-2-
Lid 2 vermeldt dat ingeval van een ingrijpende verandering een "leidraad bij
organisatieveranderingen" gehanteerd zou moeten worden om die veranderingen te
begeleiden. Bij eerste lezing van het voorstel van het College heeft zij begrepen
dat het College het advies van de Commissie inderdaad overgenomen heeft, in die
zin dat iedere organisatieverandering, groot of klein, gemeld zou worden, en
dat bij ingrijpende wijzigingen de "leidraad" gehanteerd zou worden. Bij herlezing
is zij echter gestuit op het zinnetje in de 3e alinea van het voorstel"met dien
verstande dat aan het nieuw in te voeren artikel A 6 slechts toepassing wordt
gegeven in geval er sprake is van een ingrijpende organisatieverandering"
Mevrouw BOGMANS vraagt zich af of hier niet met de ene hand wordt terug
genomen wat met de andere hand wordt gegeven.
De heer WILLEMSEN merkt op dat het voorstel erg moeilijk geformuleerd
is. Wat wordt nu precies voorgesteld?
De heer BEEREPOOT zegt van mening te zijn dat van dit soort regels
zo weinig mogelijk gebruik gemaakt moet worden. Hij neemt aan dat het College
het begrip "ingrijpende wijzigingen" heel ruim zal interpreteren, en dat in een
goede verstandhouding met de betrokken werknemers allerlei zaken geregeld zullen
worden
De VOORZITTER antwoordt dat het hier gaat om een onderdeel van de rechts
positie van de ambtenaren. Regelmatig vinden wijzigingen en aanvullingen van
het ambtenarenreglement plaats. Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke
behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden adviseert over de arbeids
voorwaarden. Dat is in dit geval óók gebeurd. Het College vindt dat het te ver
gaat om voor elke wijziging van de werkomstandigheden, voor elke wijziging van
de organisatie, hoe gering ook, de bonden in te schakelen. Natuurlijk is het
een kwestie van interpretatie wanneer aangegeven moet worden of iets een ingrijpende
organisatieverandering is. Mét de heer Beerepoot is het College van mening dat
een goede verstandhouding met de werknemers, de ambtenaren, erg belangrijk is.
Ook in het verleden heeft het College er steeds naar gestreefd in goed overleg
tot eventuele wijzigingen te komen. Dat overleg loopt, afhankelijk van de situatie,
langs verschillende kanalen, zoals via de bureauchef, of de afdelingschef, of
in andere situaties langs de gemeentesecretaris, of ook via het College zelf.
Het College meent dat dit zo moet blijven. Het heeft er geen behoefte aan hiervoor
strakke schema's voor te schrijven en dat allemaal te formaliseren.
Uiteraard is er helemaal geen bezwaar tegen om overleg te plegen met de bonden
als het over ingrijpende zaken gaat. Ook in het verleden heeft het College diverse
malen kontakt met de bonden gezocht. Maar in het kader van een optimale werksituatie
is het nodig flexibel te blijven in de totale werkuitvoering.
Dat betekent dat niet te veel regels gesteld moeten worden waar het om geringe
zaken gaat, doch dat anderzijds verwacht mag worden dat het College zich aan
de spelregels zal houden als het gaat om meer belangrijke zaken.
De VOORZITTER zegt uitdrukkelijk dat het dus van de aard van de beoogde
wijziging in rechtspositionele voorschriften 'afhangt of het College in die situatie
het "zwaar overleg" op gang zal brengen.
Mevrouw BOGMANS vraagt waarom wel de tekst van het Centraal Orgaan
wordt overgenomen, maar niet de bedoeling die achter het voorgestelde artikel
zit. Juist uitgaande van een goede verstandhouding zal het plaatselijk Georganiseerd
Overleg zeker niet bij een zaak van geringe betekenis dwars gaan liggen of verder
gaand overleg eisen. Zij meent dat misverstanden omtrent de definitie van "ingrij
pende veranderingen" tot vervelende toestanden kunnen gaan leiden. Zij wijst
op de motivering door het Centraal Orgaan, namelijk dat de acceptatie door het
personeel van voorgenomen veranderingen in de organisatie veel groter zal zijn
indien daarover vanaf het eerste ogenblik open en reëel met de vertegenwoordigers
van het personeel is gesproken.
Zij merkt verder op dat de Commissie voor Georganiseerd Overleg er grote bezwaren
tegen heeft dat het College de inspraak eenzijdig en zelfstandig zou beperken
ten aanzien van het criterium "ingrijpende wijzigingen binnen de organisatie".
De Commissie acht medebeoordeling van het criterium "ingrijpend" van wezenlijk
belang. Zij zegt óók die mening te zijn toegedaan, en het dus niet eens te zijn
met de interpretatie die het College nu geeft.