-13-
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.
21. AANBIEDING VAN DE GEMEENTEREKENING 1982.
De Heer WILLEMSEN vraagt om hoe laat de vergadering van de commissie
Financiën op 10 januari 1984 begint.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat dit op de normale tijd is, om 18.30 uur
des avonds.
De VOORZITTER licht nog toe dat de feitelijke behandeling van deze
rekening eerst zal plaatsvinden in de januari-vergadering van de Raad.
22. SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
Er zijn geen schriftelijke vragen.
23. MEDEDELINGEN.
Met verwijzing naar de schriftelijke mededelingen vraagt de Heer PLATZ-
BEECKER of de daarin vermelde datum van 10 maart niet op een misverstand berust
en moet zijn 10 april.
Naar aanleiding van de mededeling dat op de openbare lagere school
humanistisch vormingsonderwijs zal worden gegeven, waarvan de kosten op jaarbasis
600,bedragen hetgeen een klein bedrag is tegenover 11.400,voor katechese,
vraagt de Heer PAULUSSEN wat de inhoud is van het lesprogramma van dit humanistisch
vormingsonderwijs. Hij vraagt zich daarbij af of het vak maatschappijleer niet
te prefereren is boven het doceren van een specifieke maatschappelijke opvatting
zoals humanisme. Samenvattend, waarom humanistisch vormingsonderwijs en wie is
mevrouw Voskuil?
De VOORZITTER zet uiteen dat het college de vraag heeft bereikt om
op de openbare lagere school humanistisch vormingsonderwijs toe te laten en te
betalen. Het college heeft die vraag afgewogen in het kader van de verordening
om het godsdienstonderwijs op de katholieke scholen financieel te ondersteunen
en heeft in alle objektiviteit vast moeten stellen dat dan ook humanistisch vormings
onderwijs voor subsidiëring in aanmerking komt. De Raad van Nieuw-Ginneken heeft
bepaald dat godsdienstonderwijs voor subsidiëring in aanmerking komt en daarmee
ook ander vormingsonderwijs van levensbeschouwelijke aard. Vandaar dat het college
op deze vraag positief heeft gereageerd. Degene die deze lessen gaat geven is voor
het hoofd van de school en de ouders aanvaardbaar; de persoon van mevrouw Voskuil,
woonachtig in deze gemeente op het adres 'tHofflandt 1 6 te Ulvenhout behoeft geen
verdere toelichting.
De Heer PAULUSSEN stelt vast dat iedere andere groepering zijn maatschappelijke
visie dus op de openbare school kan presenteren en vraagt zich daarom af of het
toch niet beter is maatschappijleer te doceren.
De VOORZITTER antwoordt daarop dat het gaat om de vraag of de Raad
onderwijs over problemen van levensbeschouwelijke aard wenst te subsidiëren; voor
de katholieke scholen is dat katechese maar het zou ook kunnen inhouden onderricht
in de islam of het boedisme. Die lijn doortrekkend valt humanistische vorming onder
de termen van de subsidieverordening op het onderwijs in levensbeschouwelijke aan
gelegenheden. Bij maatschappijleer gaat het over de inrichting van de maatschappij;
humanistische vorming heeft een méér ideële pretentie.
De Heer PAULUSSEN concludeert dat humanistische vorming dus onder gods
dienstonderwijs moet worden gerangschikt of datgene wat daarmee in overeenstemming
is.
De VOORZITTER verklaart dat godsdienstonderwijs breed gezien moet worden
en dat vragen van levensbeschouwelijke aard ook daaronder vallen.
Hierna worden de schriftelijke mededelingen voor kennisgeving aangenomen.
Hierop schorst de VOORZITTER de vergadering voor een uitgebreide koffie
pauze.