- 2 -
berekeningen voor het jaar 1982 nog werd uitgegaan van een gemiddeld
aantal leerlingen dezer school van 90 - feitelijk bleek het gemiddelde
in 1982 iets lager, nl. 86 1/3 leerling - voor 1983 wordt uitgegaan
van een gemiddeld schoolbezoek door 78 leerlingen. Het zal U duidelijk
zijn dat dit gegeven ook mede het uiteindelijke eindcijfer van het
bedrag per leerling belangrijk beïnvloedt. Zoveel mogelijk is bij
de opstelling dezer schoolbegroting rekening gehouden met het feit
dat een dalend aantal leerlingen niet of nauwelijks van invloed is
op de gemiddelde vaste kosten van een school, zoals de kosten van
instandhouding, kosten wegens verlichting, verwarming en schoonhouden,
kosten aanschaffing leer- en hulpmiddelen en telefoonkosten. De stij
ging van de gasprijs per 1 januari jl. is verdisconteerd. Vervolgens
is het bedrag wegens leer- en hulpmiddelen per leerling enigermate
extra verhoogd, aangezien de heden ten dage op veel lagere scholen
gehanteerde leermethoden voor wat betreft het dagelijkse gebruik door
de kinderen een vrij stabiele kostenfactor vormen en dus een belang
rijk deel uitmaken van de op deze post te verantwoorden kosten.
Een kostenverlagende factor in 1983 ten aanzien van de totaal
uitgaven wegens verlichting, verwarming en schoonhouden van het school
gebouw is een gevolg van het feit dat de openbare lagere school per
1 augustus 1983 een leerkracht minder zal tellen, waardoor 1 lokaal
buiten gebruik zal komen met dienovereenkomstig minder uitgaven wegens
energieverbruik en schoonhouden. Voor het overige is aan de hand van
de gemiddelde exploitatie-resultaten van deze school in de afgelopen
jaren getracht ook voor 1983 een zo reëel mogelijke schatting te maken
van de te verwachten exploitatie-uitgaven.
Met inachtneming van het vorenstaande zijn wij van mening
dat het alleszins redelijk en verantwoord is het bedrag per leerling
ingevolge artikel 55bis, 1e lid, der Lager-onderwijswet 1920 te bepa
len op 544,59, inclusief 37,35 administratiekosten, hetgeen ten
opzichte van de ramingen op de diverse onderdelen in de gemeentebegro
ting 1982 een stijging betekent van 28,96 per leerling, uitgaande
tenminste van een gemiddeld aantal leerlingen van de openbare lagere
school van 78 in 1983 ten opzichte van 90 leerlingen in het jaar 1982.
Een specificatie van de berekening van dit bedrag per leerling
op onderdelen voor 1983 met een vergelijking van de ramingen in 1982
hebben wij voor U ter visie gelegd, evenals het ontwerp van het in
deze door Uw Raad te nemen besluit.
De Commissie van advies en bijstand voor Welzijnszaken heeft
over dit voorstel advies uitgebracht, hetgeen eveneens voor U ter
inzage is gelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN
De Secretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink. M. van de Ven.