9. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET BOUW- RIJPMAKBN BESTEMMINGSPLAN "DE BUNDER I", Ie DEELPLAN (DERDE DEEL) TE BAVEL De Heer WILLEMSEN verwacht hier het antwoord dat Wethouder Van Gils in de commissie Financiën heeft toegezegd. Daarop zet Wethouder VAN GILS uiteen wat er gaat gebeuren met het restant Kerkpad aansluitend aan "De Bunder". In het derde deel van het eerste deel- plan "De Bunder" is een gedeelte van het fietspad als verharding opgenomen in de kosten van bouwrijpmaken van het bestemmingsplan. Een resterend gedeelte van het Kerkpad is opgenomen in het vierde deel van het eerste deelplan "De Bunder I" De gemeente heeft echter de verplichting het Kerkpad als fietspad begaanbaar te houden en zal daarom het restant gedeelte Kerkpad uit de post "onderhoud van de gewone dienst" op een fatsoenlijke manier begaanbaar maken. De Heer H. VAN GILS vraagt waar de andere ontsluiting van "De Bunder" blijft. Op de bij het bestemmingsplan behorende plankaart heeft hij gezien dat er ergens in het midden van de Kerkstraat nog een ontsluiting zou moeten komen voor het plan "De Bunder". De VOORZITTER antwoordt daarop dat zulks juist is, bedoelde ontslui- tingsweg in de Kerkstraat is geprojecteerd tussen de woningen van Gommers en Roovers. De raad zal zich herinneren dat beide personen een bezwaarschrift hebben ingediend eerst bij de raad, daarna bij Gedeputeerde Staten en nu bij de Kroon. Een paar weken voor deze vergadering zijn bedoelde bezwaarschriften behandeld in een zitting van de Raad van Statede uitslag daarvan wordt binnen enkele maanden verwacht. Wanneer de uitslag daarvan positief is voor de gemeente, dan betekent dat dat het beroep van beide personen is verworpen, wat inhoudt dat de geprojecteerde weg er komt. Als de uitslag voor de gemeente negatief is dan ontstaat er een compleet nieuwe situatie en zal er naar een andere ontsluiting gezocht moeten worden. Zodra de uitspraak van de Kroon is ontvangen zal het college de raad daarover informeren. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 10. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN GRONDPRIJZEN IN BESTEMMINGSPLAN "DE BUNDER" EN MACHTIGING TOT VERKOOP VAN BOUWGROND AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. De Heer TEUNISSEN verklaart dat zijn fraktie akkoord gaat met de voorgestelde grondprijzen. Hij vraagt of het college voornemens is deze grondprijzen ook te hanteren in de overige gemeentedelen De VOORZITTER is van mening dat dit een taktische vraag is, waarvan het antwoord vooruitloopt op een nog te behandelen agendapunt. Om de discussie daarover niet reeds bij dit agendapunt te behoeven voeren, antwoordt hij in algemene zin, dat het prijzenbeleid van de gemeente Nieuw-Ginneken verantwoord moet zijn. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor een korte pauze. Na de pauze heropent de VOORZITTER de vergadering en stelt aan de orde: 11VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET BOUW- RIJPMAKEN VAN BESTEMMINGSPLAN "BOUWERIJ - ST. JACOBSSTRAAT" TE GALDER. De Heer WILLEMSEN is van mening dat de kosten van dit plan erg hoog begroot zijn: de verschillende voorzieningen liggen er allemaal en behoeven alleen te worden aangepast. Zo is er een post voor bestrating 8.840,opgenomen en er is een post voor overhead 4.500,opgenomen. Deze posten zijn naar zijn mening aan de hoge kant. Wethouder VERKOOIJEN antwoordt daarop dat bij het opstellen van de begroting door Openbare Werken is uitgegaan van reële cijfers. Hij sluit echter niet uit dat de aanneemsom lager uitvalt. De Heer WILLEMSEN vraagt de Wethouder zich te beperken tot de door hem aangehaalde voorbeelden. Hij ziet die kosten namelijk helemaal niet zitten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 132