OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKENGEHOUDEN OP DINSDAG
10 APRIL 1984, te 20.00 UUR TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig de
leden van de Raad:
DRS. A.J. BEEREPOOT, MEVROUW F.W.M. BOGMANS, J.L.L.
VAN DEN BROECK, J.B.A. VAN GESTEL, J.H. VAN GILS,
F.L.M. PAULUSSEN, IR. R.H. PEGEL, H.H.M. PLATZBEECKER
J.A. ROPSP.H.M. TEUNISSEN, C.J. VERKOOIJEN,
J.C. VAN DER WESTERLAKEN, W.Ch. WILLEMSEN EN P. VAN
YPEREN
Afwezig met
kennisgeving: A.J.
VAN DUN.
Voorzitter
DRSM.J.H. VAN DE
VEN. Verder aanwezig de heer O.H.M. VAN DAMME,
Secretaris
MR. Th. BOSSINK.
directeur van Openbare Werken.
De VOORZITTER opent de vergadering, heet eenieder hartelijk welkom en
deelt mede dat de heer A.J. van Dun is verhinderd wegens ziekte.
Vervolgens stelt hij aan de orde:
1. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 28 FEBRUARI 1984.
Naar aanleiding van deze notulen heeft de Heer VAN YPEREN twee opmerkingen.
De eerste ten aanzien van de derde regel van onder op pagina 19 waar staat:"Het
rapport goed lezend is het bijvoorbeeld een heel goed voorstel om het kruispunt
op de Roosbergseweg te wijzigen". Spreker vond dit juist geen goed voorstel en stelt
daarom voor dé zinsnede"een heel goed voorstel" te wijzigen in "geen goed voorstel".
Vervolgens op bladzijde 20, stelt hij voor, aan de zevende alinea toe te voegen
de zinsnede:"een ander kruispunt aan te leggen".
Hierna worden deze notulen vastgesteld met inachtneming van de twee
door de heer Van Yperen voorgestelde korrekties
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Mevrouw BOGMANS merkt op dat onder g. niet de kleuterschool 't Weitje
wordt bedoeld maar kleuterschool 't Klokkebeike in het gebouw van 't Weitje.
De VOORZITTER bevestigt dat.
Naar aanleiding van de brief van het comité Brabant (N)een tegen kern
raketten, punt 1. van de ingekomen stukken, stelt Mevrouw BOGMANS voor om tot een
gemeentelijke stellingname met betrekking tot de kernwapenproblematiek te komen.
Daartoe zou deze brief een volgende keer op de raadsagenda geplaatst moeten worden
om de Raad in de gelegenheid te stellen daarover te diskussiëren
De VOORZITTER wijst erop dat het college voorstelt deze brief voor kennis
geving aan te nemen zonder daaraan een positief of negatief waarde-oordeel toe te
kennen. Het is mogelijk die brief voor de volgende keer op de agénda te plaatsen
maar dat zal dan gemotiveerd moeten worden? hetgeen ook schriftelijk kan. Daarnaast
heeft de Raad de vrijheid daarover op dit moment te diskussiëren.
Mevrouw BOGMANS wil graag de mening van de Raad erover weten, of de
collega-raadsleden het ermee eens zijn dat de zaak van de vredesproblematiek op
de agenda wordt geplaatst. In de commissie Algemene en Juridische Zaken bleek het
merendeel van de commissieleden dat geen gemeentelijke zaak te vinden, maar hoe
langer hoe meer gemeenten in Nederland en met name ook in Brabant komen op die stelling-
name terug en nemen een standpunt in ten aanzien van de kernwapenproblematiek. Gezien
de zaken die zich de komende maanden voor gaan doen is spreekster van mening dat
het best wel zinnig is om aan de Raad deze vraag voor te leggen en de volgende keer
daarover te diskussiëren. Alle raadsleden hebben de brief gelezen; daarin staan
voldoende argumenten genoemd om het een en ander in de Raad te bespreken.
De Heer BEEREPOOT is van mening dat de Raad over deze zaak, hoe ernstig
ook, lang kan diskussiëren maar het is in principe een landelijke aangelegenheid.
De Raad zegt ook voortdurend dat het landsbestuur zich dikwijls veel te veel bezig
houdt met allerlei zaken die op gemeentelijk terrein liggen. Omgekeerd moet ervoor
gewaakt worden dat de Raad zich niet gaat bezighouden met bevoegdheden van het lands
bestuur. Diskussies daarover kunnen dus alleen leiden tot een persoonlijke stelling-
namè. Hij heeft er geen behoefte aan dat op een afzonderlijk agendapunt te plaatsen.
De VOORZITTER wijst erop dat ingevolge het reglement van orde voor de
vergaderingen van de Raad het voorstel van mevrouw Bogmans gesteund moet worden
