Wethouder VERKOOIJEN vindt dat de Heer Platzbeecker daar nu wel moeite mee kan hebben maar er ligt op dit punt al een uitspraak van de Raad. De Heer PLATZBEECKER heeft zich daar in een eerder stadium ook al tegen verzet en herhaalt nu dit standpunt. Hij doet de suggestie dit punt gelijktijdig met de kwestie van de spijtoptanten in de commissie aan de orde te stellen. Wethouder VERKOOIJEN meent dat de richtlijnen nu toch vastgesteld moeten worden. H erop stelt de VOORZITTER voor de richtlijnen nu vast te stellen en in de commissie Ruimtelijke Ordening een keer daarop terug te komen mede aan de hand van het ETIN-rapport. Voor de terugkeer van spijtoptanten zouden dan tevens aantallen gesteld kunnen worden wat de wethouder wat steun geeft. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 59