-3-
Het gaat de Heer BEEREPOOT om de afweging van de ene aktiviteit
ten opzichte van de andere aktiviteit binnen het kader van het Sociaal-Cultureel
Plan wat een beleid op langere termijn noodzakelijk maakt. Het moet niet mogelijk
zijn aktiviteiten te subsidiëren buiten het kader van het plan en daarom vraagt
hij zich af of dit toch niet op een of andere manier beadviseerd moet worden.
Wethouder VAN GILS geeft aan dat dat nu juist het probleem is met
het Sociaal-Cultureel Plan, er ontbreekt een financiële paragraaf waarin precies
is aangegeven welke aktiviteiten er passen binnen het plan, hoe vaak en hoeveel.
Dat geldt niet alleen voor de emancipatie-aktiviteiten maar voor alle aktivi
teiten. Om te voorkomen dat er een situatie ontstaat zoals in de gemeente Baarle-
Nassau, waar een subsidieverordening is vastgesteld welke gouden bergen belooft
maar die de gemeente niet waar kan maken, zijn de werkzaamheden van de werkgroep
zoals reeds gezegd voorlopig opgeschort.
De Heer TEUNISSEN brengt nog onder de aandacht dat de Raad over de
subsidie-aanvraag voor 1983 op korte termijn heeft moeten beslissen. Daar hij
vernomen heeft dat er in januari 1984 weer een kursus gaat starten vraagt hij
of er alsdan nadere voorwaarden zullen worden gesteld met betrekking tot de pro
blematiek zoals door de heer van den Broeck gesignaleerd.
Wethouder VAN GILS antwoordt daarop dat er nog geen subsidie-aanvraag
voor een nieuwe kursus is ontvangen. In dat verband wijst hij op hetgeen in de
evaluatie door de werkgroep wordt gekonstateerd namelijk"Alvorens we met een
nieuwe kursus beginnen zullen we ervan verzekerd moeten zijn dat er geld is.
Zodanig dat we op korte termijn kunnen beginnen".
De Heer TEUNISSEN spreekt het vermoeden uit dat eerdaags een aankon
diging voor een nieuwe VOS-kursus in Nieuw Geluid en Ons Blad zal staan.
Met betrekking tot de beheersmaatregelen van de vuilstort in opbouw,
punt n., vraagt de Heer VAN DEN BROECK wat het standpunt dienaangaande is van de
wethouder Openbare Werken.
Als milieuwethouder zet Wethouder VAN GILS uiteen dat dit stuk slechts
ter kennisname is gestuurd. De Grontmij moet dienaangaande overleg voeren met
de provincie Noord-Brabant, de vergunningverlener. Toch heeft hij de indruk dat
met dit plan de vragen uit het verleden ten aanzien van het goed funktioneren
van de puinkisten en de opvang van percolatiewater zo goed als mogelijk worden
opgelost.
De Heer VAN YPEREN heeft met grote belangstelling kennis genomen van
dit waterbeheersingsplan, vooral met betrekking tot de behandeling van het percolatie
water wat een van de belangrijkste problemen is van de afvalstoffenberging. Het is dan ook
met genoegen dat hij heeft kunnen konstateren dat door de Grontmij een duidelijk en
goed plan is opgesteld waarin een goede beheersing van het percolatiewater moge
lijk is. Bij hem >*ijst echter de vraag wie gaat kontroleren of dit plan nu
ook als zodanig zal worden uitgevoerd en daaraan gekoppeld hoe de kontrole op
de vuilstort in zijn algemeenheid op dit moment is geregeld.
Wethouder VAN GILS gaat in op de problematiek in financiële zin rond
het aanstellen van een onafhankelijk kontroleur voor de afvalstoffenberging
Bavel/Dorst. Het Stadsgewest Breda is over de financiële problemen heen gsstaDt
en heeft voorshands de financiële konsekwenties voor haar rekening eenomen,
zonder het overigens eens te zijn met het standpunt van de provincie. Per 1 novem
ber 1983 is een onafhankelijk kontroleur in dienst van het Stadsgewest aangesteld.
Het betreft een ambtenaar van de gemeente Zevenbergen, voortgekomen uit een in
terne sollicitatie-procedure van het Stadsgewest.
Hierna worden zonder hoofdelijke stemming alle op de agenda geplaatste
stukken voor kennisgeving aangenomen.
3- VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 19e WIJZIGING VAN HET "ALGEMEEN AMBTENAREN
REGLEMENT DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN"
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.