13a VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN GEDEELTE VAN VAN HET GEBIED LANGS DE RIVIER "DE BOVENMARK" Alvorens de leden van de Raad in de gelegenheid te stellen op dit voorstel te reageren geeft de VOORZITTER een nadere toelichting. Deze betreft in de eerste plaats de beslissing van de waarnemend Voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van het verzoek om schorsing van de beslissing van Gedeputeerde Staten waarbij deze een ver klaring van geen bezwaar hebben afgegeven voor de aanleg van een fietspad langs de Bovenmark. Door de heer en mevrouw A. Mertens te Galder is daartegen een bezwaarschrift ingediend bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en tevens is om schorsing verzocht bij de Voorzitter van de Raad van State. Laatstgenoemde heeft die schorsing op formele gronden ook uitgesproken omdat in het bestemmings plan "Buitengebied", wat inmiddels door Gedeputeerde Staten is vastgesteld maar waartegen nog enkele beroepsprocedures lopen, de gronden waarop het fiets pad zal worden aangelegd zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden. Ambtelijk overleg heeft intussen uitgewezen dat het wellicht toch mogelijk zou zijn het fietspad aan te leggen wanneer de bestemming van de benodigde gronden, waterhuishoudkundige doeleinden, wordt uitgebreid met "inclusief recre atieve doeleinden". Om dat mogelijk te maken is een wijziging van het bestemmings plan nodig waartoe burgemeester en wethouders op dit moment voorstellen een voorbereidingsbesluit te nemen. Op 12 september 1983 vindt er in 's-Hertogen- bosch namelijk een hoorzitting inzake het AROB-bezwaarschrift van de fam. Mertens plaats waarin ook de gemeente Nieuw-Ginneken als partij zal worden gehoord. Uit ambtelijk overleg is, eerst daags voor deze raadsvergadering, gebleken dat Gedeputeerde Staten wellicht opnieuw vrijstelling zullen verlenen wanneer deze bepaling aan het bestemmingsplan zal worden toegevoegd. Tegen deze laatste beslissing kan dan de fam. Mertens opnieuw beroep instellen bij de Raad van State. De indruk bestaat nu dat de Voorzitter van de Raad van State bij een herhaald verzoek tot schorsing in zijn overwegingen zal betrekken dat het voor nemen bestaat het bestemmingsplan op dit punt te wijzigen en dan geen schorsing meer zal verlenen. Het college vindt het belang van aanleg van dit fietspad zodanig groot dat het in de loop van de middag voorafgaande aan deze raadsver gadering heeft besloten dit voorstel als aanvullend punt aan de agenda toe te voegen en dit onmiddellijk ter kennis van de leden van de Raad te brengen. Een gedeelte van het fietspad, tussen de Duivelsbruglaan en de Schelebrug, is intussen gerealiseerd en het college heeft daarop zeer positieve teakties ontvangen. Om geen kansen verloren te laten gaan heeft het college gemeend dit voorstel nog te moeten doen voordat de hoorzitting wordt gehouden. Wanneer de Raad besluit tot het nemen van dit voorbereidingsbesluit zal dat gepubliceerd worden en het college hoopt dat daarmee een barrière wordt weggenomen om het fietspad alsnog tot aan de Markweg aan te leggen. Voor de fam. Mertens bestaat de kans opnieuw in beroep te gaan bij de Raad van State en zij kan daar haar belangen volledig verdedigen. De heer WILLEMSEN schetst de geschiedenis van het fietspad langs de Bovenmark, welke bij betitelt als een slepende kwestie. Eind jaren '70 is deze kwestie een keer besproken in de commissies Ruimtelijke Ordening en Open bare Werken. In 1982 is deze zaak naar zijn oordeel plotseling en op een onzorg vuldige wijze in procedure gebracht waarbij slordig is gehandeld ten aanzien van particuliere belangen. In de raadsvergaderingen tussen augustus 1982 en deze vergadering heeft spreker daarover het nodige gezegd. In deze vergadering krijgen de leden van de Raad van het college een voorstel voorgelegd om een bepaalde slimme weg in te gaan. Spreker wijst op het schorsingsbevel van de Voorzitter van de Raad van State ten aanzien waarvan de handelwijze van het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken al een enigszins vreemde indrukt wekt, zo valt uit de brief van de advokaat van de heer en mevrouw Mertens te lezen. Als de gemeente al meent zich niet aan een uitspraak van de rechter te hoeven houden wat kan zij dan nog van de burgers verwachten? Het is spreker duidelijk dat er naar een wijze is gezocht om de toegezegde subsidiegelden voor 1 november 1983 te besteden want dat is de fatale datum. Nu komt het college op de dag van deze raadsvergadering, 23 augustus 1983, -voor spreker was dat om 16.30 uur-, nog met een raadsvoorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 218