II
I I
-11-
de Raad een brief geschreven en hebben ook onmiddellijk gesprekken plaatsgevonden. Het
standpunt van het college daarbij is dat de provincie de verantwoordelijkheid die zij draagt
moet waarmaken. Op de suggestie die de Heer Van Yperen heeft gedaan, n.l. zelf een onpar
tijdig onderzoek in laten stellen, zegt het college: nee. De provincie moet als eerste onderzoek
plegen, zij draagt zorg voor de controle of het fout gaat of niet fout gaat, met alle conse
quenties van dien. Het is te betreuren dat de Heer Brugman daarbij met twee linkerhanden
tewerk moet gaan. Toch vraagt het college geld en personeel vrij te maken voor onderzoek
en controle. Als de Heer Van Yperen concreet hanteerbare voorstellen heeft ten aanzien
van optreden van de kant van de gemeente zelf, dan zal het college die graag vernemen.
Maar die voorstellen moeten dan wel meteen ook financieel vertaald worden in kosten van
materiaal en personeel. Daarnaast kun je als bestuurder niet zeggen dat de vuilstort moet
worden gesloten, zonder daarvan onmiddellijk de consequenties te aanvaarden. Een maatschap
pelijk proces waarbij per gezin jaarlijks vele tonnen huisvuil worden geproduceerd die toch
ergens moeten blijven, kan niet worden stilgelegd. Inhuren van T.N.O. voor onderzoek kost
om en nabij 100.000,— per maand. Nieuw-Ginneken moet in de le plaats de provincie
aan haar verantwoordelijkheid houden. Dat kan ook gebeuren via de stadsgewestelijke Beheers
commissie afvalverwerking waarvan wethouder Verkooijen ook deel uitmaakt. Er moet gezocht
worden naar oplossingen voor het maatschappelijk probleem van de vervuiling al valt te
vrezen dat dat om economische redenen niet helemaal zal zijn op te lossen. Daarbij zijn
dan halve oplossingen weer beter dan helemaal geen oplossingen. Dat is de realiteit waarmee
de Raad en het college geconfronteerd worden.
De Heer VAN YPEREN zegt nog het frustrerend te vinden dat rapport na
rapport verschijnt en elk rapport een andere uitkomst heeft. Het is daarom van belang
dat er een algemeen aanvaarde manier van meten wordt vastgesteld. Vandaar zijn voorstel
dit bij de provincie naar voren te brengen opdat nu eindelijk eens een keer goed gemeten
wordt en de bevolking weet waaraan men toe is.
De VOORZITTER vreest dat het niet mogelijk zal zijn te onderzoeken op
de aanwezigheid van zo'n 200 vergiften; daartoe zou een laboratorium op de vuilstort gebouwd
moeten worden. Wel is de chemische techniek in staat op vrij eenvoudige manier te onder
zoeken of de 6 tot 10 meest gevaarlijke giften voorkomen. De andere 190 in de natuur
voorkomende giften blijven dan buiten beschouwing en dat is frustrerend. Met deze laatste
constatering besluit de VOORZITTER de discussie hierover.
Wanneer verder niemand meer het woord verlangt sluit de VOORZITTER de
vergadering met het gebruikelijke gebed.
ALDUS VASTGESTELD IN DE OPENBARE VERGADERING
VAN 19 MEI 1981.
DE RAAD VOORNOEMD,
voorzitter.