verschijnsel zich ook heeft voorgedaan langs de Nieuwe Bredaseweg, waar het in
middels wél tot ieders tevredenheid is opgelost. Naar het oordeel van spreker
zou het college aan deze bezwaren tegemoet kunnen komen door het afleggen van
een intentieverklaring, waarin wordt weergegeven dat het er in de toekomst alles
aan zal doen om te voorkomen dat de Seminarieweg gebruikt zal gaan worden voor
het lang parkeren van vrachtwagens. In tegenstelling tot het gestelde in de
laatste alinea van blz. 2 van het ontwerp-besluit is hij van mening dat ook
bestaande bedrijven gebruik zullen gaan maken van de ontworpen uitrit op de
Seminarieweg. Daarom meent hij dat de kosten van verwerving van de voor de
uitrit benodigde grond niet alleen aan de toekomstige exploitant van het
eventueel nieuw te vestigen bedrijf in rekening kunnen worden gebracht,
zoals in het voorstel van B en W gezegd wordt. Ook de al gevestigde bedrijven
zullen zeker van die uitrit gebruik maken.
Zijdelings aan dit voorstel vraagt de Heer VAN GESTEL hoe de
situatie is met betrekking tot de Hinderwet voor de agrarische bedrijven, welke
zijn gelegen aan de overzijde van het viaduct nu er in "De Bunder" woningen
gebouwd gaan worden. Aanvankelijk heeft het in de bedoeling gelegen deze bedrij
ven uit te kopen ten behoeve van een bedrijventerrein, maar dat is na tussenkomst
van Gedeputeerde Staten niet doorgegaan. Resultaat daarvan is dat beide daar
gevestigde agrarische bedrijven nu komen te liggen binnen een ingevolge de Hinder
wet gevoelige cirkel.
In het betoog van de Heer Van Yperen heeft de VOORZITTER niet
kunnen beluisteren dat deze principiële bezwaren heeft tegen het plan. Wat hij
zegt komt er op neer dat het college de vrees van bezwaarmakers voor het langdu
rig parkeren in de Seminarieweg zou kunnen wegnemen door het afleggen van een
intentieverklaring, welke inhoudt dat er naast het bestemmingsplan aanvullende
verkeersmaatregelen zullen worden getroffen om bedoeld langdurig parkeren te
voorkomen. Hij vraagt de Heer Van Yperen of de conclusie juist is dat daarmee
de bezwaren van deze mensen worden opgeheven.
De Heer VAN YPEREN kan daarop geen antwoord geven, maar hij is
wel van mening dat daarmee aardig aan die bezwaren wordt tegemoet gekomen omdat
deze zich voornamelijk op dat punt richten.
Hoewel de VOORZITTER op zichzelf sympathiek staat tegenover de
gedachte het lang parkeren in de Seminarieweg te voorkomen, het is tenslotte
een woonbuurt, wil hij staande deze vergadering nog geen verklaring afleggen.
Om de consequenties daarvan beter te kunnen overzien lijkt het hem verstandig
daarover eerst het advies in te winnen van de verkeerscommissieDaarna kunnen
burgemeester en wethouders hun standpunt bepalen en dat in de richting van de
bezwaarmakers ventileren. Dit alles staat echter los van de procedure tot vast
stelling van het bestemmingsplan.
WETHOUDER J. VAN GILS zegt toe hiervoor een vergadering van de
verkeerscommissie te zullen beleggen.
Vervolgens gaat de VOORZITTER in op de omslagkosten, welke in
rekening zullen worden gebracht aan een nieuw te stichten bedrijf wanneer dat
gebruik zal gaan maken van de aan te leggen ontsluitingswegWanneer ook bestaan
de bedrijven een uitweg willen hebben op deze ontsluitingsweg dan is het vanzelf
sprekend dat ook zij meebetalen aan de verkregen uitwegmogelijkheid. Het zal
daarom nodig zijn het punt van deze omslag opnieuw te bekijken wat tot een redak-
tionele aanpassing van het besluit kan leiden.
Het is juist dat iedere boer nadeel ondervindt van de vestiging
van burgerbebouwing in zijn omgeving, of die nu ligt in de kombebouwing of in
het buitengebied doet daarbij niet veel ter zake. Door de nieuwe normen ingevolge
de Hinderwet doet zich dat ook voor ten opzichte van de bedrijven van de beiden
Bastiaansensdie nu tegen "De Bunder" aanliggen. Dat is echter een zaak die
niet in dit bestemmingsplan moet worden geregeld dit had geregeld moeten worden
in het bestemmingsplan "De Bunder", toen was er sprake van een reële bedreiging
van de bedrijfsvoering in de hinderwetsfeer.