-10- Mevrouw BOGMANS is van mening dat als een gemeente een instelling heeft, die bijzonder onderzoek verricht, dat ook goed gebeuren moet anders behoef je zo'n instelling niet te hebben. Dus vandaar dat zij het met het voorstel eens is omdat daarin toch een aantal voordelen zijn opgenoemd. Zij is blij dat in dit voorstel tevens verwoord staat, dat slechts in die situaties waarin gegronde aanwijzigen staan omtrent misbruik of oneigenlijk gebruik van sociale voorzieningen zal worden overgegaan tot het instellen van een nader onderzoek. Zij zou niet willen dat er een soort heksenjacht zou ontstaan maar heeft begrepen dat dat zeker niet de bedoeling is. De Heer WILLEMSEN zegt dat een goed voorstel te vinden? zijn fraktie is daarom voor. WETHOUDER VERKOOIJEN zet uiteen dat de gemeenten Prinsenbeek en Zundert gezamenlijk reeds bezig zijn eigen onderzoeken in te stellen. De overstemming over aanslui ting daarbij van de gemeente Nieuw-Ginneken heef t alleen nog wat op zich laten wachten. Aanlei ding van de wijziging is het feit dat de regelmatige aanmeldingen bij het R.I.B.O. tot nu toe niet tot resultaat hebben geleid. Het R.I.B.O. heeft twee ambtenaren in dienst en deze bezitten geen opsporingsbevoegdheid. Om die redenen hebben de gemeenten Prinsenbeek en Zundert ook van verdere deelname in het R.I.B.O. afgezien. Daarnaast geeft de bestuurscommissie Sociale Zaken de voorkeur aan meer kleinschaligheid; er wordt nu een werkgebied gevormd met 30.000 inwoners tegen 200.000 inwoners voor het R.I.B.O. De opsporingsambtenaar van de gemeente Prinsenbeek krijgt zijn verzoeken tot onderzoek van de bestuurscommissie Sociale Zaken. In een kleine gemeente als Nieuw-Ginneken komen er bij de bestuurscommissie weieens zaken ter tafel waarbij men de wenkbrouwen fronst en welke om een nader onderzoek vragen. De opsporingsambtenaar uit Prinsenbeek brengt dan verslag uit en het is aan de bestuurscommissie Sociale Zaken om te beslissen of een diepgaand onderzoek is gewenst danwel of er aangifte zal worden gedaan bij de Officier van Justitie. Men kan zich voorstellen dat uit de rapportage allerlei oorzaken en factoren naar voren komen die aanleiding zijn om niet tot vervolging over te gaan. In de overeenkomst welke met betrekking tot het R.I.B.O. is aangegaan is bepaald dat bij uittreden nog voor twee jaar een bijdrage verschuldigd is, in casu 3.000,over de jaren 1984 en 1985. De wethouder vreest dat bij opzegging van de overeenkomst met Breda verzocht zal worden om doorbetaling van de bijdrage. Het door de heer van der Westerlaken genoemde bedrag van 17.865,is het maximum in geval er twee opsporingsambtenaren moeten worden aangesteld. Wanneer de Raad in deze vergadering mocht besluiten tot aansluiting bij de gemeenten Prinsenbeek en Zundert dan zal in de komende weken overleg plaatsvinden over het aantal te verwachten onderzoeken en de personele consequenties daarvan. Ook het aantal uren van 1160 valt niet exact te bepalen, bij het R.I.B.O. zou dat theoretisch 225 uren bedragen. Over de kostenfactor valt ook geen exact cijfer te noemen omdat de kosten verbonden aan onderzoeken in het kader van de W.W.V. voor 100% van het Rijk worden terugontvangen en alleen voor onderzoeken in het kader van de R.W.W. en de A.B.W. 10% van de kosten voor rekening van de gemeente blijven. De wethouder is blij met de steun voor het voorstel en verklaart dat het zeker niet de bedoeling is een heksenjacht te beginnen. Uit het antwoord van de wethouder is het bij de Heer TEUNISSEN niet duidelijk over gekomen waarom in het voorstel de gemeente Zundert is weggelaten. Uit de woorden van de wethouder heeft hij kunnen opmaken dat de eindverantwoording ligt bij de bestuurscommissie Sociale Zaken. De Heer H. VAN GILS constateert dat de woorden van de wethouder in tegenspraak zijn met de toelichting in het voorstel. In het voorstel wordt namelijk een gematigd optimisme tentoongespreid ten aanzien van de doorbetaling van de bijdrage in de 1984 en 1985, maar de wethouder zegt zo juist dat er een opzegtermijn is van 2 jaar. De Heer VAN DER WESTERLAKEN wil toch graag een indicatie van de hoeveel heid onderzoeken die er in het verleden zijn aangevraagd bij het R.I.B.O. danwel hoe vaak het College denkt dat van de nieuwe voorziening gebruik zal worden gemaakt. WETHOUDER VERKOOIJEN antwoordt daarop dat er enkele jaren geleden nogal wat onderzoeken zijn aangemeld bij het R.I.B.O. maar tot nu toe is geen enkel onderzoek afgewerkt, men heeft daarover zelfs niets meer vernomen. Dit heeft ook tot gevolg gehad dat "nieuwe" gevallen niet eens meer aangemeld zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 258