-7-
Na heropening van de vergadering stelt De VOORZITTER aan de orde:
6. VOORSTEL TOT INSTEMMING MET DE ONTWERP-NOTA VOLKSGEZONDHEID VAN HET STADSGEWEST
BREDA.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN betoogt dat de uiteindelijke bedoeling
van de Wet Voorzieninqen Volksgezondheidszorg is om de lappen deken die de gezond
heidszorg nu is een wat meer overzichtelijk patroon te geven. Dat is een immense
opgave. Op deze manier probeert de regering in de toekomst een coherent beleid
te voeren. Met daarbij in deze tijd wel misschien als belangrijkste oogmerk,
de kostenbeheersing. Dit dan via de nauw gelieerde Wet Tarieven Gezondheidszorg.
Dit laatste verklaart waarschijnlijk ook het gehaaste en brokkelige karakter
waarmee de invoering van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg gepaard gaat. Het
kan dan ook niet anders dan dat het Stadsgewest ondanks hard werken nog niet
alles ingevuld heeft. Dit houdt automatisch in dat de gemeenten nog verder achter
op lopen. Hij gaat akkoord het gemeentelijk beleid te laten bepalen door de te
verwachten regionale blauwdruk omdat pas aan de hand daarvan bepaald kan worden
of er een gemeentelijk of een sub-regionaal gezondheidsplan moet komen. Datzelfde
geldt voor de instelling van een adviescommissie. Bij punt 7a. merkt hij op dat
het bewustmakingsproces van de preventieve gezondheidszorg zeker ook van toepassing
is op de regering die het gymnastiekonderwijs bijvoorbeeld in de hogere klassen
af wil schaffen. Bij 7b. nog de kanttekening dat de taak van de gemeente op het
gebied van zelfzorg en mantelzorg zijns inziens niet alleen dient te geschieden
via coördinatie van de G.V.O. maar ook kan inhouden inventarisatie en coördinatie
van aktiviteiten die ai in de gemeente aanwezig zijn.
De Heer VAN DEN BROECK merkt op dat het doel van deze nota Gezondheids
zorg in wezen is de kostenbeheersing van de totale gezondheidszorg welke momenteel
11 a 12% bedraagt van het nationaal inkomen. De nota geeft al een eerste aanzet
voor de eerstelijns gezondheidszorg. De V.V.D.-fraktie is bevreesd dat het ontwerp
misschien zal verzanden in allerlei commissies waardoor het doel, de kostenbeheer
sing van de gezondheidszorg, niet meer bereikt wordt. Verder wil zijn fraktie
graag betrokken blijven bij de komende plannenmakerij omtrent deze gezondheids
nota.
Namens zijn fraktie deelt de Heer ROPS mede dat wordt ingestemd met
de ontwerp-nota Volksgezondheid. De fraktie heeft wel één vraag; er is een tijd
geleden gesproken over vestiging van een apotheek in de gemeente Nieuw-Ginneken,
valt dat ook onder dit voorstel?
De VOORZITTER zet uiteen dat het de bedoeling van deze nota is om in
een aantal stappen te komen tot een beleid ingevolge de Wet op de Voorziening
Gezondheidszorg, die wel is vastgesteld maar nog niet helemaal werkt. Dat betekent
dat een stukje perspectief wordt gegeven in de procedure naar een gezondheidsplan
wat de Raad zal moeten vaststellen. De bedoeling van de wet is drieledig: democratisering
regionalisering en echolonnering van de gezondheidszorg is er uitdrukkelijk nog niet. De over
heid krijgt nu wat meer greep op die gezondheidszorg, die vrijwel nog uitsluitend uit particu
lier initiatief bestaat. Dat moet ook zo blijven, het moet zeker geen genationali
seerde gezondheidszorg worden. Van de andere kant is er de wildgroei die de afge
lopen tientalle jaren heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot een zodanige
claim op het nationaal budget dat de overheid hier wel in moest grijpen. De heer
van den Broeck zegt dat dat het doel is van deze nota en van de wet, maar dat
is een nevendoel. Het hoofddoel is een stuk planning van de overheid van wat
inderdaad de lappen deken wordt genoemd. Via democratisering moet dat worden
bereikt. Het tweede doel is dat de verschillende categorieën binnen het veld
van de gezondheidszorg geordend worden. Ook daar is nu geen sprake van want elke
instelling van gezondheidszorg heeft zo zijn eigen beleid, terwijl er alles voor
te zeggen is in het beleid van de verschillende categorieën in de eerste, tweede,
derdelijns en basis-gezondheidszorg een stuk orde te brengen. Op de derde plaats
is er sprake van een stuk regionalisering en daarmee komen we op de taken van
het Stadsgewest. Die regionalisering moet uitmonden in een samenspraak van
de overheid met het georganiseerde veld van gezondheidszorg waartoe ook behoren
de ziektekostenverzekeraars en de consument, de patiënt.