- 8 - De Heer VAN YPEREN wijst erop dat er nu een stuk. onderhoud uit de ruilverkaveling wordt gestoten waarvoor de gemeenschap moet gaan betalen ondanks dat hier sprake is van een bestaande situatie. De Ruilverkavelingswet laat de mogelijkheid open om dit in onderhandeling te regelen. Het juiste moment om daarover te praten is nu gepasseerd. Hij heeft met dit al slechts willen aangeven dat men er momenteel naar neigt het onderhoud van sloten af te schuiven naar de>gemeenschap; hij is van mening dat zulks geen goede zaak is. Met zijn opmer king heeft hij willen bereiken dat in een volgende onderhandelingspositie wel bij dit punt zal worden stilgestaan. Mevrouw BOGMANS zou nog graag weten of het werk gegund is voor het laagste bedrag van de twee uitgebrachte offertes. WETHOUDER VERKOOIJEN antwoordt daarop dat het werk zal worden uitge voerd voor 15.000,De andere offerte was weliswaar lager, maar in die situ atie zou de gemeente zelf voor het opruimen van de vrijkomende specie moeten zorgdragen. Dat zou ook handen vol geld gekost hebben. Bovendien is het zo dat deze aannemer in de onderhandelingen duidelijk met zijn prijs is gezakt. Mevrouw BOGMANS begrijpt nu dat de aannemer inderdaad een stuk is gezakt met zijn aanneemsom, omdat de beide bedragen aanvankelijk ver uiteen lagen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agen da is voorgesteld. 15. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET BOUWRIJPMAKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DE BUNDER I, 1E DEELPLAN WOONWAGEN STANDPLAATS 1E EN 2E FASE". Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 16. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "WOONWAGENSTANDPLAATSEN - DE BUNDER" De Heer VAN YPEREN merkt op dat er twee plannen zijn. Een plan zoals dat ter visie heeft gelegen en een plan zoals dat nu wordt vastgesteld. Hij heeft al meermalen meegemaakt dat er verschil zit in het plan zoals dat ter visie heeft gelegen en het plan dat uiteindelijk door de raad wordt vastge steld. In dit geval speelt dat niet zo sterk, omdat er geen bezwaren zijn inge diend en de onderlinge verschillen niet zo vreselijk groot zijn. Hij meent dat het toch een vreemde situatie is, dat een ander plan wordt vastgesteld dan het plan wat ter visie heeft gelegen. Hij is van mening dat zulks niet correct is en vraagt hoe het college dat kan verklaren. De VOORZITTER zet uiteen hoe dit te verklaren is. Een ontwerp-be- stemmingsplan wordt ter visie gelegd met de bedoeling om daartegen bezwaren te laten indienen. Het is de bedoeling dat de raad de bezwaren afweegt tegen het ter inzage gelegde plan. Als de bezwaren terecht zijn, is het de taak van burgemeester en wethouders om een wijziging voor te bereiden in overleg met de commissie Ruimtelijke Ordening. Dat is in dit geval gebeurd aan de hand van het commentaar wat de P.P.C. te kennen heeft gegeven. De wet op de Ruimtelijke Ordening kent nu de mogelijkheid om voor diegenen die geen bezwaar hebben inge diend tegen het oorspronkelijk ter inzage gelegde plan alsnog bezwaren in te dienen tegen de wijzigingen op dat plan. Daarmee wordt een maximale garantie bereikt voor alle belanghebbenden om aldus toch aan hun trekken te komen. In dit concrete geval zal dat overigens niet zo veel inhouden, omdat alleen een juridische redaktiewijziging tot stand is gekomen en een kleine wijziging op de kaart. Aangezien er bij de eerste tervisielegging van het plan geen bezwaren zijn ingediend, mag verwacht worden, dat bij de tweede tervisielegging ook geen bezwaren ingediend zullen worden. De heer van Yperen abstraheert van de concrete situatie naar de mogelijkheden in zijn algemeen. In de eerste plaats laat de wet toe dat een bestemmingsplan wordt vastgesteld in afwijking van het ter visie gelegde en in de tweede plaats is het juist de taak van de raad aldanniet reke ning te houden met de ingediende bezwaarschriften. Wordt een bezwaarschrift gehonoreerd met als gevolg wijziging van het ontwerpplan dan zal daarna melding moeten worden gemaakt bij de tweede tervisielegging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 69