- 4 -
7. VOORSTEL TOT BENOEMING VAN EEN LID VOOR DE "BEHEERSCOMMISSIE SPORTZAKEN BAVEL"
De Heer VAN DEN BROECK herinnert het colleg eraan dat in een vorige
vergadering, waarin een nieuw lid voor de Beheerscommissie Musische Vorming moest
worden benoemd, is toegezegd, dat in het vervolg een curriculum vitae van te benoe
men personen voor de raadsleden ter inzage zou worden gelegd. Een stemming over
personen, waarvan geen enkele achtergrond bekend is, geeft hem toch wel enige moei
te.
Wethouder VAN GILS stelt de heer Van den Broeck in het gelijk, het
college heeft in dit geval echter vergeten de betreffenden curriculum vitae ter
inzage te leggen. Hij zal daarom een mondelinge toelichting geven over de beide
personen. De twee kandidaten zijn voor de Bavelse raadsleden voldoende bekend is
zijn mening. Dit in tegenstelling tot de vorige keer, waar het twee mensen uit
Breda betrof. Mej. Hetty Bastiaansen is een Bavelse jongedame, welke in Bavel grote
bekendheid geniet, zij is secretaresse van de Jeugdraad, woont aan de Gilzeweg
en is een dochter van Janeke van Boerkes. Ook de heer Van Dongen is een Bavelse
jongeman, welke reeds jaren met zijn ouders in Bavel woont.
Nadat Wethouder Van Gils nog heeft verklaart dat verwacht wordt
dat de eerste van de voordracht zal worden benoemd brengt de VOORZITTER de voordracht
bij acclamatie in stemming. Mej. Hetty Bastiaansen wordt benoemd met algemene stem
men tot lid van de Bestuurscommissie Sportzaken Bavel.
8. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER A.P.
VAN LOON, DORSTSEWEG 8a TE BAVEL TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING.
Als voorzitter van de beroepscommissie brengt de Heer PLATZBEECKER
verslag uit van de bevindingen van die commissie. Na uitvoerig met de heer Van
Loon van gedachten te hebben gewisseld is de commissie tot de conclusie gekomen,
dat het college, handelende conform de richtlijnen, terecht de bouwvergunning heeft
geweigerd. De commissie is echter in grote meerderheid van mening, dat hier door
het college een kans is gemist om tot een eerste aanzet van het bedrijventerrein
"De Bunder" te Bavel te komen. Tijdens de algemene beschouwingen heeft niet alleen
spreker er op aangedrongen dat er een aktief promotiebeleid zou gevoerd worden
ten aanzien van het bedrijventerrein om juist in deze economisch moeilijke tijd
meer ruimte te scheppen voor ondernemers binnen de gemeente Nieuw-Ginneken. De
commissie is ervan overtuigd, dat de heer Van Loon bereid is zijn plannen aan te
passen ter realisering van een gedeelte van het bedrijventerrein. De commissie
dringt er daarom bij het college op aan opnieuw in onderhandeling te treden met
reklamant.
De Heer VAN YPEREN is van mening dat de heer Platzbeecker de mening
van de commissie uitstekend heeft verwoord. Hij meent echter daaraan iets te moeten
toevoegen. Tijdens de zitting van de beroepscommissie heeft hij gemerkt dat er
nauwelijks een gesprek heeft plaatsgevonden tussen de gemeente en de heer Van Loon
en dat ruiling van grond en de eventuele bijbetaling van gelden nauwelijks of niet
ter sprake is geweest. Zijn fraktie stelt zich op het standpunt de werkgelegenheid
binnen Nieuw-Ginneken te moeten bevorderen en de inrichting van een bedrijventerrein
maakt daarvan een onderdeel uit. Spreker betreurt het daarom dat nu een eigenaar
van gronden voor dit bedrijventerrein eerst in het harnas is gejaagd, doordat hem
een bouwvergunning wordt geweigerd. Ook het gesprek over verwerving van zijn gronden
is slechts minimaal geweest. Daarnaast is hij van mening dat verwerving van deze
gronden op titel van onteigening zeer moeilijk te realiseren zal zijn. Hij verwijst
in dat verband naar hetgeen de gemeente heeft meegemaakt in het bestemmingsplan
"Beekhoek II". Naar zijn mening heeft de heer Van Loon namelijk gelegenheid tot
het vestigen van bedrijven, met name een veem, hetgeen in overeenstemming is met
het ontwerp-bestemmingsplan bedrijventerrein. De nu voorliggende bouwaanvrage
zou dan tot de volgende vergadering moeten worden aangehouden.
De Heer BEEREPOOT wacht met zijn reaktie totdat daartoe in tweede
instantie de gelegenheid bestaat na het antwoord van het college.
De VOORZITTER verklaart dat de situatie minder emotioneel ligt dan
ze nu wordt gebracht. In het algemeen is het college er alert op in situaties
als deze in goed overleg te treden met partijen. Het college heeft er geen enkele