te keuren, in het plan "Middeltiend" is die m2-prijs ook goedgekeurd. Hij vraagt zich daarnaast af of het gemeentebestuur bereid is te bevorderen dat de algemene voorzieningen, welke hij daar straks heeft opgesomd, in de toekomst in de kern Galder/Strijbeek tot ontwikkeling komen. Ten aanzien van de verkoopbaarheid van de percelen merkt hij op, dat het ook voor verkoop van acht premie-B-woningen nodig is geweest andere voorzieningen te treffen, omdat onvoldoende belangstelling bestond vanuit de gemeenschap Galder/Strijbeek zelf. In de commissie Financiën heeft hij gehoord, dat de kosten van het bouwrijpmaken en het in exploitatie brengen van dit hele plan neerkomt op 80,61/m2. Hij vraagt zich daarom af waarom het nodig is dat de gemeente 39,39 winst moet maken op zo'n klein bestemmingsplan. Na de uitleg door de Wethouder wil de Heer VAN DER WESTERLAKEN zijn zienswijze op marktwaarde wel aanpassen. Toch is hij van mening, dat er wel mogelijk heden zijn om een marktwaarde vast te stellen ergens tussen de 80,en 120, welke de heer Willemsen zojuist heeft aangehaald. Het lijkt hem het beste ergens middenin te gaan zitten. Ten aanzien van het begrip marktwaarde brengt de Heer BEEREPOOT de volgende overweging in: stel voor dat de grond verkocht zou worden door een projectontwikkelaar, dan zou de grond vele malen meer, althans een hoger bedrag opbrengen dan de nu vast te stellen marktwaarde. Ten aanzien van de voordelen en charmes, welke uitgaan van het wonen in een klein dorp kan de heer Willemsen het best te rade gaan bij zijn eigen inwoners. Anderzijds moeten die voordelen beschermd worden en voor de inwoners van Galder/Strijbeek in stand worden gehouden; dat wordt gedaan door het vaststellen van een prachtig bestemmingsplan in het centrum van het dorp voor een redelijke prijs. Wethouder VAN GILS voegt nog toe aan zijn eerder betoog, dat de problemen, waar de kern Galder/Strijbeek nu mee worstelt en waar de heer Willemsen op heeft geduid, met name de vergrijzing, zijn ontstaan doordat er vele jaren lang in Galder/Strijbeek niet is gebouwd kunnen worden. De winsten, welke de gemeente maakt op bouwgrond, worden niet alleen gemaakt in Galder, maar ook in de overige gemeentedelen. Die gelden zijn wel gebruikt voor gemeenschapsvoorzieningen, niet alleen in Bavel en in Ulvenhout, maar ook in Galder/Strijbeek. Ook in de andere gemeentedelen leven er nog wensen ten aanzien van bepaalde voorzieningen, welke er niet zijn of in onvoldoende mate zijn. Nogmaals de problemen in Galder/Strijbeek zijn ontstaan, doordat er vele jaren niet is gebouwd kunnen worden, niet omdat er nu wel gebouwd kan worden tegen een redelijke prijs. Daarna gaat de Wethouder nog even verder in op de hogere prijzen, welke de gemeente vraagt voor zijn bouw grond. Wat Galder betreft heeft de gemeente altijd de krenten uit de pap kunnen pakken. Wanneer echter de verdere uitbouw van Galder gaat in een richting zoals Gedeputeerde Staten die ook wenst, zou het wel eens nodig kunnen zijn, dat er wel peperdure bedrijven aangekocht moeten worden en op dat moment zouden de nu gereser veerde gelden uitstekend van pas kunnen komen. Tot slot merkt de VOORZITTER nog op dat de kleinschaligheid, waarmede Galder wordt ontwikkeld heeft geleid tot een veel lagere woningdichtheid per ha. Die lage woningdichtheid beïnvloedt het wonen in Galder op een zeer positieve wijze ten opzichte van bijvoorbeeld de kleine percelen en smalle straten in "De Bunder". Dat brengt met zich mee dat het onevenredig zou zijn als de-royale percelen en royale straten tegen een lagere prijs verkocht zouden worden dan de percelen in "De Bunder". De Heer TEUNISSEN herinnert aan zijn vraag, welke hij gesteld heeft bij agendapunt 10., hij vraagt zich af of hij het antwoord daarop moet ontleden uit het antwoord van de Wethouder Wethouder VAN GILS antwoordt daarop dat het antwoord op die vraag inderdaad zat besloten in het zojuist door hem gegeven antwoord, waarin zal opgeslo ten dat het uit een oogpunt van redelijkheid, billijkheid en gelijkheid gewenst is voor de gehele gemeente een evenwichtig grondprijzenbeleid te voeren. De Heer WILLEMSEN laat aantekenen dat hij geacht wil worden tegen het voorstel te hebben gestemd. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming vastgesteld met dertien stemmen vóór en één stem tegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 135