De beoogde voorzieningen dienen ter regulering van de verkeers- en parkeeroverlast
bij de recreatiepias, ter regulering van de afvalverzameling en -verwijdering en, zoals
hiervoor al genoemd, ter zonering van het recreatiegebruik aldaar.
In concreto kunnen de door de adviesgroep voorgestelde maatregelen als
volgt worden omschreven.
Door opschuiving van de dijk langs de Moerstraat naar de waterkant van
de grote plas ontstaat tussen de Moerstraat en de nieuwe wal ruimte voor een parkeer
terrein van circa 200 a 250 auto's. Vervolgens wordt het noodzakelijk geacht om
binnen de bestaande beplantingen het nog onverharde gedeelte van de Moerstraat
te verharden en daarbij aan éen zijde van deze straat een parkeerstrook te maken.
De totale voor recreatie bruikbare oeverlengte aan de zuidzijde van de
grote pias wordt door de dijkopschuiving beperkt. Deze ingreep leidt naar verwachting
tot een afname van het gebruik van de grote waterplas voor oeverrecreatie en zwemmen
ten gunste van het gebruik door surfers. Uit veiligheidsoverwegingen wordt scheiding
van deze recreatievormen nagestreefd. Voor de zwem- en overrecreatie zijn mogelijk
heden aanwezig bij de al enkele jaren bestaande kleine zwemplas langs de Rijsbergse-
baan.
Het parkeerterrein dat ontstaat door het opschuiven van de dijk naar
de waterlijn biedt aan surfers de mogelijkheid om met hun auto met daarop de surfplank
tot dicht bij het voor surfen bestemde gedeelte van de waterplas te komen.
Ten behoeve van de naaktrecreatie blijft een terrein gereserveerd aan
de noord-oostzijde van de waterplas. Uitwaaiering van naaktrecreatie over het gehele
gebied moet daarmede worden voorkomen.
Verder zouden op korte afstand van elkaar in de nabijheid van de recreant
afvalkorven met afvalzakken moeten worden geplaatst. Gedacht wordt aan een veertig
tal korven. Dit is noodzakelijk om de vervuiling van het terrein beter te kunnen bestrij
den.
Tenslotte moeten de nieuwe en bestaande wallen langs de grote plas worden
beplant.
Uitvoering van vorenstaande voorzieningen vergt een investering van
331.600,incl. BTW. Het Consulentschap Openluchtrecreatie van CRM achtte de
voorgestelde maatregelen, die anticiperen op een op te stellen deelplan voor de recreatie
in deze omgeving, voldoende beargumenteerd om bij het Ministerie van CRM een
verzoek in te dienen voor subsidiëring tot maximaal 75% in deze kosten. Een dergelijke
subsidie-aanvrage moest worden ingediend door het Stadsgewest Breda als zijnde het
bestuursorgaan dat door de gezamenlijke gemeenten is belast met de samenstelling
van een basisplan voor de openluchtrecreatie Stadsgewest Breda. Daartoe was nodig
dat beide betrokken gemeenten Breda en Nieuw-Ginneken zich ieder afzonderlijk
en tezamen garant stelden voor het niet-subsidiabele gedeelte van de uitvoeringskos
ten. Burgemeester en wethouders van Breda besloten daartoe op 10 februari 1981.
Ons college besloot op 11 februari 1981 na instemmend advies van de Commissie
Financiën d.d. 10 februari 1981 akkoord te gaan met het treffen van de voorgestelde
voorzieningen en voor het aandeel van de gemeente Nieuw-Ginneken in de niet-subsidia
bele kosten op basis van het inwoneraantal aan Uw Raad t.z.t. een krediet te vragen
van 6.400,
Aansluitend heeft het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda op
19 februari 1981 een subsidieverzoek voor dit project ingediend bij de Minister van
CRM. Aangedrongen is op een spoedige principe-subsidietoezegging, dit met het oog
op de nog voor de aanvang van de zomer 1981 te realiseren voorzieningen.
De gemeente Breda heeft zich als eigenaresse van de gronden die wij
kennen als de Galderse Meren in de afgelopen maanden beijverd om zoveel mogelijk
regulerende maatregelen te treffen m.b.t. een aantal activiteiten aan de zuidkant
van de grote plas. De beoogde maatregelen moeten ten doel hebben om enerzijds
duidelijkheid te scheppen ten aanzien van de plaats en de aard van te verrichten
activiteiten en anderzijds door middel van het opleggen van voorwaarden aan belangheb
benden dat bepaalde garanties worden verkregen m.b.t. hulpverlening, terreinhygiëne
e.d. Een en ander heeft er toe geleid dat:
-- aan de Heer E. Fortuin toestemming zal worden verleend aan de zuidpias plankzeil-
onderricht te geven en dat hem hiertoe bij overeenkomst een perceel grond in
gebruik zal worden gegeven; in de gebruiksovereenkomst worden bepalingen opgeno
men inzake de uren van dagelijkse aanwezigheid en het beschikbaar stellen van
materiaal en nankracht t.b.v. het verlenen van hulp bij ongevallen aan en op de