gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
15 december 1983
Agenda Nr. 10
Klass. Nr. -1.823-11
Onderwerp:
Voorstel tot vaststelling gebieden waarvan wordt
verklaard dat daarin uitsluitend of nagenoeg uit
sluitend onroerend goed gelegen is, dat duurzaam
voor andere dan landbouwkundige doeleinden wordt
gebruikt, dan wel onroerend goed dat niet als
natuurterrein dient te worden aangemerkt.
Ulvenhout, 29 november 1983-
Aan de Raad,
Op 19 mei 1981 is de Wet Agrarisch Grondverkeer in het Staats
blad geplaatst. Inwerkingtreding van de wet is gepland op 1 januari
1984.
De Wet Agrarisch Grondverkeer beoogt door middel van toetsing
bij de vervreemding van landbouwgronden en natuurterreinen een even
wichtige prijsontwikkeling te bevorderen door beperking van het aantal
gegadigden
Ter bereiking van het beoogde doel van prijsbeheersing van
landbouwgronden en natuurterrein schrijft de Wet Agrarisch Grondverkeer
voor dat alle overeenkomsten met betrekking tot vervreemding (eigendoms
overdracht en vestiging van zakelijke rechten) van grond de goedkeuring
behoeven van de Grondkamer van Noord-Brabant.
Zonder deze goedkeuring zal geen overschrijving van de overeenkomst
in de openbare registers en dus geen levering kunnen plaatsvinden.
Elke notariële akte zal namelijk moeten worden voorzien van een verklaring
van de notaris dat de overeenkomst tot vervreemding van onroerend goed
is goedgekeurd door de Grondkamer.
Deze goedkeuring van de Grondkamer wordt verkregen indien
voldaan is aan de vereisten van de landbouwkundige toetsing, welke
binnen afzienbare tijd zal ingaan.
De Grondkamer zal nagaan of de onroerend-goedtransaktie landbouwgrond
en/of natuurterrein betreft.
Betreft de transaktie bijvoorbeeld landbouwgrond dan zal de overeenkomst
slechts dan voor goedkeuring in aanmerking komen wanneer de kandidaat
koper aan een aantal eisen voldoet.
Om voor aankoop van landbouwgrond in aanmerking te komen zal via een
aantal normen getoetst worden of de kandidaat-koper voldoende agrarische
kwaliteit bezit.
Voor natuurterreinen zal een vergelijkbare regeling gelden.
Het overgrote deel onroerend-goedtransakties zal echter niet
betrekking hebben op landbouwgrond c.q. natuurterrein.
Toch zullen ook deze transakties ter goedkeuring moeten worden gezonden
aan de Grondkamer hetgeen voor betrokken partijen tijdverlies en extra
werk meebrengt. Omdat laatstbedoelde transakties niet relevant zijn
voor het doel van de Wet Agrarisch Grondverkeer en dus toch zonder
meer een goedkeuring verkrijgen, is via artikel 3 in deze wet een regeling
opgenomen bij toepassing waarvan het doorlopen van de extra administra
tieve procedure kan worden vermeden.
De raad van een gemeente kan namelijk een gebied c.q. gebieden aanwijzen,
waarvan vaststaat dat zich daarin geen of nagenoeg geen landbouwgronden
danwel natuurterreinen bevinden.