-2- Het gemiddeld aantal kleuters van de openbare kleuterschool "'t Klokkebeike" te UIvenhout bedroeg over de kalenderjaren 1980, 1981 en 1982 respectieve lijk 15, 21 2/3 en 27 2/3- Het jaar van opening dezer kleuterschool, zijnde 1979, kan daarbij buiten beschouwing blijven. Wij hebben in overleg met de Inspectie kleuter en lager onderwijs te Breda ons beraden over de wijze waarop alsnog dit verzuim redelijkerwijze kan worden hersteld. Geadviseerd werd om na het bekend worden van het aantal kleuters op de teldatum 16 oktober 1983 alsnog aan uw Raad voor te stellen aan de Minister achteraf ontheffing van de instandhoudingsnorm te vragen voor het jaar 1983 èn, indien het gemiddeld aantal kleuters over het kalender jaar 1983 ook beneden het getal van 30 zou blijven zoals genoemd in artikel 11, 1e lid, der Kleuteronderwijswet, dat verzoek aan de Minister te combi neren met een ontheffingsaanvrage voor het jaar 1984. Inderdaad is gebleken dat ook voor 1984 een ontheffing zal dienen te worden aangevraagd, aange zien het gemiddeld aantal kleuters over het jaar 1983 slechts 23 1/3 be draagt. Verzoeken aan de Minister om ontheffing dienen zo mogelijk te passen binnen de normen instandhoudingsbeleid voor kleuter- en lagere scholen, welke normen als regel zullen worden gehanteerd tot aan het tijdstip van inwerking treding van de Wet op het basisonderwijs. Deze normen zijn bij circulaire d.d. 6 december 1982, nr. C 820418 BO/KL/66833*1aan onder andere de ge meentebesturen medegedeeld. In het algemeen gedeelte van de notitie instandhoudingsbeleid van scholen voor kleuter- en lager onderwijs stelt de Minister dat door de terugloop van het aantal geboorten in de afgelopen jaren een scherpe daling van het aantal leerlingen in het kleuter- en lager onderwijs heeft plaats gehad. Een toenemend aantal scholen kwam daardoor onder de wette lijk vastgestelde bestaansminima. De Lageronderwijswet 1920 en de Kleuter onderwijswet geven de Minister de bevoegdheid verzoeken om ontheffing van de instandhoudingsnormen in te willigen, indien voor de betreffende school bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Van een 5-tal opgesomde voorbeelden van dat soort omstandigheden zijn met name in combinatie die onder 1. en 4. van belang, te weten: "de school is ter plaatse de enige K.0./L.0.-onderwijsvoorziening of is gelegen in een zeer geisoleerde kern of woonwijk" en "de bijzondere functie van een school in de wijk". Weliswaar is de openbare kleuterschool '"t Klokkebeike" te Ulvenhout niet de enige kleuterschool aldaar, in Ulvenhout bestaan daar naast ook nog twee bijzondere kleuterscholen, een feit is wel dat deze kleuterschool als door de overheid opgericht en in stand gehouden de enige kleuterschool van deze richting is binnen een cirkel met een straal van ruim 2,5 km. gemeten vanuit het centrum van Ulvenhout en vervolgens met de openbare lagere school "De Klokkebei" een bijzondere functie vervult in het aanbod van kleuter- en lager onderwijs te Ulvenhout als gedeeltelijk ook voor de overige kernen van deze gemeente. Aan de bijzondere omstandigheden als waarvan hiervoor sprake was is er in het licht van de komende invoering van de Wet op het basisonderwijs (WB0) één nieuwe toegevoegd, nl. scholen die onder de WB0 een wettelijk bestaans recht zullen hebben, moeten nu in stand worden gehouden. Dit moet er volgens de Minister toe leiden dat de wettelijke instandhoudingsnormen van de WB0 vertaald moeten worden naar de K.O./L.0.-situaties in het instandhoudings beleid van dit moment. Dat beleid zal gevoerd worden tot de inwerkingtreding van de WBO. Vanaf de ingangsdatum van de WBO worden de dan gevormde basis scholen in ieder geval 3 jaren in stand gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 330