- 4 -
10. De argumentatie waarom met het aantal te vormen basisscholen voldoende
voorzien wordt in de gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs
in de gemeente
De geschiedenis sinds het ontstaan van de openbare lagere school in
augustus 1975 en daaraan volgend die van de openbare kleuterschool
in 1979 heeft, mede gelet op de ontwikkeling van zowel het aantal leer
lingen als het aantal kleuters, tot nu toe geleerd dat het openbaar
onderwijs een redelijk bestaansrecht heeft en dat ongetwijfeld in de
nabije toekomst zal houden.
Het zich echter ook in deze gemeente voordoende verschijnsel van een
dalend aantal leerlingen in de afgelopen jaren dat, zoals de geboorte
cijfers aantonen, nog wel enige tijd zal voortduren, gaat evenmin voorbij
aan de deelname aan het openbaar onderwijs.
Tegen die achtergrond is er in deze gemeente geen bestaansrecht voor een
tweede openbare basisschool. Vragen van ouders in die richting hebben de
gemeente ook nimmer bereikt.
11. Naam en adres van de kleuter- en lagere scholen die per 1 augustus
1985 leeg komen te staan, onder vermelding van bouwjaar, staat van
onderhoud van het gebouw, aantal lokalen en oppervlakte van de loka
len van de betreffende scholen.
Voor zover het zich thans laat aanzien zal van een dergelijke situatie
op 1 augustus 1985 geen sprake zijn.
12. Plattegrond van de gemeente met de huidige openbare kleuter- en lagere
scholen, inclusief vermelding van de hoofd- en nevenvestiging.
Deze plattegrond is bijgevoegd.
13. Plattegrond van de gemeente van de te vormen openbare basisscholen
(E 2 en E 6 scholen) inclusief vermelding van hoofd- en eventueel neven
vestiging, de afstand van de ene school tot de volgende school, alsmede
het leerlingenaantal per school op 1 augustus 1985.
Deze plattegrond is bijgevoegd.
Aangezien in deze gemeente sprake is van de vorming van één openbare
basisschool zonder nevenvestiging wordt voor de overige beantwoording
verwezen naar het vermelde onder 7 b.
BEHOORT BIJ BESLUIT VAN DE RAAD VAN DE
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN IN ZIJN OPENBARE
VERGADERING VAN 10 APRIL 1984.
MIJ BEKEND,
DE GEMEENTESECRETARIS VAN NIEUW-GINNEKEN,