De Heer VAN DER WESTERLAKEN gaat akkoord met het voorstel, het is
hem echter opgevallen, dat er maar een offerte bij de stukken ter inzage is gelegd.
Hij vraagt zich daarom af of plaatselijke installateurs ook een kans hebben gehad
offerte in te dienen.
Wethouder VAN GILS zet uiteen dat de Inspekteur van het gemeentebe
stuur het verzoek moeten beoordelen op redelijke aan het onderwijs te stellen eisen,
daartoe kan worden volstaan met één prijsopgave. Het is de bevoegdheid van het
schoolbestuur een bestelling te plaatsen en daarbij eventueel een andere leverancier
in te schakelen dan degene, die de prijsopgave heeft uitgebracht.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op dat het in deze tijd toch nuttig
kan zijn meerdere offertes op te vragen, daarin zou toch nogal wat prijsverschil
kunnen zitten.
Wethouder VAN GILS antwoordt daarop dat zowel de Inspekteur als
het gemeentebestuur zeer goed in staat zijn te beoordelen of een uitgebrachte offerte
niet te hoog is. Voorbeeld daarvan is de het volgende agendapunt.
De Heer TEUNISSEN wijst op de gescheiden verantwoordelijkheden van
schoolbestuur, gemeentebestuur en de Inspekteur van het kleuter- en lager onderwijs.
Wethouder VAN GILS voegt daaraan nog toe, dat het niet is uitgeslo
ten dat het schoolbestuur meerdere offertes heeft opgevraagd, maar op basis van
de meest gunstige offerte een krediet heeft aangevraagd.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN reageert daarop dat dat nu niet bekend
is en het kan daarom nuttig zijn toch nog eens aan het schoolbestuur te vragen
of zij meerdere offertes hebben ingediend; hij begrijpt zeer wel dat het schoolbe
stuur autonoom is in het plaatsen van bestellingen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.
6. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 50 VAN DE KLEUTER
ONDERWIJSWET EN ARTIKEL 72 VAN DE LAGER-ONDERWIJSWET 1920 AAN DE VERBOUWING
VAN HET SCHOOLGEBOUW VAN DE ST.MATTHEUSBASISSCHOOL TE GALDER.
De Heer ROPS verklaart namens het CDA dat deze fraktie geheel akkoord
gaat met dit voorstel. Hij wijst erop dat Wethouder van Gils reeds gezegd heeft
dat dit voorstel in principe vrij duur was en dat er flink aan is gesleuteld, maar
hij is er van overtuigd dat het er straks toch netjes uit zal komen te zien. Zijn
fraktie vraagt zich echter af of het college reeds een bestemming heeft voor het
oude gebouw, bijvoorbeeld voor huisvesting van bejaarden. Hij suggereert daarbij
de inwoners van Galder zelf te laten beslissen over de toekomstige bestemming van
dit gebouw.
De Heer TEUNISSEN gaat met zijn fraktie ook akkoord met dit voorstel
en heeft dezelfde vraag als de heer Rops.
Wethouder VAN GILS wijst erop dat in het voorstel reeds staat vermeld
dat het oude gebouw ten goede moet komen aan de plaatselijke gemeenschap. Hij be
grijpt de nieuwsgierigheid van de leden van de raad. Hij verklaart dat het college
en ook de raad volledig open staan voor ideëen uit de Galder/Strijbeekse gemeen
schap. Intussen is uit een ambtelijk onderzoek reeds gebleken dat het gebouw niet
geschikt is om in het kader van de woningwetsfeer te worden ingericht voor de huis
vesting van bejaarden, dit zou veel te duur worden. Verder liggen alle bestemmingen
nog open. Het schriftelijk verzoek van de Galder/Strijbeekse bejaarden zal bij
de beoordeling van de toekomstige bestemming ongetwijfeld worden betrokken. Het
ligt in de bedoeling dat de verbouwing van de basisschool op een zodanig tijdstip
plaatsvindt dat het kleuteronderwijs met ingang van het nieuwe schooljaar of daar
omtrent kan overgaan naar het andere gebouw. Dan komt de procedure op gang, waarbij
het gebouw wordt overgedragen aan de gemeente, een en ander zal nog dit jaar zijn
beslag krijgen. Het college streeft ernaar een bestemming voor het vrijkomende
gebouw te hebben op het moment dat dat zal worden ontruimd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.