5. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANLEG
VAN RIOLERING IN EEN GEDEELTE VAN DE STRIJBEEKSEWEG EN VOOR DE RECON
STRUCTIE VAN DE RIOLERING IN EEN GEDEELTE VAN DE STRI3BEEKSEWEG, DE
MOLENSTRAAT EN DE SLOTLAAN.
De Heer H. VAN GILS kan zich verenigen met voorstellen om riolering verder
te leggen dan hij nu ligt. Het komt bij hem wat vreemd over dat nu reconstructie moet
plaatsvinden van gedeelten in de Molenstraat, Strijbeekseweg en Chaamseweg die er pas
kort liggen. Hij zou daarom graag vernemen wat er precies aan de hand is.
De Heer PLATZBEECKER heeft een aanvullende vraag hierop, n.l. wanneer
wordt met de reconstructie begonnen en valt die te combineren met de voorgenomen recon
structie van de aansluiting van de Chaamseweg met de Strijbeekseweg.
Wethouder VERKOOIJEN zet uiteen dat er nu een riolering loopt van de
Chaamseweg door het trottoir langs de oude melkfabriek via de Molenstraat naar de beek.
Op dit stelsel zijn ook gewone rioolaansluitingen aangesloten. De gemeente kan het niet
maken met een open riolering te lozen op de beek. Bij de reconstructie wordt een nieuwe
riolering gelegd door de andere zijde van de weg waarop de huizen worden aangesloten.
Dit stelsel wordt dan door een put in de Oude Molenstraat aangesloten op de Slotlaan waar
door er dus een gescheiden rioolstelsel wordt verkregen. De aanvang van de werkzaamheden
hangt af van het tijdstip waarop, voor het gedeelte langs de Strijbeekseweg tot de Daesdonk- a
seweg, alle gronden voor het fietspad zullen ziin aangekocht; hier worden 20 huizen aangeslo-
ten. Het gedeelte Molenstraat en Slotlaankan als dat nodig is los van de Strijbeekseweg
worden uitgevoerd, waarbij aansluiting van de Strijbeekseweg later nog mogelijk is.
De Heer H. VAN GILS heeft begrepen dat met de reconstructie wordt aange
sloten op de bestaande riolering. Hij vraagt zich af of de open riolering op de beek nu komt
te vervallen.
Wethouder VERKOOLJEN licht toe dat de bestaande riolering alleen nog
gebruikt zal worden voor de afvoer van hemelwater in een open verbinding met de beek.
De nieuw aan te leggen riolering voor de huisaansluitingen wordt gekoppeld aan het riool
stelsel van Ulvenhout.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agenda voorge
steld.
6. VOORSTEL TOT DE AANLEG VAN AARDGAS IN HET BUITENGEBIED.
De Heer BEEREPOOT wijst erop dat zijn fraktie in het verleden meermalen
heeft verzocht deze zaak te onderzoeken. Zij is dan ook blij met dit voorstel en acht de
kosten welke nog voor rekening van de gemeente blijven acceptabel. Rest nog de vraag
hoe het staat met de rentabiliteit bij verandering of stijging van de aardgasprijs en eventuele
compensatie. De fraktie is ook gelukkig met de aangekondigde hoorzitting waarbij de bewoners
de kans krijgen hun zegje te doen. Concluderend wil het C.D.A. graag met dit voorstel
in zee.
De Heer H. VAN GILS denkt dat hij 2 jaar eerder enthousiaster zou zijn
geweest dan nu met het oog op de ontwikkeling van de aardgasprijzen. Hij vraagt zich dan
ook af of de toekomstige gebruikers nog wel rendabel kunnen aansluiten, ook gezien de
hoge kosten die ze toch nog moeten maken naast het aansluiten alleen. Daarnaast vraagt
hij zich af of het niet verstandiger was geweest eerst de toekomstige gebruikers te horen
en hen de kosten voor te leggen om daarna bij een positieve reaktie naar de Raad te komen.
Wethouder VERKOOIJEN beaamt dat reeds enkele jaren bij de begrotings
behandeling is gevraagd naar gasaansluiting voor het buitengebied. Het college heeft ter
voorbereiding van dit voorstel een aantal gegevens moeten verzamelen die nu middels
het Energiebedrijf beschikbaar zijn gekomen. De Heer Van Gils zegt nu wel dat het niet
zo interessant meer is omdat de aardgasprijzen sterk stijgen maar het prijsverschil tussen
gas en olie beloopt per jaar nog steeds vele duizenden guldens. De bedrijven die willen
aansluiten hebben die extra investering er best voor over. De voorlichtingsavond had ook
eerst gehouden kunnen worden maar de gemeente heeft zich nu nog niet gebonden. De toekom
stige aansluiters worden nu uitgenodigd voor een gesprek met ambtenaren van het Energie
bedrijf en Openbare Werken. Mocht het aantal deelnemers beneden de 75% blijven dan gaat
de aanleg niet door. De verwachting is echter dat zeker de bedrijven zullen aansluiten.
Van het Energiebedrijf is geen garantie te krijgen dat bij een stijging van het verbruik er
een hogere winstuitkering zal volgen, dat moet worden afgewacht.
De Heer BEEREPOOT kan daar vrede mee hebben maar dat kan naar zijn
mening ook inhouden dat de exploitatie meevalt voor de mensen die aansluiten.