gemeente nieuw-qinneken
^Cy Raadsvergadering
27 september 1983
Agenda Nr. 7
Klass. Nr. -1.842.58
Onderwerp:
Voorstel tot opzegging van de overeenkomst met
de gemeente Breda inzake het R.I.B.O., en tot
het aangaan van een overeenkomst met de gemeente
Prinsenbeek inzake het bijzonder onderzoek.
Ulvenhout, 13 september 1983.
Aan de Raad,
Op 23 augustus 1977 werd door uw Raad besloten om met de gemeente
Breda een overeenkomst aan te gaan betreffende het "Bijzonder Onderzoek".
In deze overeenkomst die in werking trad op 1 september 1978 sprak deze
gemeente uit dat zij, ter voorkoming van frauduleuze handelingen en gedra
gingen waardoor ten onrechte uitkeringen op grond van wetten en regelingen,
waarvan de uitvoering aan de gemeentebesturen is opgedragen, worden ver
kregen, gebruik zal maken van de diensten van het Bureau Bijzonder Onder
zoek bij de gemeentelijke sociale dienst van de gemeente Breda.
De verwachtingen die wij, maar ook sommige andere gemeenten,
koesterden over het praktisch gaan funktioneren van het zogenaamde Regionale
Instituut Bijzonder Onderzoek (R.I.B.O.) zijn niet bewaarheid. Mede debet
aan dit minder goede werken was ongetwijfeld de geringe personeelsbezetting
(2 personen), werkzaam in een gebied dat naast de gemeente Breda 13 gemeen
ten omvatte, terwijl vervolgens in concrete situaties waar gegronde redenen
bestonden om aan te nemen dat een uitkeringsgerechtigde een oneigenlijk
gebruik, c.q. misbruik van de uitkering maakte node de opsporingsbevoegd
heid van de medewerkers van het R.I.B.O. werd gemist.
Deze wat minder positieve geluiden uit ambtelijke kring hebben
geleid tot een medio 1982 door de D.I.V.O.S.A.kring Breda opgesteld
rapport waarin naast de gehele of gedeeltelijke bevestiging van de kritiek
op het funktioneren van het Instituut wegen zijn aangegeven om in de
nabije toekomst daarin verbetering te brengen. Zo zou door uitbreiding
van personeel van 2 tot 5 personen de effectiviteit van werken voor het
gehele gebied moeten worden verhoogd, de werkwijze van de begeleidings
commissie zou moeten worden herzien, en vervolgens de vraag of de mede
werkers opsporingsbevoegdheid zouden moeten krijgen zou aan elke indivi
duele gemeente moeten worden overgelaten.
Deze aanbevelingen heeft het gemeentebestuur van Prinsenbeek,
daarin gevolgd door dat van Zundert, er niet van weerhouden de overeen
komst inzake het Bijzonder Onderzoek ingaande 1 januari 1983 op te zeggen.
Beide gemeenten zijn onderling een overeenkomst aangegaan en werken momen
teel met een ambtenaar die opsporingsbevoegheid heeft.
Ook ons college, daarin gesteund door de Bestuurscommissie Sociale Zaken,
ziet in de aanbevelingen uit het rapport van D.I.V.O.S.A., nog daargelaten
of die ook alle praktisch ten uitvoer zullen worden gebracht, onvoldoende
garanties voor een naar alle deelnemende gemeenten toe optimaler funktio
neren van dit Instituut.
Het (ook na uitbreiding) beperkt aantal medewerkers voor dit grote werk
gebied gaat naar onze mening ten koste van de kwaliteit van de in te
stellen onderzoeken, zulks dan nog afgezien van het feit dat geen eens
luidendheid bestaat tussen de verschillende gemeenten omtrent de aan
de medewerkers toe te kennen opsporingsbevoegdheid.