-14-
Mevrouw BOGMANS is wat de OGB betreft van mening dat de minder draag-
krachtigen over het algemeen in goedkopere eigen woningen wonen. Zij blijft
verhoging van deze belasting billijker vinden dan uniforme verhoging van de
reinigingsrechten
De heer Beerepoot heeft opgemerkt dat verhoging van de reinigingsrechten hem
't meest eerlijk voorkomt. Zij meent dat dit niet te rijmen is met hetgeen door
de C.D.A. tijdens de commissievergadering naar voren is gebracht, namelijk dat
gewaakt moet worden voor aantasting van de positie van burgers met een smalle
beurs. Volgens het verslag van die vergadering heeft het C.D.A. toen gezegd
dat naar zijn mening verhoging van de reinigingsrechten de minder draagkrachtigen
relatief zwaar zal treffen, zulks in tegenstelling tot een mogelijke verhoging
van de OGB.
Wat de vermindering van subsidies betreft meent zij dat óók een punt van afweging
mag zijn de vraag welk belang de raad hecht aan een bepaalde voorziening.
Eén van de motieven, die de bezuinigingsnota aanhaalt ten gunste van privatisering
is dat het uitbesteden van overheidstaken aan particuliere bedrijven het econo
misch herstel zou bevorderen.
Mevrouw BOGMANS zegt dit te zien als een soort geloof, waarvoor zij
geen concrete bewijzen heeft zien aandragen.
In tweede instantie antwoordend zegt Wethouder VAN GILS dat méér rekening
houden met de draagkracht inderdaad verhoging van de OGB zou kunnen worden be
reikt, maar hij konstateert dat de meningen in de raad hierover verdeeld zijn.
De heer BEEREPOOT zegt dat hij verbetering van de efficiëncy in de
organisatie niet gekoppeld heeft aan een noodzakelijke vermindering van het
personeelsbestand. Er wordt nog een sterke uitbreiding van de aktiviteiten van
de gemeente verwacht, en in dit verband noemt hij de voorgenomen deregulering,
waaraan zeker ook voor de gemeente konsekwenties verbonden zullen zijn. Effi-
ciëncy-verbetering lijkt hem absoluut nodig.
De heer Willemsen heeft er op gewezen dat bij verhoging van de reinigingsrechten
de ouderen onevenredig zullen worden getroffen. De heer BEEREPOOT meent dat
het vaak voorkomt dat meerdere personen samen een container hebben. Dan wordt
een tariefsverhoging ook minder zwaar gevoeld.
Ten aanzien van het draagkrachtbeginsel zegt hij nog dat niet klakkeloos allerlei
landelijke principes hier gevolgd moeten worden. Hij vraagt zich af waarom er
bijvoorbeeld nooit over gesproken wordt om minder draagkrachtigen minder te
laten betalen voor gas, stroom enzovoorts.
De heer WILLEMSEN vraagt of het juist is dat er plannen bestaan om
de dienstverlening door de gemeente te gaan verminderen, zoals bij volksfeesten,
Bavel Anno 1920 enzovoorts.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat het college besloten heeft om vanaf
1 mei de dranghekken van de gemeente in zo'n geval nog wel gratis ter beschikking
te stellen, maar dat de verenigingen en instellingen die ze nodig hebben zelf
voor het vervoer moeten zorgen.
Deze regeling is bij Bavel Anno al toegepast.
De heer WILLEMSEN meent dat dit voor een Oranjecomité toch wel erg
bezwaarlijk kan zijn. Zo'n comité bestaat uit een paar mensen, die niet over
eigen vervoer beschikken. Gevolg zou kunnen zijn dat dan van het organiseren van
feestelijkheden afgezien moet worden.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat zich tot heden geen problemen hebben
voorgedaan, behoudens met het wielercomité Ulvenhout, waarvoor de nieuwe regeling
erg onverhoeds kwam. Ook de mensen van Bavel-pop hebben zelf het vervoer geregeld.
De heer TEUNISSEN vraagt wat het college gaat doen met de punten die
vanavond aan de orde zijn gesteld, en met name de punten waarover verschil van
mening bestaat. Verder merkt hij op dat in de huidige maatschappij over het
algemeen de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, vooral bepaald door
de rijksoverheid. Op lager niveau zal dan voor een aantal zaken toch gekozen
moeten worden voor een uniforme regeling.