strikte toepassing van het bestemmingsplan een en ander niet toelaat. Dat neemt niet
weg dat het best zou kunnen dat als een eventuele pachter een bouwaanvraag indient op
hetzelfde terrein voor hetzelfde bouwwerk toch vergunning verleend moet worden. Er ontstaat
dan toch dezelfde situatie. Hij gaat tenslotte akkoord met het voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het bezwaar van de Heer Van Bergeijk onge
grond verklaard. Voor de Heer Van Bergeijk staat nog de mogelijkheid van beroep op de
Raad van State open.
25. MEDEDELINGEN:
Wethouder VERKOOIJEN doet een mededeling naar aanleiding van vragen van
de Heer Platzbeecker tijdens de algemene beschouwingen in december 1980 over de centrale
antenne-inrichtingen. De commissie Openbare Werken heeft 23 februari de offerte met
toelichting van Casema doorgespit. Ze heeft positief geadviseerd om de aanleg en exploita
tie van de centrale antenne-inrichting in de Bunder te laten verzorgen door Casema. De
kosten van signaalverzorging in de Bunder zullen 15,50 per aansluiting per maand bedragen.
Gebleken is verder dat Casema bereid is een signaal te verzorgen voor heel Bavel tegen
een bedrag van 13,-- per maand/per aansluiting. De commissie heeft dan ook geadviseerd
aan de werkgroep centrale antenne hierover toch nog overleg te plegen met EBCA, ook
al staat die stichting momenteel niet erg positief tegenover het overgaan naar Casema.
De commissie Openbare Werken is ook naar Prinsenbeek geweest omdat zich daar ongeveer
dezelfde situatie voordoet als in Nieuw-Ginneken. In Prinsenbeek waren 12 stichtingen
en in de loop der jaren zijn deze allemaal aangesloten op de voorziening van Casema. Een
onderhoud met Nettenbouw heeft uitgewezen dat de techniek bij de centrale antenne-inrich
tingen pas aan het begin staat en men nog lang niet toe is aan sateliet-schoteltjes zodat
men nog lange tijd zal zijn aangewezen op de kabel. Verder heeft de commissie geadviseerd
om Casema ook te vragen voor Ulvenhout een exploitatie-opzet te maken. Als dat gelijk
meegenomen zou kunnen worden zou dat het bedrag per maand natuurlijk nog lager doen
uitkomen. Het houden van een enquête over toetreding tot Casema moet naar de mening
van het college aan de stichtingen zelf worden overgelaten. De adviezen van de commissie
moeten nog door het college worden behandeld. Daarna zal het voorstel tot het beschikbaar
stellen van een krediet in de commissie Financiën aan de orde komen en uiteindelijk zal
de Raad een besluit nemen.
De tweede mededeling van wethouder VERKOOIJEN betreft de milieudag waarvan
de werkgroep 's-middags een bijeenkomst heeft gehad. De werkgroep waarin zitting hebben
de Heer Platzbeecker namens de Raad, de adjudant der Rijkspolitie, de Heer Wirken voor
Staatsbosbeheer en voor het onderwijs Mevr. Meijer uit Bavel en de Heer de Potter
uit Ulvenhout. De milieudag zal worden gehouden op 5 juni 1981 en er is een krediet van
5.000,-- op de gewone dienst beschikbaar. Er zal een tentoonstelling worden gehouden
in het gemeentehuis waaraan o.a. door de Rijkspolitie zal worden meegewerkt. Daarnaast
zal er een film worden gedraaid door de Heer Platzbeecker. Voorts ligt het in de bedoeling
dat de leerlingen van de hoogste klassen van de basisscholen een bezoek brengen aan de
stortplaats. Over het programma voor de jeugd volgt op 10 maart nog een bijeenkomst
met de hoofden van de scholen.
De Heer PLATZBEECKER zegt dat de wethouder volledig is geweest met zijn
informatie over de werkgroep milieudag en vult aan dat het in het voornemen ligt voor
de raadsvergadering van 7 april een soort draaiboek aan de raadsleden te overhandigen
met daarin een volledig overzicht van wat er die dag allemaal te gebeuren staat.
De Heer BEEREPOOT vraagt of het zo is dat de leden die nu lid zijn van EBCA
13,— per maand aan Casema moeten gaan betalen bij aansluiting van heel Bavel op Casema.
Wethouder VERKOOIJEN bevestigt dat geen kapitaal wordt terugbetaald, er
zijn voor gebieden waar pas nieuwe investeringen zijn gedaan wel overgangsregelingen
denkbaar.
De Heer PLATZBEECKER die ook bij het gesprek met Casema aanwezig is
geweest, bevestigt dat er een aantal systemen bestaat die het aantrekkelijk maken de
stap tot overgang te vergemakkelijken. In Prinsenbeek is bewezen dat dit tot tevredenheid
werkt.
Wethouder VERKOOIJEN geeft aan dat bijvoorbeeld geen maandbedrag betaald
behoeft te worden gedurende een termijn afhankelijk van het aansluitbedrag wat men heeft
moeten betalen.
De Heer BEEREPOOT vindt dat het Casema niet aanmat wat de mensen hebben
moeten betalen.