gemeente nieuw-ginneken Raadvergadering 10 april 1984 Agenda Nr.: Klass. Nr.: -1.851.2 Onderwerp Voorstel met betrekking tot het aantal te vormen openbare basisscholen in de gemeente Nieuw-Ginne- ken zoals bedoeld in de artikelen E 2 en E 3 van de Overgangswet Wet op het Basisonderwijs (OWBO) Ulvenhout, 27 maart 1984. Aan de Raad, De Overgangswet Vlet op het Basisonderwijs (OWBO) is op 1 februari 1984 in werking getreden. Zoals de naam van deze wet reeds aangeeft regelt zij de overgang van de oude wetgeving ingevolge de Kleuteronderwijswet en de Lager-onderwijswet 1920 naar de nieuwe wetgeving, vervat in de Wet op het Basisonderwijs (WBO)die in werking zal treden op 1 augustus 1985. In deze periode van lh jaar zullen op de diverse overheidsniveau1s voor zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs verschillende besluiten moeten worden genomen om de basisscholen nieuwe stijl als zodanig vanaf 1 augustus 1985 te kunnen laten functioneren. Allereerst zal een besluitvorming dienen plaats te vinden met be trekking tot de totstandkoming van basisscholen. De voorschriften hierom trent zijn opgenomen in Titel E, Afdeling 1, van de OWBO, en met name in de artikelen E 1 tot en met E 8 betreffende de vorming van openbare en bij zondere basisscholen. Wij beperken ons in dit voorstel tot het openbaar onderwijs en met name tot toepassing van de op dit moment voor deze gemeente relevante artikelen E 2 en E 3. Bij een omvangrijke operatie die de invoering van de Wet op het Ba sisonderwijs is en de daarvoor gebleken noodzakelijke overgangswetgeving behoren bijna als vanzelfsprekend circulaires van de hogere overheden. In dat verband kunnen worden genoemd een circulaire van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen d.d. 22 december 1983 inzake herstructurerings operatie scholenbestand basisonderwijs (HOB) en een schrijven van Gedepu teerde Staten van Noord-Brabant d.d. 1 februari 1984 aan de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten in die provincie met als onder werp: overgang (openbare) kleuter- en lagere scholen naar basisscholen. Eerstgenoemde circulaire spreekt over de noodzaak van een zodanige herschikking van het scholenbestand dat er basisscholen van redelijke om vang ontstaan. Aanbevolen wordt om op grond van de E-artikelen van de OWBO in de verschillende gemeenten spreidingsplannen te maken. Eerst zou per (onderwijs)richting een spreidingsplan moeten worden gemaakt en daarna per gemeente gezamenlijk overleg dienen plaats te vinden om over deze plannen tot een onderlinge afstemming te komen. Die afstemming wordt belangrijk genoemd omdat zowel de Provincie voor wat betreft het openbaar onderwijs als het Ministerie voor wat betreft het bijzonder onderwijs over de vorming van basisscholen krachtens de artikelen E 3, respectievelijk E 5 overleg zullen willen voeren uit een oogpunt van voldoende spreiding van onderwijs voorzieningen naar plaats als naar richting. Aan het bevoegde gezag van openbare en bijzondere kleuter- en lagere scho len wordt tenslotte verzocht deze spreidingsplannen uiterlijk op 1 april 1984 in te dienen bij de onderscheidene provincies en bij het ministerie. De voornoemde brief van Gedeputeerde Staten dezer provincie sluit in grote lijnen aan op de circulaire van het Ministerie en bijgevoegd worden formulieren ter invulling voor de situatie die in die gemeente inzake het openbaar onderwijs van toepassing is. Met verwijzing naar de ingevulde vragenlijst, die deel uitmaakt van het door Uw Raad te nemen besluit krachtens artikel E 3 OWBO, waar over hierna meer, is ons college van mening dat op grond van het bepaalde in artikel E 2 OWBO uit de openbare kleuterschool 't Klokkebeike" en de openbare lagere school "De Klokkebei" één openbare basisschool in deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 120